IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

WANT IK BEN VERZEKERD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WANT IK BEN VERZEKERD

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Want ik ben verzekerd!" Voor velen is dat een grote geruststelling. Er zijn tegenwoordig allerlei soorten verzekeringen. Je kunt je verzekeren tegen heel veel onvoorziene omstandigheden. En op grond daarvan zeggen velen: „Ik maak mij geen zorgen, want ik ben verzekerd".

Als Paulus uitroept: „Want ik ben verzekerd!", bedoelt hij dat dan ook zo? We gaan na dat er wel enige gelijkenis is tussen de verzekering, waarover Paulus het heeft, én de verzekeringen in het gewone, maatschappelijke leven; maar dat er ook een groot verschil is.

I. DE OVEREENKOMST

Een paar voorbeelden:

Brandverzekering

Ik zag hoe de eigenaar zich nerveus op de lippen beet. Zijn vrouw leunde tegen hem aan en snikte het uit. Er was geen redden meer aan. Twee brandspuiten richtten hun stralen op het vuur, maar dat was eigenlijk zinloos.

Spoedig besloten ze dan ook zich vooral te concentreren op het vlakbij gelegen huis om te voorkomen dat de vlammen daar naar toe zouden overslaan.

Niet dat deze brand hen in de armoede zou storten. Ik las de volgende dag in de krant: „Verzekering dekt de schade". Met het verzekerde kapitaal hebben ze later een mooie nieuwe boerderij kunnen bouwen.

Maar al die dierbare spulletjes, die van geslacht op geslacht waren overgeleverd, al die eigenheden, de oude foto's, die prachtige doopjurk waarin grootmoeder als kind nog gedoopt was, die sierlijk bewerkte eikenhouten familiekist, alles, alles verging tot roet en as. En al waren ze dan nog zo goed verzekerd, die tere herinneringen zouden ze nooit meer, met geen goud, kunnen terugkopen.

Verzekering op grond van Christus

De ziekte had nu helemaal bezit van haar genomen. Twee jaar daarvoor had diezelfde ziekte al een aanval op haar gewaagd. Ze was toen twee keer, vlak achter elkaar, geopereerd. Toen ik weer eens bij haar was en met haar gebeden had om genezing, kwam er ineens een vreemde zekerheid over mij en voordat ik goed besefte wat ik zei, flapte ik het eruit: „Ik ben zeker dat je geneest".

En dat is ook gebeurd. Maar nu, na twee jaar, had ik een andere zekerheid namelijk dat de Heere haar bij Zich wilde hebben. Ik kon nauwelijks nog bidden om haar genezing.

We spraken over het huis des Vaders met de vele woningen, over de zaligheid dat we dan eindelijk de Heere zouden zien. Het was alsof wij dezelfde liefde tot Christus in eikaars ogen zagen blinken. We wisten ons één in Hem.

Ook zij was rooms-katholiek geweest. Ze was tot geloof gekomen toen ze 61 was, zes jaar geleden. De duivel probeerde haar vrede in Christus te verstoren. Hij fluisterde haar in:, J e hebt 61 jaar maar raak geleefd. Je trok je van God noch gebod iets aan. Denk je nu werkelijk dat die zes jaar waarin je getracht hebt wat beter te leven, daar tegen op wegen? Kom nou!"

Maar we spraken het tegenover elkaar uit: Dat is nog een rest van de roomse gedachte, die we hebben meegekregen van onze jeugd af, een gedachte die trouwens in elk mens huist.

Wij kunnen het maar moeilijk aannemen dat God niets van ons accepteert als grond voor onze zaligheid. We kunnen Paulus slechts aarzelend volgen, wanneer die al zijn goede werken die hij als vrome Farizëer gedaan had, betitelt als drek, als vuilnis, als hindernissen die hij op een hoop veegt en ze dan uit het venster van zijn ziel naar buiten kiepert.

Maar God kan krachtens Zijn volmaaktheid slechts behagen hebben in de goede werken van Zijn Zoon Jezus Christus. En slechts wanneer wij door het geloof één worden gemaakt met Christus, slechts dan en slechts daardoor strekt Zijn welbehagen zich over ons uit.

Al waren we reeds bekeerd in onze vroegste jeugd, al hadden we zestig, zeventig jaar na onze bekering braaf en vroom geleefd, dan nóg zou dat brave en vrome leven geen grond kunnen vormen, waarom God Zich in liefde naar ons zou keren. En u, lezer(es)? Wanneer u straks te horen zou krijgen dat de gevreesde ziekte al door uw hele lichaam heen gewoekerd heeft, terwijl u daar niets van wist? Wanneer men u vertelt dat de uitzaaiingen niet meer te stuiten zijn. Wanneer u tot de overtuiging bent gekomen dat niets meer helpt, ook niet de gebeden die uzelf, in de gemeenschap met anderen, hebt uitgeschreid voor de Heere.

Wat dan? Kunt ook ü dan zeggen: Het doet mij wel erg veel pijn dat ik mijn dierbaren moet achterlaten. Ik zie op tegen die scheiding die ons dan van elkaar scheurt.

Maar… ik ben verzekerd dat niets mij zal kunnen scheiden van de liefde Gods welke is in Christus Jezus, onze Heere!

Er staat: „de liefde Gods welke is in Christus Jezus", niet: de liefde Gods welke is in ons.

Zeker, „de liefde Gods is in onze harten uitgestort door de Geest, die ons is gegeven" (Rom. 5 : 5). Dat weet Paulus ook. Maar hij steunt niet op die liefde Gods in ons. Hij steunt enkel op de liefde Gods, die buiten hem is nl. die vastligt in Jezus Christus. Christus is de vleesgeworden liefde van God.

De duivel beschikte wél over een verzekeringspolis op grond waarvan hij ons naar zich kon toehalen om ons voor eeuwig te pijnigen in de hel. Paulus noemt dat „het handschrift dat tegen ons was". Maar hij zegt daarvan dat Christus dat heeft uitgewist met Zijn bloed en het vervolgens aan het kruis heeft genageld (Kol. 2 : 14).

Verzekering tegen stormschade

Hemelvaartsdag 1983, tussen half twee en twee uur in de middag. Plotseling gebeurde het. Ze hadden het niet zien aankomen. Wel was het kort te voren erg gaan waaien. Maar och, dat maak je wel meer mee in het voorjaar.

Ineens een vreemde wind. Het water spoot uit de Rijnse Vaart die vlak langs het huis stroomt, omhoog. De wervelwind had er zich als een wild dier opgeworpen. Het voltrok zich in nauwelijks twee seconden. Toen raasde de hoos verder over Utrecht.

Ze zagen hoe verschillende bomen aan de overkant van de vaart ontworteld neerlagen. Toen gingen ze ook in en rondom hun huis op inspektie uit.

De voordeurruit was helemaal ingedrukt. Een zware kist die twee sterke kerels slechts met veel moeite zouden kunnen versjouwen, was een heel eind op het balkon verplaatst. Een bloeiende appeleboom was afgeknapt als een lucifertje. Een kleine broeikas was in de vaart geslingerd en ze hebben er niets van terug gezien. Die kan daar op de bodem nu dienst doen als aquarium, zo voegden ze er lachend aan toe. Ze kónden lachen want… ze waren verzekerd tegen stormschade! Zo kan het oordeel Gods plotseling als een orkaan over Nederland en over de wereld gaan razen. Wij hebben het als Nederlands volk dubbel en dwars verdiend. De goddeloosheid en zedeloosheid neemt steeds meer brutale vormen aan. Het is alsof men de hemel tart en God uitdaagt.

Even leek het in dit voorjaar of iets van dat oordeel zich ging voltrekken, toen het maar regenen bleef en de koeien de wei niet in konden en de boeren geen aardapelen konden poten en geen zaad konden zaaien, omdat de grond te drassig was. Maar het oordeel kan zich op vele andere wijzen voltrekken. Ik zag een documentaire. Een bijenziekte werd beschreven, die uit Azië in opmars is en ook Nederland heeft bereikt. Wanneer die ziekte niet overwonnen wordt en de bijen voor een groot gedeelte zouden uitsterven, dan zou dat rampzalige gevolgen kunnen hebben. Want de vruchtbomen moeten bestoven worden door middel van de bijen. En met name werd genoemd de augurkenteelt in de buurt van Venlo. Dit zou dan helemaal geen toekomst meer hebben.

Wanneer je zulke berichten hoort, dan besef je ineens hoe kwetsbaar wij met z'n allen zijn. En dat is heus niet alleen omdat de atoombommen en -raketten staan opgestapeld die het gehele mensdom ineens vele malen kunnen vernietigen.

Bent u verzekerd tegen de stormschade, wanneer Gods oordeel eindelijk zich voltrekken gaat? Ziet u dat oordeel tijdig aankomen?

In Utrecht, temidden van de knusheid én de engheid van de huizenrijen, had men niets bemerkt. Maar in Montfoort, in de open vlakte, had men de windslurf wél zien aankomen.

Jezus spoort ons aan om ons te begeven in de ruimte Gods. Hij zegt dat, zoals wij uit het uitbotten van de vijgeboom weten dat de zomer nabij is, wij zo ook uit de tekenen der tijden kunnen opmaken dat Zijn wederkomst nabij is.

II. HET VERSCHIL

In ons juli-augustusnummer heb ik reeds op pag. 3 aangegeven dat er ook een groot verschil is tussen de heilszekerheid en het vertrouwen op allerlei verzekeringspolissen. Ik wil dat nog kort herhalen.

Ook de gelovigen kunnen vertrouwen op een goddelijke „verzekeringspolis", het genadeverbond in het bloed van Jezus Christus. De belofte die daarin vervat is, staat onherroepelijk vast. In die „verzekeringspolis" staan geen verraderlijke kleine letters, die er de oorzaak van kan zijn dat je toch nog bedrogen zou kunnen uitkomen, omdat je ze over het hoofd hebt gezien.

Maar bij een gewone verzekering wordt van onze kant nog een tegenprestatie verlangt nl. de jaarlijkse premie, die we moeten betalen. Maar van de goddelijke „verzekeringspolis" geldt:, Ja, komt, koopt zonder geld en zonder prijs" (Jes 55:1). Maar, zal iemand misschien vragen, van ons wordt toch verwacht dat wij geloven in die belofte van God. En is dat geloof dan niet te vergelijken met de premie die wij moeten betalen om de goddelijke belofte te kunnen innen?

Nee, en wel om twee redenen. In de eerste plaats, omdat geloofsvertrouwen en verdienstelijke prestatie elkaar uitsluiten. Geloven in de belofte van Christus wil juist zeggen dat je die belofte krijgt zonder enige tegenprestatie van jouw kant. Geloven betekent erkennen dat er in jezelf niets goeds is, op grond waarvan je het heil dat God in Zijn verbond belooft, deelachtig zou kunnen worden. En daarbij is het geloof zelf ingesloten.

Geloven betekent dus niet dat je meent dat God in welbehagen op je neerziet, omdat je zo mooi en zo vroom en zo zuiver gelooft. Nee, ook aan ons geloof hapert van alles.

Geloven betekent dat je overtuigd bent dat Gods welbehagen enkel op je rust vanwege iets buiten jezelf nl. vanwege het heilige leven en het verzoenende sterven van Christus.

Geloven is dus niets meer van jezelf verwachten, althans niets goeds. Dat noemt Paulus het sterven aan ons zondige „ik" (Gal. 2 : 20). Dat zondige „ik" wfl zichzelf niet opgeven. Dat wil en kan niet tot de ootmoedige erkenning komen dat het tot niets goeds in staat is en alleen maar geneigd is tot alle kwaad.

Dit sterven aan het zondige „ik" is dan ook alleen maar mogelijk, wanneer je tegelijk opstaat met Christus in het nieuwe leven met Hem.

En zo komen we aan het tweede verschil nl. dat geloof waardoor wij deze belofte deelachtig worden, kunnen we zelf niet bewerken. Dat geloof is alleen maar een reaktie op de liefde Gods, die ons in Jezus Christus geopenbaard wordt. En die reaktie kan alleen maar bewerkt worden door de Heilige Geest.

Er is nog een andere reden, waarom er ook een diep verschil is tussen de heilszekerheid en het vertrouwen op een gewone verzekeringspolis.

En dat is het feit dat aan onze heilszekerheid ten grondslag ligt dat Iemand anders nl. Jezus Christus heeft gezegd: „Want ik ben verzekerd…".

Waaruit heeft Jezus de kracht geput om in de hof van Gethsemané te zeggen: „Niet Mijn wil, maar Uw wil geschiede"? Waarom heeft Hij het kunnen volhouden aan het kruis, toen Hij daar hing dood te bloeden onder de hoon van Zijn vijanden en in de verlatenheid, zelfs van Zijn eigen Vader?

Dat was, omdat Hij kon zeggen: Ik ben verzekerd dat door Mijn lijden en sterven velen gered zullen worden van de ondergang in de uiterste duisternis en het eeuwige leven zullen deelachtig worden.

We lezen over, Jezus, die voor de vreugde die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande heeft veracht" (Hebr. 12:2).

Jezus was er zeker van dat Hij, de lijdende Godsknecht, „verhoogd en verheven, ja, zeer hoog (zou) worden" (Jes. 52: 13). Hij wist: „Als Zijn ziel Zich (tot) een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien" (Jes. 53: 10); Hij was op grond van de belofte van Zijn Vader ervan verzekerd dat, wanneer Hij als een graankorrel in de aarde zou worden gezaaid en zou sterven, Hij rijke vrucht zou dragen.

De wetenschap dat wij verlost zijn uit onze ijdele wandel, niet door vergankelijke dingen: zilver of goud, „maar door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam" (1 Petr. 1 : 18-19), maakt dat wij de heilszekerheid heel anders beleven dan de zekerheid die we hebben op grond van een verzekeringspolis.

Vanwege deze wetenschap zullen we door het geloof steeds in de ootmoedige afhankelijkheid van Gods genade leven.

Geloven is altijd weer opzien naar Christus en het zien van ons heil in Hem. Wie naar Hem ziet, weet: „Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, hoe zal Hij ons met Hem niet alle dingen schenken?" (Rom. 8 : 32).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1983

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

WANT IK BEN VERZEKERD

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 oktober 1983

In de Rechte Straat | 32 Pagina's