IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Ons blad een open gesprek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons blad een open gesprek

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Steeds meer is ons blad een open gesprek geworden. Er is bijna geen artikel meer of het haakt in op de mening van een ander, meestal op een brief van een abonnee.

Telkens flitst in ons blad woord en wederwoord heen en weer. Daardoor is ook langzamerhand onze gespreksstof ruimer geworden. Allerlei vragen die vooral de reformatie raken, komen aan bod. Wij menen dat dit de leesbaarheid van ons blad verhoogt, en dat daardoor gemakkelijker de eenzijdigheid van ons blad vermeden wordt.

Deze wijze van redaktie stelt echter hoge eisen, aan ons zowel als aan u, lezers. Aan ons: we moeten proberen goede gespreksleiders te zijn en ieders mening behoorlijk tot zijn recht te laten komen. We moeten elkaar volledig laten uitpraten. We moeten zelfbeheersing betrachten en het kalm verdragen als de lezers soms ook ons om de oren slaan. U hebt wel gemerkt dat ik ook brieven opneem, waarin men mij duchtig de les leest. Dat is goed. Ik ben wel gespreksleider, maar overigens ook iemand die aan het gesprek deelneemt en dus ook wel eens dingen zegt, waarvan je later moet erkennen - meestal als een ander je erop gewezen heeft -: inderdaad, dat was niet juist, dat was ongenuanceerd, dat was te scherp van toon, enz.

Het is ook moeilijk, omdat we toch ook weer beperkingen aan onze gespreksstof moeten opleggen. We kunnen niet alle onderwerpen aansnijden. We kunnen wel een heel eind van ons eigenlijke onderwerp „Reformatie—Rome” afdwalen, maar we moeten toch ook vermijden dat we verzeild raken in allerlei onvruchtbare diskussies over vragen binnen het protestantisme, waar men al eeuwen lang over bezig is.

Een van de moeilijkste dingen is daarbij de juiste toon. Telkens weer verwijt men mij, dat ik te scherp, te fel, van toon ben. En dan onderzoek ik mijzelf, maar eerlijk, ik kan toch moeilijk inzien, hoe het anders zou moeten. Vergeet niet: een blad kan wel dicht de sfeer van een gesprek benaderen, maar nooit helemaal. Wanneer je bij elkaar zit, dan blijkt wel uit heel je houding dat je niemand wilt kwetsen, maar als je je overtuiging zwart op wit neerpent, dan staat het daar, los van je persoon, los van de liefde waarmee je het had willen zeggen. D'e enige manier om er dan wat mildheid aan te geven, zou zijn: je overtuiging afzwakken of voor een gedeelte verzwijgen. Maar dat mag toch immers ook niet. De verschillen zijn zo diep en zo ingrijpend.

Als ik eerlijk ben, moet ik schrijven dat de heilsweg die Rome op het concilie van Trente heeft gedogmatiseerd, een onheilsweg is, nl. de weg der werken, waardoor wij, na eenmaal gerechtvaardigd te zijn, de hemel waarlijk zouden moeten verdienen. In welke woorden je dat ook inkleedt, het blijft hard om tegen een kerk te moeten zeggen: U predikt een weg, die, als men die konsekwent volgt, naar de eeuwige ondergang voert. Ik weet het: er zijn heel wat protestanten die uit oecumenische vriendelijkheid dat maar verzwijgen. En ik kan daar inkomen. Het is en blijft hard om zo iets tegenover medemensen te moeten zeggen. Maar eenmaal zal de Here ons rekenschap vragen, of wij Zijn getuigen zijn geweest of niet. Wij mogen op de vraag: Hoe wordt de mens behouden? geen ontwijkend antwoord geven, niet uit angst voor brandstapel, concentratiekamp of dood, maar evenmin uit angst voor verbreking van de vriendelijke sfeer, uit angst om als kleinzielige anti-papist te worden gebrandmerkt.

Zulk een open gesprek stelt ook hoge eisen aan de lezers. Er zijn mensen die meteen kwaad weglopen, als je het niet voor de volle honderd procent met hen eens bent. Zij voelen het als een persoonlijke belediging aan, wanneer je tenslotte toch meent met hen van mening te moeten verschillen.

Anderen zijn bang. Ze willen alleen maar de oude vertrouwde klanken horen. Ze sluiten zich op in hun eigen kringetje. En vergeten de geweldige boodschap: „Gaat dan heen, onderwijst al de volken”. Gaat dan heen. . . . Dat wil zeggen: Probeer je in te denken in de ander, in zijn moeilijkheden, in zijn vragen. Tracht dan dat kluwen te ontwarren met het rijke woord van het Evangelie.

Lezers, er is een wereld in nood! Gods naam wordt aangerand. Blijft dan niet zitten in de gemakkelijke stoel van overgeërfde gewoonten, van traditionele stellingen, van geijkte termen. „Want het Woord Gods is levend en krachtig!”

Een open gesprek. Ja, maar dat altijd weer eindigt met de heenwijzing naar die Ene, die Machtige en Lieflijke tegelijk, die ons altijd weer boeien blijft door Zijn leven, Zijn licht, Zijn vertroosting en ons tot Zich trekt door Zijn Woord en Geest, die Ene: Jezus Christus, die in het midden is van hen die in Zijn naam vergaderd zijn, ook dus in het midden van ons, de grote familie van de I.R.S., want ook wij komen in ons blad samen, en voeren dit open gesprek in Zijn Naam.


In ons volgend nummer: Gesprek met professor Brugmans van het Europacollege te Brugge over het biechtgeheim

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1968

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Ons blad een open gesprek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1968

In de Rechte Straat | 32 Pagina's