IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

DE EERLIJKE BLIJDSCHAP DIE IN DE HERVORMING WEER BOVEN MOCHT KOMEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE EERLIJKE BLIJDSCHAP DIE IN DE HERVORMING WEER BOVEN MOCHT KOMEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

"In U zal ik mij verblijden", Psalm 9:3a

Mensen die geloven kennen blijdschap Neen, dat is niet het enige dat ze kennen. Gelovige mensen kennen ook verdriet en zorg en strijd en nood. Doch blijdschap is hun eveneens bepaald niet onbekend. Al kent de ene gelovige meer blijdschap dan de andere. En het ene moment is de blijdschap groter dan op het andere moment. Er is ook wat dat betreft allerlei onderscheid en variatie. En die kunnen samenhangen met de leiding van God in ons leven. Ze kunnen ook te maken hebben met de wijze waarowij onze geloofsverantwoordelijkheid verstaan. Laten wij veel ongeloof toe in ons leven dan zal er weinig blijdschap zijn. Beoefenen we daarentegen veel geloof dan zal er meer blijdschap wezen.

Beslissend is dat het gaat om blijdschap in de Heere. Wie geloofsblijdschap laat afhangen van de omstandigheden waarin hij verkeert, is fout bezig. Hij zal blij zijn bij voorspoed, doch in de put zitten bij tegenspoed. Wie echter de blijdschap enkel zoekt in de Heere, kan blij zijn in voor- en tegenspoed. Want hij richt zich geheel en al op de Heere. En dat heeft weer alles te maken met vertrouwen op God alleen. Dat we alle dingen van ons leven in de hand van God hebben leren leggen. Alle zorgen en noden betreffende het aardse leven hebben we uit eigen handen overgegeven in de hand van de Heere. Alle zonde en schuld eveneens. Zodat we ons voor tijd en eeuwigheid in de hand des Heeren weten. We eren God in alle facetten van ons leven door ons restloos op Hem te verlaten.

Ondertussen betekent dit wel dat we hierbij alles buiten God vaarwel hebben gezegd. Zelfvertrouwen en vertrouwen op mensen is er niet bij. En we verwachten het ook niet van deze wereld of van de omstandigheden.

Laat staan dat we het verwachten van de machten uit de afgrond. De duivel en zijn trawanten hebben in alles het nakijken in ons leven. Met lede ogen moeten ze aanzien dat we niets met hen te maken willen hebben. Dat we hen afgezworen hebben. Dat al hun trucs en listen niet gelukt zijn. Dat zelanger. In beide gevallen kan het heel moeilijk worden voor hen die geloven, bot hebben gevangen op alle fronten. En dat maakt hen woest. Ze worden razend en stellen alles in de weer om ons te plagen en het leven zuur te maken. Ze doen dat door direct in ons hart hevige strijd te veroorzaken of door mensen in te schakelen die zich laten gebruiken als hand. In beide geallen kan het heel moeilejk worden voor hen die geloven.

En toch, hoe moeilijk ook, wie echt in het geloof staat laat zich ook dan niet uit het veld slaan en blijft in geloof op de Heere alleen vertrouwen. Hij werpt zich des te meer op de Heere neer om op Hem geheel te steunen en te hopen. Kijk en dan is er uitzicht op blijdschap in de Heere. Want de Heere laat dit geloofsvertrouwen niet in de kou staan. Hij troost en verblijdt zodat we gaan verstaan dat alle bozen en alle vijanden des Heeren het onderspit zullen delven. In de verzen 4 t/m 7 van deze psalm wordt daarvan op indrukwekkende wijze gesproken. We mogen geloven dat we overwinnen zullen met de Heere. En dat geeft onuitsprekelijke blijdschap. We weten dat we na een nacht zo zwart zo dicht zullen mogen wandelen in het licht van Gods gunst en liefde.

En bij voorbaat, nog voor de nacht echt voorbij is, verheugen we ons reeds. Want het vertrouwen dat de nacht voorbij zal gaan is zo sterk datgen uitgieten en dat Hij het dan allemaal van ons af zal nemen … het op zich zal nemen om het weg te dragen tot onze troost en blijdschap. Dat Hij Zijn Vaderarmen wagenwijd voor ons zal openen om ons aan Zijn liefdehart te drukken en ons daar te koesteren zodat we mogen uitrusten in onzegbare vreugde. vreugde over het komende licht ons reeds vervult. Tegelijk is er verlangen naar dat licht. We verlangen met een groot en sterk verlangen naar het einde van de nacht vol strijd en vragen en nood. Doch het is een verlangen waar de vreugde reeds bij is ingebouwd. Het is een zoet verlangen vol hoop en blijdschap. En diep op de bodem van ons hart gloort het licht dat ons uitzicht geeft op volle accoorden van blijdschap. Dat er een doorbraak zal komen waarin we met al ons verdriet en met al onze strijd en nood bij de Heere zullen mogen schuilen. Dat we het als het ware bij de Heere mo uitgieten en dat Hij het dan allemaal van ons af zal nemen ... het op zich zal nemen om het weg te dragen tot onze troost en blijdschap. Dat Hij Zijn Vaderarmen wagenwijd voor ons zal openen om ons aan Zijn liefdehart te drukken en ons daar te koesteren zodat we mogen uitrusten in onzegbare vreugde.

Inderdaad, in U Heere zal ik mij verblijden. Dat is mijn diepe wens. Dat is ook mijn vast en stil vertrouwen. Want ik heb alle dingen van mijn leven uit handen gegeven en geheel tot Uw zaak gemaakt. Dan zult U ook niet rusten tot U heel mijn leven hebt opgeklaard tot Uw eer en tot rijke zegen voor medemensen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 1997

In de Rechte Straat | 28 Pagina's

DE EERLIJKE BLIJDSCHAP DIE IN DE HERVORMING WEER BOVEN MOCHT KOMEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 1997

In de Rechte Straat | 28 Pagina's