God… HEEFT MIJ ECHT LIEF

God houdt écht van mij. Dat moogt u zeker weten, wanneer u tot het zaligmakende geloof in Christus bent gekomen.

Tegelijk zult u dan zeggen: Maar dat kan eigenlijk niet. De Heilige Geest heeft mij onder de schijnwerpers van Gods wet geplaatst. Daardoor ben ik gaan zien dat er in mij, dat is: in mijn vlees (Rom. 7:18), mijn onderbewustzijn, geen goed woont. De Heilige Geest heeft voor mijn ogen al het stof in mij doen opwaaien, het stof van mijn ikzucht, dat mijn onderbewustzijn geheel en al vervult. En hoe kan de heilige God mij dan echt liefhebben? Dat is inderdaad niet te geloven. Het geloof in die vergevende liefde van God moet u geschonken worden. De Heilige Geest wekt dat geloof in u door het Woord. Dan ziet u dat God werkelijk zo is, zo heel anders dan wij zijn. En dan kunt u niet anders dan dit geloven. van ganser harte geloven: God heeft mij werkelijk lief! Het is wel een liefde om wille van Zijn Zoon Jezus Christus. Maar het is échte liefde.

Hij heeft echt welbehagen in mij, nogmaals niet om mijzelf. Als God naar mij kijkt, moet Hij Zich vol afschuw van mij afkeren. Dan kan Hij alleen maar zeggen: Met zulk een zelfgenoegzaam, ik-gericht kereltje wil Ik niet van doen hebben.

Maar dat is nujuist het Evangelie: God kijkt niet naar mij zoals ik ben in mijzelf. Hij ziet mij aan in Christus.

God kán dat blijkbaar doen. De Bijbel zegt het en ik geloof het maar al te graag. Hij kan mij door het geloof zozeer verbinden en één maken met Christus, dat Hij steeds Zijn Zoon in mij ziet. Prijs de Heere! Halleluja! Denk u dat eens goed in!

De liefde van God is volmaakt. Het is een liefde in onvoorstelbare hevigheid. Ze heeft de schoonste trekken van de liefde in de uiterste vormen.

De liefde gunt de ander alle goed. God gunt ook mij alle goed. Hij heeft er plezier in om mij wel te doen, te vertroetelen, te verwennen met Zijn genadegeschenken. Waarom moet ik dan nog pijn lijden? Waarom is er dan nog zoveel verdriet in mijn leven? Zo zal menigeen vragen.

Omdat Zijn liefde gebaseerd is op het lijden en sterven van Christus. Dat kan en wil de Vader nooit vergeten. Dat kunnen en mogen ook wij niet vergeten. De innigheid van de liefde tussen God en mij ontspruit aan de wonden, waaruit het bloed van Zijn Zoon vloeide. De heerlijke gemeenschap met de Vader is mogelijk gemaakt, doordat de Zoon Zich liet wegstoten in de duisternis van de Godverlatenheid.

God heeft mij lief … Zie naar Hem. Zie die zuivere liefde. Zie die gloed. Zie die warmte die uit Zijn Vaderhart stroomt naar … u!

Laat die liefde in u binnenstromen. Laat uw hart smelten onder die liefde. Dompel uzelf in die liefde. Ga erin onder. Hul er uzelf in. Verzink erin. Zing ervan. Huil erom, want het is zo onzegbaar heerlijk.

En laat dan de liefde ook in u naar boven komen. Zeg het tegen de Heere: Ik heb U lief. Ik heb U nameloos lief!

De liefde verlustigt zich in de ander, eet de ander met de ogen op. Zo verlustigt God Zich in mij, vanwege het beeld van Zijn Zoon dat Hij in mij ziet, dat beeld dat Zijn eigen Geest in mij gevormd heeft.

En zo ben ook ik wèg van God. Hijgend haal ik Hem door het geloof naar mij toe. En Hij zegt: Doe dat maar! Het mag!MijnZoon heeft gezegd: Eet en drink Mij maar. Mijn lichaam, Mijn bloed. Alles is voor jou, voor jou!

En in alles mag ik dan mijn Geliefde zien. In de grote en de kleine dingen van het leven. Deze middag reed ik van Utrecht naar Velp. De zon scheen en het regende tegelijk. Gevolg: een prachtige regenboog. Mijn Geliefde zei toen tegen mij: Dat is het teken van Mijn trouw … aan jou! Ik weet dat er in jou, in je vlees, geen goed woont. Desondanks heb Ik je lief met een onvergankelijke liefde. Ik heb je voor eeuwig in Mijn handpalmen geschreven. Ik draagje voorgoed in Mijn Vaderhart mee.

Wèl zie ik altijd weer de zonde in mij, de ikzucht die haar walmen voortdurend omhoogzendt, ook over mijn bewustzijn heen. Ik haat die zonde in mij, uit de grond van mijn door de Geest vernieuwde hart, want ze is de oorzaak geweest van de dood van mijn Geliefde.

Maar het zien van die zonde is voor mij tegelijk een oorzaak van onuitsprekelijke dankbaarheid. Ik zie hoe de Vader mij desondanks liefheeft en mij in volle vergeving omhelst. En ik weet mij begenadigd in de Geliefde (Ef. 1:6). "Jezus Christus die … gij liefhebt" (1 Petr. 1:8). "God heb ik lief" (Ps. 116:1). "Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad en Zijn Zoon gezonden heeft (tot) een verzoening voor onze zonden" (1 Joh. 4:10).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen