IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

een getuigenis en een klacht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

een getuigenis en een klacht

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is het altijd weer een heerlijke zaak het getuigenis te vernemen van iemand - een zondaar - die de Heere heeft gevonden. Van een lezer ontvingen we een brief, die een ontroerend getuigenis bevat over de barmhartige liefde Gods in Jezus Christus. Ook worden in de brief een aantal vragen en bedenkingen vermeld omtrent de prediking. Eerst laten we echter het getuigenis volgen:

Wat een genade!

Toen ik zelf ging zoeken naar God, zocht ik eerst in de boeken van oud-vaders. I k heb er heel wat gelezen, echter niet begrepen. (Later heb ik verschillende wel leren waarderen). Ik ging godsdienstig leven, want deze weg werd mij door de kerk gewezen. Deze weg liep echter dood.

De Heere heeft me daarna naar Zijn Woord geleid en Hij heeft me stap voor stap duidielijk gemaakt dat we de zaligheid niet verkrijgen door iets te presteren, veel te lezen in de oud-vaders, godsdienstig te leven, veel naar de kerk te gaan, enz.

Nee, Hij leerde mij Hem in kinderlijk geloof te aanvaarden als mijn persoonlijke Heiland en Zaligmaker. Hij leerde mij mezelf aan Hem toe te vertrouwen en gelovig te verwachten dat Hij mij verder leiden zal.

Ik heb deze boodschap nauwelijks in de kerk gehoord, hoewel de belijdenisgeschriften er vol van staan, maar God Zelf heeft me dit, door Zijn Woord heen, duidelijk gemaakt.

Ik kon dit in eerste instantie niet aanvaarden, want ik moest toch eerst mijn ellende beleven — dat hoorde ik iedere zondag in de kerk — en men had mij daarover zulke gruwelijke verhalen verteld, dat ik daar nog lang niet aan toe was. Wat een genade! Hij heeft met Zijn liefde mij bewogen dit aanbod te aanvaarden. Wat een zegen vloeide hieruit voort! Wat is het heerlijk Zijn kind te mogen zijn, Hem in alles te mogen en kunnen vertrouwen en niet meer zonder Hem te kunnen leven!

Toen ging de Bijbel voor me open. Wat een rijkdom! (ook de belijdenisgeschriften! ) Sindsdien mag ik Hem steeds meer leren kennen en liefhebben en moet ik iedere dag in het dagelijks leven leren dat Hij moet wassen en ik minder worden. Hij moet de leiding krijgen in mijn leven.

Ik ga nu ook meer begrijpen wat de ellende inhoudt, zoals Paulus het zegt, jaren na zijn bekering: „Ik, ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Ik dank God, door Jezus Christus onze Heere". Als je de Heere Jezus leert kennen, dan gaat ook Zijn licht schijnen over je leven en dan blijft er niets goeds over, en dan is er een verdriet, omdat je door je zonden Hem pijn gedaan hebt en nog doet.

Maar wat een genade dat we dan ook mogen ervaren, dat Zijn bloed ons reinigt van alle zonden, wanneer wij onze zonden belijden.

Onze lezers weten nu wat voor persoon de briefschrijver - die ons uiteraard bekend is - is. In verband met de prediking merkt hij o.m. het volgende op:

De levende Christus

Hoe komt het toch dat er in de kerk zo weinig vrucht is? God is toch dezelfde gebleven! Ik hoop dat dit een biddende vraag wordt voor veel kerkleiders. Ik zou hen willen vragen: Wat is de inhoud van uw prediking? Hoe kent uzelf de Heere Jezus? Hebt u Hem lief? (zie Joh. 21:16).

Als ik de inhoud van de prediking hoor, dan ben ik dikwijls zeer verdrietig. Wat is het vaak dor! Er wordt over ellende, verlossing en dankbaarheid gesproken. Er wordt een leer verkondigd. Als er over de Heere Jezus gesproken wordt, dan wordt Hij ons vaak gepresenteerd als een dogmatische Christus in plaats van als een levende Heiland. Je mist zo dikwijls de liefde tot Hem.

De inhoud van de prediking is zo dikwijls een wijzen op de mens. Hoe staat het met jou? Op zichzelf een reële vraag, maar die wordt zo vaak verkeerd gebruikt. Voortdurend klinkt de oproep: Onderzoek jezelf! en wordt de vraag herhaald: Heb je dit of dat wel beleefd?

Nu wordt het toch onderhand hoog tijd dat ik er dit aan toe voeg: ik heb ook! andere prediking meegemaakt; dominees, van wie je voelde dat er een afhankelijkheid en een liefde tot de Heere was en wat ben je dan één met zulk een predikant; dan komt er een jubel in mijn hart en ben ik God dankbaar dat Hij Zijn dienstknechten ook in onze kerken heeft. Maar helaas het komt zo weinig voor en wat heeft zulk een dominee niet vaak een tegenwerking.

Paulus zegt: Ik predik Christus en Die gekruisigd. Hij wijst voortdurend op de Heere Jezus. In de kerk wordt vaak gezegd: Ja…… maar je moet eerst God ontmoeten. Daar heb je dan de leer weer.

Zo wordt Gods Woord aangepast aan ons verwerpelijk denken en wel op een vrome, maar vleselijke manier, want zo worden de mensen van de Heere Jezus afgehouden. In plaats van te buigen voor Gods Woord buigen wij dat Woord om en vervormen het naar eigen denken en passen het aan aan ons eigen zondige denken. Hoe geheel anders zijn onze belijdenisgeschriften. Die wijzen voortdurend naar de Bijbel en stellen Jezus Christus steeds weer in het middelpunt. Ze verkondigen telkens weer dat wij slechts zalig worden door het geloof in Jezus Christus, dat geloof dat zo prachtig beschreven wordt als een diep-persoonlijk iets.

Waarom wordt dit Evangelie niet uitsluitend gepreekt? Waarom worden altijd weer voorwaarden verbonden aan de zaligheid? Voorwaarden die de Heere niet stelt! De Heere zegt: Predik het Evangelie en dan is daarmee het eenvoudige Evangelie bedoeld, de boodschap voor de armen van geest, voor hen die leeg zijn van zichzelf en slechts één grote hunkering, één grote honger en dorst hebben naar die gerechtigheid die ons om niet wordt geschonken door geloof alleen.

Laten we toch eenvoudig gehoorzamen aan die opdracht en dan zal de Heere werken met Zijn Geest. Hij heeft het immers beloofd. Waar heel simpel over de persoon en het werk van de Heere Jezus wordt verteld, is de meeste zegen. Zie maar op de zendingsvelden.

Laten we opnieuw luisteren naar de Bijbel en Gods Woord letterlijk doorgeven, niet met allerlei verhaaltjes die het wel doen, niet vermengd met door onszelf gestelde regels, maar biddend om de Heilige Geest dat Die ons leiden zal.

Wat wordt er veel kinderlijk geloof stukgetrapt door het in dogmatische regels vast te leggen. Ik weet dat er velen in onze kerken zijn, die innerlijk, heel diep weggestopt, naar God verlangen, maar die altijd in de knoop zitten met de leer: waar is mijn kennis van de ellende? enz.; terwijl het Evangelie slechts de eenvoudige overgave predikt van zondaars aan Jezus Christus en hen aanmoedigt om on-voorwaardelijk en algeheel hun vertrouwen te stellen op deze machtige Heiland en Zaligmaker, tot roem van Gods genade.

NASCHRIFT:

Een ogenblik hebben we geaarzeld en ons afgevraagd: Hoort zulk een brief wel thuis in ons blad? Toch menen we van wél. In de eerste plaats, omdat onze r.-k. lezers dan zien dat wij bereid zijn tot zelfkritiek. Wij willen niet slechts de r.-k. kerk, maar ook onze protestantse kerken stellen onder de toets van Gods Woord alleen.

Vervolgens kan deze brief een duidelijk voorbeeld zijn, hoe de door de Reformatie verkondigde mondigheid van het gewone kerklid funktioneert. Deze schrijver beroept zich op de Schrift alleen. In de r.-k. kerk mag een „leek" de kerk niet ter verantwoording roepen op grond van Gods Woord. De r.-k. kerk is in haar verkondiging onfeilbaar en kan niet dwalen, zo leert zij. In de protestantse kerken erkennen ook wij een gezag van de ambtsdragers, maar hun gezag is ondergeschikt aan het Woord Gods. Dat Woord is de hoogste beroepsinstantie in de gemeente van Christus en predikanten zijn slechts (maar dat is tevens geweldig!) dienaren van dat Woord.

Toch dient de briefschrijver te bedenken, dat, hoe moeilijk ook, bezwaren in liefde onder de aandacht moeten worden gebracht bij de prediker of eventueel daarna bij zijn gemeente. Dat brengt het ambt van de gelovige met zich.

En tenslotte merken we gaarne naar aanleiding van deze brief op, dat een opwekking in alle kerken van Nederland dringend nodig is. In onze gebeden — graag wekken we onze lezers daartoe op — zullen we in 't bijzonder hen moeten gedenken aan wie de prediking is toevertrouwd. Ook zij zullen, als het goed is, belijden: Wij dwaalden allen als schapen, en keerden ons een ieder naar zijn weg (Jes. 3:6).

Laten we niet vergeten: Petrus werd uit de gevangenis gebeden. De Heere is nog zo machtig en gewillig als destijds.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1974

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

een getuigenis en een klacht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 februari 1974

In de Rechte Straat | 32 Pagina's