„De God der blijdschap mijner verheuging?"

Voordat ik mijn pen pakte om u te schrijven, zat ik te lezen in „In de Rechte Straat". Ik lees dit blad al jaren met veel vreugde. Omdat daarin op zulk een duidelijke wijze over de tere dingen Gods geschreven wordt, zoek ik er altijd een rustig ogenblik voor om me erin te kunnen verdiepen.

Deze keer was het na afloop van de jeugdvereniging, 's avonds om half elf. Ik ben echter niet verder gekomen dan blz. 13 (van het januarinummer). Toen had ik nl. het stuk gelezen: „Gesprek met God, mijn Vader" en ik werd daar zo blij onder dat ik u móést schrijven.

U hebt daarin ook, zonder het te beseffen, een antwoord gegeven op mijn vragen. Ik ben van huis uit vrijgemaakt (buiten verband) en ik ben, Gode zij dank, in de leer van de levende God opgevoed. Ik heb gelovige ouders.

Maar het mooiste geschenk dat ik van God heb gekregen, was mijn kinderlijk geloof. Dat is onder de werking van Woord en Geest steeds meer uitgegroeid. Ook dat is Gods werk.

Ik kwam echter op een school terecht, waar men altijd hamerde op de noodzaak van een bepaald, diep zondebesef. Daardoor werd ik soms aan het twijfelen gebracht of ik wel echt in God geloofde. Soms leek het alsof ik God helemaal kwijt was.

Maar de Heere liet mij niet los. Als ik het soms erg moeilijk had, omdat ik niet meer wist of ik wel het echte geloof bezat, liet Hij mij door de prediking altijd zien: Inderdaad, jouw geloof is altijd te klein, kleingelovige, maar Mijn genade is ook voor jou genoeg.

Maar … de duivel was er ook altijd bij en die fluisterde mij dan de twijfel toe: Ken jij je zonden wel genoeg? En het is zeer zeker goed je dat af te vragen, maar die vraag werd vaak zo zwaar voor mij, dat het me juist verder van God af voerde. Weet u nu, waarom ik zo blij was met dat „Gesprek met God, mijn Vader"? Omdat ik daarin mijn eigen gesprekken en vragen met God herkende. Zo voel ook ik mij vaak, zo heel dicht bij God. En dan ben ik tegelijk bang dat ik dat weer kwijt zal raken, wetende en voelende dat ik een zondares ben, die niet voor God kan bestaan. Maar tevens is er ook de vreugde: God gaf Zijn Zoon juist voor verloren zondaars zoals ik er een ben.

Ik kan u de vreugde niet beschrijven die ik nu ervaar, nu ik bemerk dat een ander dat ook zo ondervindt en dat een ander dezelfde vragen aan God stelt. O dan kan ik weer met u juichen in God, jubelen over Zijn Liefde.

En wanneer die blijdschap over mij komt, dan is er geen plaats meer voor de twijfel, waarvoor ik geen grond vind in Gods Woord, maar die mij door mensen wordt aangepraat.

God heeft mij door uw „gesprek" weer gesterkt om blijmoedig verder te gaan op de weg van vallen en opstaan, de weg van zingen en belijden, de weg van luisteren en getuigen tegenover alle mensen die de Heere op mijn weg brengt.

Wij, mijn verloofde en ik, blijven voor u en voor uw mede-arbeiders bidden.

H.

ANTWOORD:

Beste H.,

Je brief heeft me erg goed gedaan. Ook mijn vrouw heeft hem gelezen en werd en zeer door getroost. Ja, wat is Gods liefde groot. Het is duidelijk dat jij dat ook zo ervaart. Dan zié je Hem gewoon. Dan kun je eigenlijk niet meer twijfelen. Dan wil je ook niet meer twijfelen, want dan weet je dat je daardoor een stuk van Gods eer zou wegnemen, alsof Hij niet voldoende betrouwbaar zou zijn. Dan fluiter je het Hem vol innige dankbaarheid toe: „Hoe kunt U, o heilige God, mij, zondaar, zó genadig zijn?". Maar je weet tegelijk uit Gods heilige Schrift het antwoord: „Dat is, omdat U Uw Zoon zozeer liefhebt en alle welbehagen hebt in Hem; en omdat Gij mij door het gelovige vertrouwen voor altijd met Hem verbonden hebt, zodat ik één met Hem ben zoals de rank met de wijnstok. Daarom breidt Uw welgevallen zich uit vanuit de Zoon van Uw eeuwige liefde. En daarom bedekt U mijn zonden en bekleedt mij met Zijn gerechtigheid, zodat U mijn zonden niet meer ziet en ze niet meer wilt zien".

Ja, geprezen zij Gods onbegrijpelijke liefde voor ons in Christus! Hem zij eeuwige hulde en aanbidding.

Graag zou ik van je verlof ontvangen om deze brief te publiceren, want ik meen dat ook andere, vooral ook jongere lezers van IRS erdoor bemoedigd kunnen worden. En bovenal: jouw brief is één grote lofzang op de God van de genade. Intussen met hartelijke broedergroeten, verbonden in Hem die ons leven, onze vreugde en onze enige troost is, Jezus Christus, Wiens eigendom wij door genade en geloof mogen zijn,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen