IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

CHRISTUS GING MEE IN HET SCHIP

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

CHRISTUS GING MEE IN HET SCHIP

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Antwerpen, 14 juli 1947. — De loopplank is weggetrokken. Daar aan de wal staan mijn familieleden en enkele kennissen. Het zeeschip wordt van de kade weggesleept. Steeds kleiner worden de wuivende mensen aan de wal. De grote motoren slaan aan en dan gaat het snel de Schelde op naar de Noordzee, naar Brazilië.

Zo maar plotseling was mijn leven in tweeën gespleten. Volkomen onverwacht had ik vanuit Rome de benoeming gekregen om filosofie en geschiedenis van de filosofie te doceren aan het groot-seminarie van de paters redemptoristen. Ik had alleen redelijke bezwaren mogen indienen tegen deze benoeming, maar die kon ik niet vinden.

Tien jaar zou ik daar moeten blijven, voordat ik weer met verlof naar Nederland zou kunnen terugkeren. Tien jaar, wat kan er in zo'n tijd niet gebeuren! Ik was 31 jaar, dan zou ik 41 zijn.

De overste had geschreven: „Ik bid voor u bijzonder, opdat de goede God u een grote edelmoedigheid zal geven om met bovennatuurlijke blijdschap naar deze beloftevolle missie te vertrekken". Die bovennatuurlijke blijdschap bezat ik niet. Het was duister in mijn hart. Zoals het schip zich losscheurde van de wal, zo werd ik innerlijk verscheurd. Ik zat vol twijfels over de leer van mijn kerk. Maar het was mij onmogelijk om die twijfels kenbaar te maken aan anderen, zeker niet aan mijn oversten.

Gods wegen zijn echter onnaspeurlijk (Rom. 11:33). Het stormde in mijn hart, maar ik wist niet dat Jezus met mij meevoer op dat schip. Ik wist niet dat daar in Brazilië een belofte voor mij lag te wachten, Gods belofte, dat alwie in Christus gelooft, het eeuwige leven ontvangt, niet door werken, maar door genade alleen.

Denderleeuw (België), 14 juli 1952. — Ons eerste kind wordt geboren. We geven haar de Portugese naam: Alinda Floor (= de schone bloem). Vanaf de geboorte begint de mens zijn eigen leven, wordt losgetrokken uit de binding met de moeder, vaart met zijn eigen schip de levenszee binnen en steekt over naar de grote hemelse Haven, waar God hem wacht.

En boven elk mens staat de ster van Bethlehem als een belofte te stralen, als de poolster die vroeger de schepen de weg wees. Die belofte luidt heel kort: „Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven" ( Joh. 6:47). Die belofte moet echter verkondigd worden. Die belofte moet doordringen tot het hart van de mens. Dat doet de Heere door Zijn Heilige Geest.

In dit nummer wil ik u uitnodigen om een stukje mee te maken van mijn levensreis. Ik hoop dat u daardoor ook komt tot de aanbidding van de God van de verrassingen. Misschien zit ook iemand van u in de knoei net zoals ik toen. In de verste verte had ik toen er geen vermoeden van, dat de Heere mij via die boottocht uit de duisternis van twijfels, angsten en spanningen zou voeren naar Zijn wonderlijke licht, naar Zijn rust en vrede. Moge dat ook voor u, die nu misschien nog zoekt, een bemoediging zijn. Laat ook u vertroosten met deze zekerheid: „De Heere kent degenen, die de Zijnen zijn" (2 Tim. 2:19).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 1976

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

CHRISTUS GING MEE IN HET SCHIP

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 1976

In de Rechte Straat | 32 Pagina's