„Wat is WAARHEID!"

Deuteronomium 32:4b:

„God is waarheid en is geen onrecht". De woorden die in deze tekst geschreven staan, werden eens uitgesproken door Mozes, de leider van het volk Israël. Mozes, de broer van Aaron, de zoon van Amram en Jochebed, door God geroepen om Israël, als Gods volk te leiden, is aan het einde van zijn zwerversreis gekomen. God heeft Zijn Woord waar gemaakt, de Heere heeft het betoond dat Hij een God van ja en amen is.

Zo staat Israël voor de grens van het beloofde land Kanaan. Eens had God aan Abraham beloofd: „Ik zal u brengen in een vreemd, land, een land wat gij niet kent, zal Ik u geven. Ik zal het ook geven tot een erfbezitting, zodat uw nageslacht daar wonen mag". Doch zie eens, wat moet daar nu van terecht komen, Abraham, vele jaren getrouwd zijnde, heeft nog geen zoon, geen erfgenaam, geen nageslacht. Echter de God der Waarheid is geen mensenkind dat Hij liegen zou, of dat Hem iets berouwen zou, want wat uit Zijn lippen is gegaan, is onverbreekbaar.

Dit is bij de mens niet; daar gebeurt het maar al te veel, dat de belofte of afspraken met de mens gemaakt nooit voldaan worden. Heel vaak gebeurt het dat de mens met de mens bedrogen uitkomt. We kunnen elkaar niet vertrouwen. Hoe vaak gebeurt het niet, dat we vandaag bij onszelf zeggen: „Daar kom ik nooit meer, op die plaats zullen ze mij niet meer zien". Toch moet men er maar niet vreemd van opkijken, als men de volgende keer weer dezelfde persoon op die plaats ziet. Daaruit blijkt wel, dat we geen baas over onze eigen wil zijn; onze wil is sterker dan onze gedachte, dan ons hart. We zijn slaaf van onszelf geworden. De apostel Paulus zegt: „Ik ben vleselijk verkocht onder de zonde". Dat houdt veel in, dat houdt in, dat we slaaf van de zonde zijn.

Dat is ons aller leven, allen zo wij geboren worden, zijn slaven der zonde, wij zijn dus dienstbaar en niet vrij, we zijn gebonden aan de macht der zonde, de macht van satan. Daardoor zijn we slaven van de leugen en de dood.

Nu zegt u: „maar hoe komt dit nu, wat betekent dit nu?" Wel, mijn geliefde lezer of lezeres, dat willen we u graag naar Gods Woord meedelen. God, als de Schepper van de Hemel en de aarde, heeft ook de mens geschapen. Op de zesde dag heeft Hij de mens geschapen. De mens was het pronkjuweel, het mooiste en voornaamste wat God geschapen heeft. Aan de mens vertrouwde God Zijn gehele schepping toe. De mens ontving heerschappij over al het geschapene, d.w.z. hij ontving gezag over de dieren des velds en ontving eten van de aarde.

Daarbij mocht de mens dagelijks leven in Gods zalige gemeenschap. Er was op de aarde geen aangenamer en zaliger leven denkbaar dan het leven met God. Hier in dat paradijs richtte God met de mens een verbond op, het werkverbond, waarin God deze mens, op gehoorzaamheid, het eeuwige leven toezegde, doch op ongehoorzaamheid dreigde met de dood. De mens ging dit verbond aan, niets liever wilde de mens.

Echter zie daar is de duivel, die eerst in de Hemel een opstand tot God verwekt had en door God verstoten was, in de hof, het paradijs gekomen. Deze duivel, de satan, heeft de mens de leugen voorgehouden, met het doel Gods werk te breken. En dit is helaas gelukt, de mens heeft de leugen geloofd en de waarheid tot leugen gemaakt.

Die daad had grote gevolgen, want door die ene zonde is de straf, de dood, in de wereld gekomen. Die dood gaat door over alle mensen. Ja, wie leeft er, die de slaap des doods niet eens zal slapen? Allen zullen we eens gaan de weg van alle vlees, zullen we gaan de weg van de dood.

Dit is op zichzelf nog niet het ergste. Veel erger is, dat de dood, de zonde, een scheiding gemaakt heeft tussen de Waarheid en de leugen. Tussen God en onze ziel is door die zonde, die ongehoorzaamheid, een scheiding, een kloof gekomen, die wij in eigen kracht nooit meer kunnen helen of overbruggen.

Vandaar dat ons leven, van geboorte, van nature zonder enige toekomst is. Wij kunnen van geboorte nog zoveel verwachting hebben van dit leven, of de toekomst, of eigen kracht, het zal nooit aan de verwachting voldoen. Erger nog, we komen met al onze verwachting, gebouwd op dit tijdelijke leven, om in de dood. En dan niet de tijdelijke dood, maar veelmeer de eeuwige dood. Hoe komt dit dan? Wel, dit komt omdat we door de zonde ons levensdoel missen. Geschapen om te leven, en nu worden wij geboren om te sterven.

Toch heeft God in Zijn Woord nog meer bekend gemaakt. Er is nog leven, zelfs boven de dood. Er is leven in God, zodat in God doden leven, leven tot in eeuwigheid.

De Heere zegt: „Zij die de stem van de Zoon Gods horen, die zullen leven, ook al waren zij gestorven".

Boven de dood heeft God Zelf een mogelijkheid geopend, om tot en in het leven te komen. Dit heeft God gedaan, om gevallen, verloren mensen het leven te geven. Zo bereidde God Zelf het leven in Jezus Christus. Met Hem richtte God een nieuw verbond op, het genadeverbond. In dat verbond wil God aan schuldige zondaren gedenken, zodat God nog niet direct de straf op de zonde bedreigd, uitoefende. Nee, Hij gaf nog een genadetijd, de tijd tussen wieg en graf, opdat wij behouden worden. Zo draagt God de mens door het Woord Zijner kracht. Zo heeft Hij ook Israël gedragen door de woestijn. O, het is alles uit en door God. Zij hadden het steeds verzondigd, hadden vertrouwd op de afgoden en eigen krachten, zodat God soms zwaar moest straffen. Doch beleden zij hun zonden zo gedacht God weer opnieuw in gunst en ontferming.

Zodat wij Jsraël nu vinden voor de grens van Kanaan. Vele malen heeft Israël aan de waarheid van Gods Woord getwijfeld. Ja, ze hebben zelfs bij de grens gestaan, nu achtendertig jaar geleden. Toen hebben ze de vruchten mogen zien van Kanaans bodem. Doch ze konden niet ingaan vanwege hun ongeloof. Velen werden ter plaatse gedood en anderen stierven in de woestijn.

Vanwege eigen schuld moesten zij achtendertig jaar lang ronddolen in de huilende wildernis. Doch God betoonde de God der waarheid te zijn. Als het volk hun schuld beleed, dan gedacht God weer aan het verbond. Zeker, God strafte de zonde, doch dat is ook rechtvaardig.

Hij beloonde echter ook de gehoorzaamheid. In beide betoonde de Heere de rechtvaardige te zijn, in die God is immers geen onrecht! Zo is die God vreselijk en zeer geducht in de uitoefening van Zijn toorn, doch Hij is ook een beloner dergenen die Hem vrezen; hun bede heeft Hij nimmer afgewezen.

Zo heeft Mozes dan ook lust en behoefte om een lied tot Gods eer te zingen. Hij ziet de zegeningen die God gegeven heeft. Israël had het verzondigd, doch God had steeds na hun schuldbelijdenis, weer in genade willen gedenken.

Daarom zegt Mozes hier: „God is waarheid en is geen onrecht". Zoals God het doet is het goed, Hij heeft Zijn Woord dat Hij gesproken heeft bevestigd. Met die God is Israël niet beschaamd uitgekomen. Zo is het nog. Overal wordt over een of de waarheid gesproken, zodat de waarheid struikelt op de straten. Doch gaan we die z.g.n. waarheden onderzoeken, dan blijken ze achterhaald of vol gebrek te wezen, zodat we er teleurgesteld mee uitkomen. Daarom is er ook zoveel verwarring in dit leven.

Echter met God komen we nooit beschaamd uit. Die God is de waarheid.

Wel zal Hij de zonden straffen, want in Hem is geen onrecht. Doch na beleden schuld zal Hij altijd weer gedenken. Dit omdat Hij de Verbondsgod is, en verzoening gevonden heeft in het bloed van Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus. Die is de Weg, de Waarheid die tot het leven leidt. Daarom moet u uw vertrouwen nooit op uzelf of mensen stellen, doch stel in alles uw betrouwen op God. Op die God die eeuwig leeft, van Wie al het volk zijn sterkte heeft.

Voor deze Waarheid moet zelfs de duivel zwijgen, zodat in deze Waarheid kracht in God ontvangen mag worden.

En dan verstaande deze Waarheid, mag met Mozes in verwondering en aanbidding gezongen worden: „Die God is de Waarheid en Hij is gans rechtvaardig".

Boskoop

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen