VOORBIJ
„De gedaante dezer wereld gaat voorbij" (1 Kor. 7:31)
Op weg van Cochin naar Trivandrum begonnen de brs. Pulikunnel en Augustine te zingen. Het verbaasde mij een beetje, want ik had ze nooit eerder salmen horen zingen.
Toen we stil hielden bij een benzinepomp, vertelden ze mij de reden. De wijzer was al lang de reservestreep gepasseerd en ieder moment had de auto kunnen stoppen, omdat de laatste druppels verbruikt waren.
En dat is een ramp in zulk een land. Ze vertelden mij ook de inhoud van dat lied. Het is het lied over de tijd, die altijd zich voortbeweegt. Wij zitten in de tijd als in een wagen. Terwijl we slapen en terwijl we waken, altijd door draagt die tijd ons verder naar het einde toe, waar Christus ons wacht.
Ik vond dat een prachtig beeld. Het laat de betrekkelijkheid van ons aardse bestaan zien.
Waarom maken wij ons toch zo druk? Straks zijn onze laatste druppels levensenergie op aarde verbruikt. Dan stopt de motor van ons hart.
Is dat een ramp? Ja, indien we onze voorzieningen niet hebben getroffen. Dan valt de eeuwigheid op ons als een rots die ons dreigt te verpletteren. Dan wacht ons de toorn Gods, omdat wij geleefd hebben alsof wij nooit voor Hem rekenschap zouden moeten afleggen van ons doen en laten.
Maar voor de gelovige is dat stilstaan van ons hart, ondanks de verschrikking van de dood, een oorzaak van vreugde. Vanuit dat geloof kunnen we de dood toeroepen: „Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning?…
maar Gode zij dank die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus" (1 Kor. 15: 55, 51).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1978
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 februari 1978
In de Rechte Straat | 32 Pagina's