UIT EEN BRIEF:

Zeer geachte ds. Hegger,

De H. Maagd Maria heeft zich op een of andere wijze duidelijk waarneembaar getoond. Zij is vele malen verschenen. Minstens 40 maal in Frankrijk, 2 maal in België nl. in Beauraing en Banneux, 1 maal in Duitsland nl. in Kevelaer, 1 maal in Iralië nl. in Syracuse, 1 maal in Portugal nl. in Fatima, een honderdtal nalen in Nederland, waarover ik kort geleden een dik boek heb ingekeken.

Vele wonderen zijn gebeurd in de loop der eeuwen door de machtige voorspraak van de H. Maria, nadat zij Ha?r smekend en met vol vertrouwen hadden aangeroepen. Dat alles kan door niemand redelijk en verstandelijk ontkend en geloochend worden.

Over de verschijningen van Beauraing is een goedgekeurd en geïllustreerd boek gepubliceerd.

De Bijbel zegt niet alles; hij is niet voldoende voor het godsdienstonderwijs; wij moeten daartoe ook uit andere bronnen putten. Deze leerstelling is voldoende bewezen en uitgelegd in het zevende hoofdstuk van mijn boek, dat in het Frans is gepubliceerd en dat tot titel draagt: „Gardons-nous des faux profètes et lisons la Bible" (= Laten wij oppassen voor de valse profeten en de Bijbel lezen. H.J.H.).

Malden

ONS KOMMENTAAR:

1 Uit de r.-k. Bijbelvertaling: „De rijke zei: Dan vraag ik u, vader (Abraham), dat gij hem (Lazarus) naar het huis van mijn vader wilt sturen, want ik heb nog vijf broers; laat hij hen waarschuwen, opdat zij niet eveneens in deze plaats van pijniging terecht komen. Maar Abraham sprak: Zij hebben Mozes en de profeten; laat ze naar hen luisteren" (Lk. 16:27-29). Met „Mozes en de profeten" bedoelde de Heere Jezus de toenmalige Schrift, nl. het Oude Testament. Hoeveel te minder is het nodig dat er verschijningen uit de andere wereld komen, nu wij bovendien nog het Nieuwe Testament bezitten.

2 Is het geen belediging van de Heilige Geest die de Bijbel geïnspireerd heeft, wanneer wij zeggen dat die Bijbel niet voldoende is voor het godsdienstonderwijs? Durven wij een „onvoldoende" zetten onder het werk van de Heilige Geest?

3 Als de Heere Jezus in de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus een verschijning uit de andere wereld als zinloos betitelt, mogen wij dan aannemen dat Hij desondanks zulke zinloze verschijningen zou bewerken, nu Hij in de hemel is?

4 Liever wil ik als niet-redelijk en niet-verstandig gebrandmerkt worden, dan dat ik geloven zou in wonderen die een leer zouden bevestigen die geheel in tegenspraak is met de leer van de Bijbel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen