ELLENDIG

Sommigen zeiden tegen ons: Bij de opwekkingssamenkomsten in Arnhem wordt veel te veel de wet gepreekt. Ik kom iedere keer ellendig onder die prediking vandaan. Zo kun je toch niet leven! Je wordt er wanhopig van.

Merkwaardig, toen ik dat hoorde, dacht ik onmiddellijk aan de uitroep van Paulus: „Ik, ellendig mens!" (Rom. 7:24). Paulus komt tot die uitoep, nadat hij de onverbiddelijk en dodende eis van de wet heeft getekend.

Maar evenmin als Paulus mogen wij ook maar iets afdoen aan de gestrengheid van de wet Gods. Het staat er al te duidelijk: „Gij ZULT. . " de Heere, uw God, lief heben boven alles en de naaste als uzelf. Er staat niet: Probeer het een beetje, dan is God ook al tevreden. Er staat:

„Gij ZULT..".

Ik ben het er helemaal mee eens dat de radikale prediking van de eis van Gods wet een mens ellendig maakt. Je kunt onder de prediking van die wet niet leven. Dat is nu juist wat Paulus ook zegt: „En het gebod dat ten leven was, dat is mij ten dode bevonden" (Rom. 7:10). Maar welke weg wijst Paulus, wanneer hij zo de wet heeft getekend? Gaat hij tegen de mens die ellendig werd onder het horen van de wet, daarna zeggen: „Nou ja, zo erg moet je het nu ook niet nemen. Als je maar goed je best doet, dan is het wel genoeg?"

Nee, beslist niet. Hij wijst een heel andere weg om uit die staat en uit dat gevoel van ellende vandaan te komen: „Ik, ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? Ik dank God, door Jezus Christus onze Heere". In en door Christus worden we vrijgemaakt van de schuld en de macht van de zonde (Rom. 8:2), in en door Hem alleen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen