IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Uittocht uit Rome

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uittocht uit Rome

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De laatste dagen zijn weer spannend geweest. Twee priesters mochten wij helpen en we staan in kontakt met een andere priester en een kloosterbroeder, die nog moeten uittreden.

Ik werd opgebeld door een abonnee uit Hilversum. Deze had weer een kennis in Zwitserland. En langs deze weg werden wij attent gemaakt op een Belgische priester, die reeds het vorig jaar was uitgetreden, maar moedeloos een beetje rondsukkelde zonder duidelijke perspektieven voor de toekomst.

Ik schreef hem meteen, dat wij gaarne bereid zijn hem te steunen vanuit ons ex-priesterfonds. Wij willen, zo schreef ik namens onze stichting, u helpen om een weg te vinden in het maatschappelijk leven. Zelfs willen wij eventueel uw studiekosten betalen, als u predikant of evangelist wilt worden. Maar in dat geval moet het vaststaan, dat u ook werkelijk daartoe geroepen bent. En om dat te kunnen weten, heeft een priester rust en bezinning nodig. Het is onze overtuiging dat een priester over het algemeen niet binnen een jaar na zijn uittreden zekerheid kan hebben, dat God hem roept tot een pastoraat in de reformatorische kerken. Daarvoor zijn zijn psychische spanningen rond de overgang meestal te groot geweest.

Daarop ontving ik een brief in het Frans, waarvan ik gedeelten hier vertaald laat volgen, met weglating van allerlei details.

Cher ami,

Ik verkoop nog liever veters....

Heel hartelijk dank voor uw brief, zo onverwacht en zo stralend van christelijke liefde....

Op .... heb ik de onherroepelijke beslissing genomen. Ik heb de grote genade gehad om niet mijn geloof te verliezen en ik had besloten om mijn laatste spaarcenten er aan te besteden om mij te verdiepen in de leer van de Bijbel.

.... De .... kerk te .... wilde helpen en bood mij .... frs per maand aan, maar ik kon dat beslist niet aannemen. In de eerste plaats voel ik mij nog niet geroepen tot predikant, en vervolgens, hoe kan ik nu al een beslissing nemen voor een kerk. Ik weet er immers nog zo weinig van. En zolang blijf ik liever eenvoudig evangelisch christen.

C'est Cbrist que je cherche et celà audelà de toute association humaine. — Het is Christus die ik zoek en ik zoek Hem boven elke menselijke organisatie uit.

Ongetwijfeld is er een kerk nodig. Wij moeten ons aansluiten bij broeders. Maar waarom moet men zich daarvoor verkopen?

Ik was zeer ontmoedigd toen ik moest konstateren, dat elke hulp die mij werd aangeboden, meteen verplichtingen aan een bepaalde kerk met zich mee zou brengen.

En op dat punt ben ik onwrikbaar. Ik ga nog liever veters verkopen langs de deuren dan mij te laten inspinnen eenvoudig door een kwestie van geld.

En daarom heeft uw aanbod mij zozeer aangegrepen. Dat is pas echte evangelische broederliefde.

Het is wel bij zonder triest zo iets te vernemen. Ons blad wijst op de afdwalingen van Rome, maar wil ook de feilen van de reformatie niet verbloemen. Dit is wel een zeer miserabel voorbeeld van kerkelijk egoïsme. Waarom heeft men deze priester dan niet naar ons interkerkelijk ex-priesterfonds verwezen? In .... weet men toch vermoedelijk wel van het bestaan daarvan af. Waar om laat men dan zo'n priester voortsukkelen, als men geen onmiddellijk profijt van hem kan trekken voor de eigen kerk?

Ga uit uw land!

„De Here nu zeide tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maagdschap en uit uws vaders huis naar het land dat Ik u wijzen zal” (Gen. 12:1).

Een andere abonnee zond mij een brief van iemand uit Spanje - laten we hem Almeida noemen, want zijn eigenlij ke naam kan beter verzwegen worden - die schreef ,dat een priester aldaar wilde uittreden en of zij daar gaan oplossing voor wist.

Ik schreef namens de stichting aan Almeida: Laat deze priester maar komen. Het beste is dat hij naar Brussel gaat en daar voorlopig onderdak krijgt bij de Bijbelschool van de Belgische Evangelische Zending. Bovendien zijn wij bereid om elke priester, die om des gewetens wille de r.-katholieke kerk wil verlaten, te helpen.

Daarop ontving ik van Almeida een brief in het Engels, waaruit ik enkele gedeelten hier weergeef:

Dank aan de lezers van „In de Kechte Straat”.

Ik kan u niet zeggen hoe blij ik was met uw brief. Het is geweldig dat uw stichting zozeer door reformatorische broeders en zusters gesteund wordt, dat zij hulp kan aanbieden aan elke priester die in gewetensnood verkeert. Ik ben er zeker van, dat als dit bericht in Spanje bekend zal worden, er meer dan één Spaanse priester naar de Bijbelschool van Brussel zal komen. Er zijn heel wat Spaanse priesters, die de rooms-katholieke kerk willen verlaten, als ze maar zeker zijn dat ze niet van honger omkomen buiten die kerk.

Ik sprak met kapelaan X. en gisteren schreef hij mij, dat hij nu besloten had om de rooms-katholieke kerk de volgende week te verlaten. Ik heb hem het adres van de Bijbelschool in Brussel gezonden en hij wil er nu zo spoedig mogelijk naar vertrekken. Hij vroeg mij u te verzoeken om naar de direkteur van de Bijbelschool te schrijven, opdat hij daar verwacht wordt en zich op zijn gemak kan voelen.

Om Spanje gemakkelijk te kunnen verlaten, zal hij hier als priester vandaan gaan en zodra hij dan in de Bijbelschool is aangekomen, zal hij dan zijn priesterkleding willen verwisselen voor een burgerpakje. Hij zal een exemplaar van „In de Rechte Straat”, dat u mij toezond, meenemen als herkenningsteken.

Kapelaan X. kon mij nog niet de juiste datum van zijn vertrek mededelen. Hij denkt dat het 29 of 30 april zal zijn.

Telegram uit Spanje.

Intussen werd in Brussel alles geregeld om onze vri end zo hartelijk mogelijk te ontvangen na dit spannende Abrahams-avontuur.

Op zat erdag, 29 april, ontving de Bijbelschool een telegram van kapelaan X., dat hij de volgende dag om 2 uur 12 in Brussel zou aankomen. Maar wieer verscheen, geen kapelaan X.

De direkteur van de Bijbelschool schreef mij: „Hij is nog niet verschenen, alhoewel wij drie verschillende treinen in het Zuid-station hebben afgewacht. Wij vragen ons af of hij niet in Spanje aangehouden werd voordat hij het land kon verlaten. Wij houden ons ter uwer beschikking en hopen hierin van hulp te kunnen zijn”.

Op 2 mei kwam het telefonisch bericht uit Brussel, dat onze vriend veilig was aangekomen.

De vol gende dag ontving ik een brief van kapelaan X., die hij nog vanuit Spanje had verzonden, waarin hij mededeelde: „Volgens uw aanwijzingen hoop ik in Brussel te arriveren op 2 mei om 12 uur en ik zal dan het blad in de hand houden. — Weldra ga ik Spanje en de rooms-katholieke kerk verlaten om met mijn gehele hart het zuivere Evangelie te volgen van Jezus Christus, mijn enige en persoonlijke Zaligmaker”.

Op onze vergadering.

Deze priesters verschenen op onze vergadering van 8 mei, waar wij een lang en broederlijk gesprek met hen hadden.

Vooral het geval van onze Spaanse kapel aan vroeg veel aandacht. We zijn wel drie uur bezig geweest met het wikken en wegen van de beste oplossing. Wij stelden hem allerlei mogelijkheden voor, waarover hij dan zelf weer moest nadenken. Want wij willen uit principe aan een priester nooit een bepaalde richting opdringen. Zij moeten zoveel mogelijk zelf hun weg kiezen.

Als tolk trad op de Argentijnse student aan de theologische hogeschool van Kampen, br. Millenaar. Kapelaan X. sprak n.l. alleen maar Spaans en een beetje Frans en verder Latijn. Dat sprak hij heel wat vlotter dan ik. Je merkt toch wel dat zo'n taal zo gauw naar je achterhoofd verhuist. Wel bleek daaruit weer even de perfekte organisatie van de rooms-katholieke kerk, die een eigen internationale taal er op na houdt, waardoor priesters van welke nationaliteit ook elkander steeds enigszins kunnen verstaan.

Vanzelfsprekend werden beide priesters geheel voor rekening van ons ex-priester-fonds genomen.

De alomtegenwoordige macht van Rome.

Kapelaan X. vertelde ons hoe hij tot het zuivere Evangelie was gekomen. Een spannende geschiedenis met lijnen die lopen via .... en de Spaanse Evangelische Zending naar „In de Rechte Straat”. Deze protestantse internationale en interkerkelijke samenwerking was zeer treffend.

Ja, het was machtig om van hem te vernemen, hoe hij door een brochure van expater Chiniquy tot het vermoeden van de ware bedoeling van het Evangelie kwam. En hoe hij daarna via een relatie uit .... allerlei reformatorische lektuur ontving, waarin hij zich verdiepen kon en waardoor hij de heerlijkheden van Gods Woord nog meer verstaan kon.

Maar de aarzelende samenwerking onder de protestanten haalt het niet bij de organisatie van Rome met haar alziende oog over heel de wereld. Dat bleek ook nu weer.

Kapelaan X. was nog geen vier dagen in Brussel of reeds werd er bij de Bijbelschool aangebeld door een pater Jezuiet, die het hoofd bleek te zijn van een Jezuietenklooster in Brussel. Hij zei: Hier is een Spaanse priester en ik wil hem spreken.

Kunt u begrijpen, dat de direkteur van de Bijbelschool wel een beetje nerveus werd. Hoe zijn ze daar zo gauw achter gekomen?

Hij deelde dit bezoek mee aan onze ex-priester, maar deze weigerde om deze vertegenwoordiger van de rooms-katholieke internationale te ontvangen. Hij verlangde naar rust en bezinning.

Verraad?

De vraag die ons bezig hield, was: Hoe heeft Rome dit zo snel achterhaald? Kapelaan X vermoedde dat de vork zo in de steel zat. Een predikant van Spanje had hem het adres gegeven van een Spaans meisje, dat ook tot de reformatie was overgegaan en daarom het land had verlaten. Kapelaan X. had haar een brief geschreven, waarin hij mededeelde, dat ook hij de rooms-katholieke kerk had verlaten en op de Bijbelschool verbleef. Hij stelde haar voor om hem eens te bezoeken en zo elkanders geestelijke ervaringen uit te wisselen. Hij kreeg echter geen antwoord. Na het bezoek van de pater Jezuiet ontdekte men, dat het jezuitenklooster in dezelfde straat ligt als waar het meisje woont. — Wat was er nu gebeurd? Heeft de post de brief per vergissing verkeerd bezorgd? Dat is niet erg waarschijnlijk. De meest voor de hand liggende verklaring is, dat dit meisje zich in Brussel toch eenzaam heeft gevoeld vanwege gebrek aan kontakt met Spaanse broeders en zusters in het geloof. In zulk een verlatenheid krijgt de Boze alle kans. Dan begint ook het door Rome in de jeugd gevormde gevoelsgeweten te werken en het alleenzijn wordt omgezet in schuldbesef, omdat men deze machtige kerk de rug heeft toegekeerd. En zo is dit meisje dan waarschijnlijk weer gaan aankloppen bij de priesters en zo is zij er nu zelfs toe overgegaan om deze overigens goedbedoelde - daar twijfelen we geen ogenblik aan - verradersdienst aan de jezuieten aan te bieden.

De dienst van de warme liefde.

En onwillekeurig komt bij ons dan de dankbaarheid op dat we leven in een tijd, dat een protestantse Bijbelschool aan een vertegenwoordiger van de machtige jezuitenorde de toegang tot een ex-priester kan ontzeggen, omdat deze dit bezoek niet op prijs stelt. En ook, dat verreweg de meeste rooms-katholieke priesters het ook niet meer zouden willen dat zulk een uitgetreden priester met geweld aan een soort hersenspoeling zou worden onderworpen.

En een tweede les uit de ommezwaai van dit Spaanse meisje: Het is van het grootste belang dat uitgetreden rooms-katholieken, vooral priesters of kloosterlingen meteen in een warme sfeer van evangelische liefde worden opgevangen.

Het is daarom ook, dat wij nu meteen aan het zoeken zijn geslagen om kapelaan X. nu naar een Bijbelschool te zenden, waar hij de volle uitwisseling van ervaringen en gedachten kan hebben met andere Spanjaarden die dezelfde weg gingen. Bidt daarom voor een spoedig welslagen van deze pogingen. Want wanneer men de taal van de omgevi ng waarin men verkeert, maar weinig verstaat, dan voelt men zich eenzamer dan ooit.

Bidt voor hen die nog strijden.

Terwijl wij dit schrijven staan wij in kontakt met een kloosterbroeder en een priester, die willen uittreden.

De kloosterbroeder heeft reeds een deel van zijn „bezittingen” in veiligheid gebracht bij de predikant van de stad, waar het klooster ligt. Al twee keer is er een dag voor zijn uittreden vastgesteld, maar iedere keer kwam er iets tussen. En dan is er nog een andere priester, die ook via „In de Rechte Straat” kontakt zocht met een predikant. Door omstandigheden kan hij pas over enkele weken zijn ambt neerleggen.

Reformatorische broeders en zusters, u kunt het moeilijk helemaal aanvoelen, wat zo'n breuk met de rooms-katholieke kerk voor een priester en kloosterling betekent. Het is dan of er een scheur gaat door je diepste wezen. Het is niet alleen een kwestie van durf. Het is ook een gewetenskwestie. Wij lezen immers in de Bijbel op welk een verschrikkelijke wijze anderen ons geweten kunnen misvormen. „Ja, de ure komt, dat een ieder, die u doodt, zal menen Gode een heilige dienst te bewijzen” (Joh. 16:2). Wij maken daar gemakkelijk van: Neen, die mensen menen dat niet. Ze weten het heel goed. Maar Jezus zegt uitdrukkelijk, dat deze mensen het wel menen.

Protestanten kunnen dikwijls moeilijk begrijpen, dat de priesters, en vooral de bisschoppen, kardinalen en pausen te goeder trouw kunnen zijn: ze hebben toch de duidelijke Bijbel voor zich?

Heus, neem dat van ons aan. Wij, priesters, meenden het volkomen oprecht. Zeker, er zijn er ook onder, die maar wat huichelen. Maar dergelijke menden vind je overal, ook onder de protestanten.

Het is het rooms-katholieke stelsel, dat de gewetens van de mensen misvormt, zozeer dat ze menen Gode een heilige dienst te bewijzen door eerder naar de uitspraken van de pausen te luisteren dan naar het klare Woord van God zelf in de Schrift.

Bidt en offert.

Mogen wij weer eens ons ex-priesterfonds in uw aandacht aanbevelen? De verspreiding van ons blad om de drie maanden onder de priesters van Nederland en België begint nu haar vruchten af te werpen, maar kost ook enorme sommen.

En dan de kleding en het levensonderhoud van de reeds uitgetreden priesters. Maar ik ga niet bedelen. Dat is niet prettig voor de ex-priesters die wij steunen. En .... het is ook niet nodig. Ik heb het al zo dikwijls gemerkt: Als men de protestantse christenen van Nederland kan overtuigen, dat er ergens nood is, waar geholpen moet worden, dan komt het geld er altijd. Dan hoeft men heus geen loterijen of tombola's te organiseren.

En bovenal: „En Abraham ging en nam de ram en offerde hem ten brandoffer in plaats van zijn zoon. En Abraham noemde die plaats: DE HERE ZAL EK IN VOORZIEN” (Gen. 22:13 14).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1961

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Uittocht uit Rome

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1961

In de Rechte Straat | 32 Pagina's