"Maar laat verblijd zijn allen die op U betrouwen" (Psalm 5:12a)
Blij zijn is in het geloofsleven een zeer wezenlijke zaak. Geloven zonder blijdschap is ondenkbaar. Immers, geloven heeft te maken met het ontvangen van de eeuwige blijdschap hierboven in de hemel. En op aarde mogen gelovige mensen reeds de eerste beginselen van die hemelse blijdschap leren.
Vandaar dat het nodig is om te bidden voor blijdschap, zoals in de tekst voor deze meditatie gedaan wordt. De dichter van Psalm 5 heeft daar ook alle reden voor, want hij heeft het te kwaad met allerlei mensen die niet om God of gebod geven. Het zijn mensen die door leugen en bedrog zichzelf bevoordelen. Zozeer zelfs dat David zich door hen bedreigd voelt. Hij proeft hun vijandschap als allereerst vijandschap tegen God en vervolgens als vijandschap tegen hemzelf omdat hij tot de "fijnen" behoort. En de vijandschap tegen God doet David het meest pijn. Daarom vraagt David in vers 11 aan de Heere of Hij hen in Zijn oordeel wil straffen, of Hij hun boze plannen wil verijdelen, of Hij hen als kaf wil wegblazen. David vraagt of de Heere hen een toontje lager wil laten zingen. Daarentegen bidt hij of de Heere allen die geloven op de juiste toonhoogtewil brengen, zodat ze op verhoogde toon gaan zingen.
Allen die geloven worden in de tekst aangeduid als mensen die op U (God) betrouwen. Het zijn de mensen die het niet verwachten van ellebogen-tactiek, zichzelf bevoordelen ten koste van anderen is hun vreemd, door liegen en valse praat dingen naar zich toehalen staat niet in hun woordenboek. Ze gaan recht door zee en verwachten ondertussen alles van de Heere alleen. Het zijn de mensen die elders in de Bijbel de zachtmoedigen genoemd worden. Ze weten van overgeven en loslaten. Hun trotse ik heeft leren buigen. Ze zijn gewillig gemaakt om alles in Gods handen te leggen. Ze verwachten alle hulp en steun van God alleen. Ze weten dat dit de beste manier is om door het leven te komen. Bovendien denken ze er gedurig aan dat ze dit leven een keer moeten verlaten en dat ze dan rekenschap af moeten leggen voor de Rechter van hemel en aarde. Hoe zal dat goed kunnen aflopen? Maar op ꨮ manier, namelijk door te betrouwen op genade alleen.
Daarom is betrouwen op God, waar de tekst over spreekt, niet los te maken van betrouwen op genade. Genade en geen recht. En dat is een diepe les. Wij spreken vaak al te gemakkelijk over betrouwen op God en vergeten dan de tegenhanger ervan, namelijk alle onbijbelse zelfvertrouwen opgeven. Vertrouwen op God vraagt een offer. Het grootste offer dat van ons gevraagd kan worden, namelijk alle zelfhandhaving in eigen visies en standpunten op het altaar leggen. Pas dan immers zullen we steunen op de Heere en Zijn Woord allebei. We betrouwen op Hem. En dat betrouwen is bepaald niet altijd een effen zeespiegel. Daar is de golfslag van aanvechting, daar kunnen zelfs huizenhoge golven van beproeving zijn. En dat is niet leuk. Dan ben je heus niet altijd blij. Dan loop je het risico de moed weieens een keer te laten zakken. En nu verstaan we ook het gebed in onze tekstwoorden, namelijk: "Maar laat verblijd zijn allen die op U betrouwen". David wil zeggen: "Heere, laat allen die het van U alleen verwachten niet in mineur-stemming door het leven gaan, maar geef een loflied in hun hart en op hun lippen". De blijdschap waar David om bidt voor de gelovigen is geen blijdschap van lol en leut of de bloemetjes buiten zetten. Het gaat David om blijdschap in de Heere, dat wil zeggen om blijdschap over hulp en uitredding die de Heere gegeven heeft.
Om die blijdschap bidt David voor allen die op de Heere betrouwen. Om die blijdschap mogen ook wij bidden voor onszelf en voor allen die het van God alleen verwachten.
En we vragen: "Heere, wil ons en allen die op U alleen bouwen, steeds weer blijdschap in het hart geven door de kracht van de Heilige Geest.
Zodat we opluchten omdat we alle lasten bij U kwijtgeraakt zijn."
Dan is het goed, waar we ook gaan of staan.
Bovendien breekt die blijdschap ons niet bij de handen af wanneer we sterven, zoals gebeurt met alle lol en leut en de bloemetjes buiten zetten. De blijdschap in de Heere blijft zelfs dwars door de dood heen en mag voortgezet worden in de eeuwige vreugde hierboven. Allen die zonder zich te bekeren voort blijven gaan met ellebogen-tactiek en zelfhandhaving, zullen van de regen in de drup terecht komen. Eeuwig jammeren en huilen zal hun deel zijn.
Allen die als ware zachtmoedigen het van de Heere alleen verwachten zullen reeds in dit leven mogen zingen: "Laat ons verheugd, van zorg ontslagen, Hem roemen Die ons blijdschap geeft" (Psalm 118:12 ber.). Tevens mogen ze weten dat er hierboven geen enkele zorg ooit nog zal zijn. Wat overblijft is: "Hem roemen Die ons blijdschap geeft". Wat een toekomst. Halleluja. Amen.
Leerdam
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1996
In de Rechte Straat | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1996
In de Rechte Straat | 24 Pagina's
