GEEN ANDER EVANGELIE

"Ik verwonder mij, dat gij zo haast wijkende van Degene, Die u in de genade van Christus geroepen heeft, overgebracht wordt tot een ander evangelie. Daar er geen ander is; maar er zijn sommigen, die u ontroeren en het Evangelie van Christus willen verkeren." (Gal. 1:6,7)

Het ging in Galatië niet goed met de gemeenten. Na het vertrek van Paulus zijn er andere leraren gekomen. Mannen die het beter menen te weten. In de prediking van Paulus had centraal gestaan: de verlossing uit genade, alleen om het Borgwerk van Christus. Maar die dwaalleraren stellen daartegenover, dat het geloof in de Heere Jezus wel goed en wel nodig is, maar dat het niet genoeg is. Daar moet van onze kant ook nog wat bij. Wie een christen wil zijn, moet zich laten besnijden. En die moet de hele wet van Mozes onderhouden, niet alleen de tien geboden, maar ook de voorschriften voor de tempeldienst en alles wat daarmee samenhangt. Het is dus: Christus plus nog iets, genade plus nog iets. Zo stellen die Joodse leraren het - we noemen hen wel: Judaïsten. Helaas hebben de Galaten zich door die dwaalleraren laten beïnvloeden en laten meetrekken. Ze hebben zich tot de werken der Wet laten brengen, alsof die de weg tot het heil voor hen zouden zijn (of een stukje van die weg). Dit is een ontstellende situatie. Deze vermenging van Wet en Evangelie is zeer gevaarlijk. Hier staat niets minder op het spel dan het zuivere Evangelie van Christus.

Paulus is bezorgd en hoogst verbaasd over deze ontwikkeling.

Hij schrijft: "Ik verwonder mij" - en deze woorden zijn afkeurend bedoeld. Het is alsof hij wil zeggen: "Hoe is het in de wereld mogelijk!" Er leeft een mengeling van boosheid en verdriet in het hart van de apostel. Hij kan het zich eigenlijk niet voorstellen dat men zo snel tot verval gekomen is. De verbazing van de apostel is daarom zo groot omdat de Galaten geroepen waren in de genade van Christus.

Dit roepen is meer dan een nodiging tot het heil. Het is een krachtdadige roeping geweest. Gods roeping heeft in hun leven effect gehad. De prediking van Paulus was door de Heere als middel gebruikt om hen tot het geloof in de gekruisigde Christus te brengen.

De Heere was metterdaad het goede werk van Zijn genade in de harten van de Galaten begonnen. En dan toch dit ontstellende verval bij deze mensen?

Dit leert ons dat geen kerkverband en geen plaatselijke gemeente en geen kind van God te goed is om onder de bekoring van dwaalleer te komen. Maar de Heere laat toch nooit varen de werken van Zijn handen? Dat is - Gode zij dank - waar. Het werkt echter niet als een automaat. De Heere gebruikt de vermaningen van Zijn Woord om Zijn kinderen voor afdwalingen te bewaren of daarvan terug te brengen. En de vermaningen die Paulus hier uitspreekt laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Er zit grote geladenheid in zijn woorden. Dat is wel nodig voor deze Galaten. Want zelf menen zij dat zij nü pas het zuivere Evangelie horen. Maar in werkelijkheid wijken zij van het Evangelie af.

Paulus wil dit proces van afwijking, dat nog aan de gang is, tegengaan en de Galaten weer op het rechte spoor zien te krijgen.

Hij zegt: de boodschap waardoor jullie bekoord worden is een andersoortige, een afwijkende boodschap; ze is de naam Evangelie niet eens waard. Er is maar één Evangelie - en dat is niet een boodschap onder de vele boodschappen en zelfs niet één binnen een tweetal, maar een totaal 'unieke' boodschap. Het is de boodschap waarin Christus aangewezen en aangeprezen wordt als de enige en volkomen grond der zaligheid. Een leven uit dit Evangelie van vrije genade valt niet te combineren met een leven uit wetswerken als (gedeeltelijke) grond voor uw behoud.

Ook vandaag aan de dag moeten deze dingen gezegd worden. Vermenging van Wet en Evangelie is een groot gevaar, zowel ter rechter- als ter linkerzijde. Er zijn mensen die heimelijk bouwen op hun levensernst, op hun wetsbetrachting, terwijl ze nog nooit als een verloren mens voor God gebogen hebben, en nog nooit het wonder van genade hebben leren verstaan. Ook zijn er mensen die zich inzetten voor mens en samenleving (op zichzelf een goede zaak) en die daarin de grond voor hun eeuwig heil zoeken.

U merkt wel: die vermenging van genade en wetswerken kan zich zowel in een antiek als in een modem jasje presenteren. In beide gevallen is het een levensgevaarlijke bedreiging voor Gods kerk. Wie het met Christus als halve Zaligmaker meent te kunnen stellen, berooft Hem van Zijn eer en misleidt zichzelf.

Nee, een ander Evangelie is er niet.

Maar, zo schrijft Paulus, er zijn sommigen die u ontroeren en het Evangelie van Christus willen verkeren (verdraaien). Voor die dwaalleraren heeft hij geen enkel goed woord over. Paulus zegt niet: "die mensen stellen toch wel goede vragen, waar wij eens over moeten nadenken". Hij gaat evenmin een conferentie met deze dwalende mensen beleggen om daar enige vragen over hun opvattingen aan hen te stellen. Tegenover hen past alleen maar heilige onverdraagzaamheid.

Met de resoluutheid die bij een dienaar van Christus pas, wijst hij de dwaalleer al" en zet hij de dwaalleraren op hun plaats:

"Maar al zou het ook zijn, dat wij of een engel uit de hemel u een evangelie verkondigde buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt" (vers 8).

Er is geen ander Evangelie dan wat God ons in Zijn Woord geopenbaard heeft en wat in de tijd van de Reformatie opnieuw ontdekt is.

Dat is de goede heilsboodschap van Gods genade. Het Evangelie van de Gekruisigde en Opgestane Zaligmaker, in Wie alle heil voor tijd en eeuwigheid te vinden is.

Het Evangelie van Gods vrij en soeverein welbehagen, waarbij de Heere redenen neemt uit Zichzelf om zondaren te redden en waarbij niets van het schepsel in aanmerking komt als grond.

Het Evangelie, dat metterdaad de doodsteek is voor alle eigengerechtigheid, maar dat anderzijds dode zondaren levend maakt.

Wat wordt dit Evangelie voor het verbroken hart een goede en blijde boodschap! Nog altijd wint Gods Geest mensen voor het Evangelie in. Dan doet Hij ons het wonder verstaan dat God om Christus' wil goddelozen rechtvaardigt. Dan blijft er in ons leven geen andere roem over dan die in de vrije genade van God en in het kruis van onze Heere Jezus Christus. Wanneer wij persoonlijk de genade doorleven, buigen we diep voor God, maar tevens loven we Hem op hoge toon. Dan wijzen we elk ander 'evangelie', iedere alternatieve boodschap, hartgrondig af.

Laat Christus' kerk dit reine Evangelie bewaren! Laat zij het niet inwisselen voor een modieuze theologie, van wélke snit ook!

Dit Evangelie is nog altijd een kracht Gods tot zaligheid voor een ieder die gelooft. Laat deze goede boodschap doorklinken in de Woordbediening en laat het doorwerken in ons hart en leven! Wie het met iets anders vermengt of voor iets anders inruilt, raakt het hele Evangelie kwijt. Die mens speelt in feite met zijn eeuwig lot.

Verstaan wij het Evangelie en leven wij daaruit? Misschien moeten wij wel een heleboel van onszelf kwijtraken, o.a. onze zelfgenoegzaamheid en eigengerechtigheid. Laten wij ons er niet tegen verzetten. Het gaat om een gelukkig verlies. Een verlies dat tot grote winst leidt. Want juist in die weg van ontlediging en ontgronding maakt Christus plaats voor Zichzelf en voor al Zijn schatten en rijkdommen in ons leven. En nu is het een voortgaande zaak in het leven van al Gods kinderen, om die dierbare Christus al meer te mogen kennen, om meer en meer aan Hem verbonden te worden. Wanneer Christus door het geloof in onze harten woont, verliezen 'alternatieve boodschappen' elke glans en bekoring voor ons. Want het ene en waarachtige Evangelie vervult ons hart. En we spreken het uit: "Amen, Godd'lijk Evangelie! Amen, zegt mijn ziel daarop".

(met toestemming overgenomen uit "De Wekker" - 13 nov. 1992)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen