Meditatie door ds. R.A. Grisnigt
Meditatie door ds. R.A. Grisnigt, voorzitter bestuur IRS, gehouden tijdens de samenkomst van de comité's IRS in Barneveld, 19 maart 1988.
De apostel Petrus schrijft hier enkele raadgevingen voor de dienstknechten, die als slaaf hun heer moeten dienen.
Hoe moet een gelovige slaaf zich gedragen?
Een gelovige slaaf dient onderdanig te zijn aan zijn heer. En niet alleen de goede en bescheiden heren, maar óók de harde!
Dus óók als hem onrecht aangedaan wordt? Inderdaad:
"Want dat is genade, indien iemand om het geweten voor God zwarigheid verdraagt, lijdende ten onrechte."
Ziet, beste vrienden, wij lijden niet gaarne ten onrechte. Maar nu zegt de apostel hier, dat het genade is, wanneer wij onrecht weten te lijden!
Maar zo vraagt iemand, hoe kan God dat toelaten, dat zijn kinderen onrecht lijden? En waar zou dat goed voor wezen, wanneer ik onrecht lijd?
Ja, zegt de apostel, die vraag kan ik begrijpen en ik zal er iets over proberen te zeggen: "Want hiertoe zijt gij geroepen, omdat ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen."
Waarom dienen wij het onrecht te aanvaarden? Omdat ook Christus voor ons onrecht geleden heeft!
Want Christus heeft geen zonde gedaan, en er is geen bedrog in Zijn mond gevonden! En toch moest Hij lijden! En hoe heeft Hij Zich in dat onrecht dat Hem aangedaan werd, gedragen? Als Hij gescholden werd, heeft Hij niet teruggescholden. Als Hij leed heeft Hij niet gedreigd. "Maar Hij gaf het over aan Dien, Die rechtvaardiglijk oordeelt."
Dat wil zeggen: Hij gaf het Zijn hemelse Vader in handen, die Rechter van hemel en aarde is.
Beste vrienden, Jezus mocht het overgeven! En zo behoren wij het ook over te geven, ja, zo mogen wij het ook overgeven! Alle onrecht, dat ons wordt aangedaan, mogen wij die God overgeven, Die in Christus ook onze Vader wil zijn. Oók wanneer we moeten ondervinden, dat wij in het werk van onze stichting vaak niet begrepen worden en wij misschien voor anti-papisten worden uitgemaakt. Of als het soms moeilijk is voor de goede zaak van de Evangelisatie onder rooms-katholieken medewerking te krijgen en we teleurstellingen moeten inkasseren.
Wij behoeven dat niet zelf te verwerken, wij behoeven daar niet gefrustreerd onder te raken. Maar we mogen ook al deze dingen in Zijn handen neerleggen.
Dat is de wijze, waarop Christenen, met iets, dat hen ten onrechte verweten of aangedaan wordt, omgaan! Zij zeggen niet: Mijn kans, mijn tijd komt wel. Ze verweren zich niet met dreigementen. Zij mogen het overgeven! Zij schelden niet terug en ze staan met hun weerwoord niet klaar, maar leggen hun zorgen en verdriet hun hemelse Vader voor, die oordelen zal.
Want het oordeel is des Heeren. En Hij oordeelt rechtvaardig. Rechtvaardiger als ik! Ja, hiertoe zijn wij geroepen, omdat ook Christus voor ons geleden heeft. Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout… Kijk, de Heere vraagt hier niet iets van ons, waar Hij Zichzelf ver van houdt. Wij zien dat nog wel eens bij mensen, die zo meteen met hun oplossingen klaar staan. Zij weten precies hoe het moet, maar hebben zelf nauwelijks of nooit iets meegemaakt. Zij spreken als buitenstaanders. Gelijk de Farizeeën, die de mensen lasten oplegden, die zij zelf met geen vinger aanraakten.
Maar bij Christus ligt dit geheel anders. Die heeft Zelf niet teruggescholden, niet gedreigd. Die heeft onze zonden in Zijn lichaam gedragen. Dat maakt Zijn voorbeeld voor ons zo overtuigend!
En Hij heeft hier niet alleen het voorbeeld gegeven, maar als Hij ons daarin Zelf voorleeft, dan heeft dat óók nog eens te maken met onze zonden! Dat onrecht dat Hem overkomt hebben wij Hem dat aangedaan!
Gelijk Jacobus Revius zo treffend zegt in zijn gedicht, dat heet: "Hij droech onze smerten". Daarin zegt Revius:
"Ten zijn de Joden niet. Heer Jesu, die U cruysten…
Ten zijn de crijchs-lui niet, die met haer felle vuijsten,
Den rietstock, of de hamer hebben opgelicht…"
Wie dan wel?
"Ick bent, o Heer, ick bent die U dit heb gedaen,
lek ben de swaren boom, die U had overlaen…"
Lieve, vrienden, wat is het nodig tot deze diepe zelfkennis gebracht te worden, opdat wij het lijden van onze Heiland werkelijk verstaan zullen met betrekking tot ons eigen leven! Langs de lijdensweg van Christus kunnen geen toeschouwers staan, alleen schuldigen! Wanneer wij Christus gebukt zien onder de zware last van de kruisboom op de doorploegde rug, dan leert Gods Geest mij het verstaan, hoe daar de last van mijn persoonlijke zonden op Zijn zere schouders drukt! Christus, Die Zelf mijn zonden in Zijn lichaam gedragen heeft!
En nu klopt Hij bij mij aan en vraagt van mij, de zonden van anderen te verdragen! Neen, niet te dragen zoals Hij! Slechts te verdragen! Want wat Hij deed kunnen wij niet, maar dat behoeven wij ook niet meer te doen! Christus heeft de zonden in Zijn lichaam gedragen op het hout… Waartoe? "… opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der gerechtigheid leven zouden."
Ziet, dat kruis, daarop draagt Hij onze zonden in Zijn lichaam! Dat is het hout, waarop Hij gelegd wordt als het Offerlam, dat de zonden der wereld wegneemt. Als het zoenoffer voor de schuld. Golgotha is het altaar, waar Hij de schuld door het offer, dat Hij brengt, verzoent. Op grond van dat offer wordt er vergeving mogelijk! En omwille van dat offer mogen wij door het geloof ook vergeving ontvangen en worden wij van de Vader vrijgesproken. Dat offer betekent bevrijding. Bevrijding uit de macht van de zonde, want Hij koopt daar uit de zonde vrij. Hij sterft daar de dood, opdat wij uit de banden des doods verlost zouden zijn. En wie nu uit dat offer, uit Zijn sterven door genade leven mag, van hem kan gezegd worden, dat hij der zonde gestorven is! De zonde heeft geen grip meer op Hem! De macht van de zonde over Hem is door Christus gebroken!
Een gestorvene is niet meer aanspreekbaar. Zo zijn zij, die door genade der zonde gestorven zijn, door de zonde niet meer aanspreekbaar! Het wordt nu mogelijk der gerechtigheid te leven! Er heeft een bevrijding plaatsgevonden! Tevoren was het niet mogelijk iets goeds te doen. Wij waren onbekwaam tot enig goed. Maar nu Hij ons bevrijdt uit de macht van de zonde, wordt het ons door Hem weer mogelijk gemaakt naar Gods geboden te leven!
Door hem, van wie de apostel hier zegt: "Door Wiens striemen gij genezen zijt!" Zijn striemen, Zijn wonden werken genezend. Het bloed dat daaruit neervloeit werkt verzoenend en vernieuwend. De genezing van het hart door de Heilige Geest vloeit er uit voort! Wedergeboorte en bekering in het leven der gelovigen is er de vrucht van.
Zijn striemen…
Opvallend, dat Petrus die zo met nadruk noemt, denkende aan Jesaja 53. Want die slaven wérd onrecht aangedaan door hun heren. Zij werden letterlijk met een zweep geslagen! Zij wisten van striemen af! En nu doet Petrus juist hen denken aan Zijn striemen!
Striemen, die het lichaam schenden en wonden kunnen genezende striemen zijn! Zijn striemen werken genezend!
En met hoevele striemen wordt Zijn Kerk niet geslagen? Zijn Kerk, wat is deze anders dan Christus lichaam op aarde?
Wanneer wij geloven in Hem, zijn wij, zegt de Schrift, levende leden van Zijn lichaam!
En omwille van Zijn Naam worden wij met vele slagen geslagen! Wij worden bespot met striemende woorden, met schimp en hoon. Ja, in velerlei opzicht wordt de Kerk verdrukt!
Moeten wij ons met alle kracht verweren? Dat is de wijze der wereld, maar niet de weg van Christus en Zijn Kerk! Als wij met slagen geslagen worden, dan dienen wij het veeleer aan de hemelse Vader over te geven! En als de slagen striemen zijn omwille van Zijn zaak, dan mogen we ook weten, dat deze striemen genezen! Heilzame slagen kunnen het zijn, wanneer Hij hen gebruiken wil! Immers de beproeving werkt lijdzaamheid en de lijdzaamheid bevinding en de bevinding hoop!
Zo kunnen wij ook in het lijden van Godswege gestaald worden in het geloof. Gelijk het koper sterk wordt en zijn spankracht krijgt wanneer de koperslager er op slaat.
Daarom moeten wij ook niet direkt teleurgesteld en wankelmoedig worden, wanneer wij bemerken, dat er niet altijd evenveel begrip voor is, voor wat ons bij het werk beweegt. Wij hebben de tijd niet mee. Maar had de Kerk ooit de tijd mee? Hadden Luther en Calvijn hun tijd mee? Neen, hun geheim was het geloof! Hun vast vertrouwen, gevoed vanuit het Woord, dat zij mochten staan voor Gods zaak. Ze mochten hun zorgen de Heere toevertrouwen en leven uit de overgave aan Hem! Is die weg vandaag geen begaanbare weg meer? Wanneer de toestand der Kerk ons zorgen baart, wanneer wij zien dat geen onderscheid meer ervaren wordt tussen Rome en Reformatie, wanneer wij zien dat de schat der Reformatie niet meer wordt opgemerkt, ja als ouderwets en uit de tijd wordt afgedaan, moeten wij dan met geweld daartegen ingaan? Of moeten wij juist veel meer en veel eer letten op het Voorbeeld van die Christus, Die smaadheid gedragen heeft en schande veracht?
De slaven uit Petrus' tijd wisten wat het was onrecht te lijden! Menigeen van hen had de zweepslagen aan den lijve gevoeld! Zij stonden dichter bij die werkelijkheid dan wij! En nu wijst Petrus juist hen op de grote Dienstknecht, de Knecht des Heeren Jezus Christus! Op Diens striemen! O, hoe heeft Zijn rug gebloed! Zij hebben hun voren lang getogen! Maar geen onvertogen woord van Zijn lippen! Als een Lam dat ter slachting geleid wordt was Hij! Hij heeft niet wedergescholden, noch dreigende taal geuit!
Beste vrienden, gaan wij onze weg in Zijn voetsporen?
Want hiertoe zijt gij geroepen, dat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen!
O, die roeping hebben we óók en juist als leden van onze Stichting! Te gaan stap voor stap, voetje voor voetje misschien bij ogenblikken, maar wel in die voetstappen van onze Overste Leidsman! Hij gaf het over aan Dien, Die rechtvaardiglijk oordeelt! O, wat een vertrouwen! Vertrouwen in de God en Vader van onze Heere Jezus Christus! Is dat het, wat ons beweegt, ons het werk doet volhouden en ons steeds weer inspireert? Ja, laten wij Zijn voetstappen niet verlaten. Hoe smal het pad, hoe diep het dal! Want buiten die voetstappen zijn wij dwalende schapen! Maar als wij Hem mogen volgen in onze arbeid. Die is voorgegaan en voorgaat, dan mogen we weten: De Heere is mijn Herder, mij zal niets ontbreken!
Hij leide ons door Zijn Woord, door Zijn Geest! Hij ga ons voor en Hij doe ons Zijn voetstappen drukken! Geen andere weg dan de Zijne! laten wij als Stichting slechts in Zijn voetsporen mogen gaan! Dan alleen zijn wij als Rechte Straat in de Rechte Weg!AMEN.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1988
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1988
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
