IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Het bidden van Abraham

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het bidden van Abraham

in Gen. 18:16-33

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het eerste wat mij opviel, was dat God Abraham aan Zijn kant plaatst: „Zal Ik voor Abraham verbergen wat Ik doe?" Diezelfde gedachte vinden we terug in Amos 3:7: „Gewis, de Heere, HEERE zal geen ding doen, tenzij Hij Zijn verborgenheid aan Zijn knechten, de profeten, geopenbaard heeft".

Vanaf de pinksterdag kan elke gelovige vervuld worden met de Heilige Geest, zodat hij een profeet of profetes wordt: „Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees en zij zullen profeteren" (Hand. 2-16-18).

Daarom mag ik weten dat de Heere ook aan mij Zijn verborgenheden zal kenbaar maken. Dat heb ik mij tot nog toe te weinig gerealiseerd. De Heere trekt ook mij naar Zijn kant.

Ik word er stil van, als ik dat zo neerschrijf. Maar het staat er. Dat heeft Jezus trouwens ook gezegd: „Ik heb u vrienden genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, (dat) heb Ik u bekend gemaakt" (Joh. 15:15). Daarom staat er dan ook: „En Abraham geloofde God en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend en hij is een vriend van God genaamd geweest" Jak. 2:23).

Ook wij, wanneer wij in het voetspoor van deze vader van de gelovigen treden door ons in geloof toe te vertrouwen aan Gods barmhartigheid in Christus, worden dus vrienden van God genoemd. God trekt ons dan naar Zijn kant. Hij wil vertrouwelijk met ons omgaan. Hij wil ons deelgenoot maken van Zijn heilsgeheimen „De verborgenheid des Heeren is voor hen die Hem vrezen" (ps. 25:14).

Ik moet wel nog wennen aan die gedachte. En helemaal wennen zal ik er nooit aan. Slechts schoorvoetend durf ik nader tot Hem te komen om kennis te nemen van Zijn verborgenheden en om mij door Hem als een vriend te laten behandelen. Trouwens die moeite had ook Abraham: „Ik heb mij onderwonden te spreken tot de Heere, hoewel ik stof en as ben".

Ik schrik er ook voor terug, omdat de geheimen Gods zo oneindig zwaar zijn. Wie kan ze tillen?

Abraham kreeg de verborgenheid van Gods raad te horen: Hij wil Sodom (en Gomorra) straffen door vuur en zwavel op de stad te doen regenen. Het is de hitte van de rechtvaardige toorn van God, die Abraham te zien krijgt. Wat moet het ook voor Johannes op Patmos een verschrikking zijn geweest, toen de Heere hem al die oordelen openbaarde.

Johannes zag bovendien dat een engel het wierookvat met vuur van het altaar, waarmee het reukwerk van de gebeden der heiligen vermengd was, omkeerde en op de aarde wierp, met als gevolg: „stemmen en donderslagen en bliksemen en aardbeving" (Openb. 8:5). Diabetekentdat God onze gebeden niet slechts betrekt in de uitoefening van Zijn barmhartigheid, maar ook van Zijn oordelen.

Wanneer wij ons ervan bewust worden dat God ons als Zijn vrienden wil beschouwen en ons daarom Zijn verborgenheden wil bekend maken, is het gedaan met ons burgerlijke leventje.

„Ter wille van tien rechtvaardigen zal Ik Sodom sparen"

Het tweede dat mij opvalt, is het grote belang van onze levensheiliging. God wilde Sodom en Gomorra sparen omwille van slechts tien rechtvaardigen.

Zeker, wij weten dat onze rechtvaardigheid slechts waarde voor God heeft vanwege de éne Rechtvaardige, Zijn Zoon Jezus Christus. Maar dat neemt het feit niet weg dat de Heere omwille van ónze, in Christus geheiligde, rechtvaardigheid barmhartig wil zijn voor anderen. Dat staat duidelijk in dit Schriftgedeelte te lezen. Dat betekent ook het omgekeerde. Wanneer wij zien dat het in Nederland steeds meer bergafwaarts gaat en dat de goddeloosheid en zedeloosheid bij ons steeds meer toenemen, dan kan dat ook het gevolg zijn van het onheilige leven van Zijn kinderen in Nederland. Moet de Heere geen afschuw hebben van de onderlinge liefdeloosheid of erger: de bitterheid en soms de haat waarmee „gelovigen" die Zijn Naam belijden, elkaar te lijf gaan? Hoe kan Hij dan onze gebeden verhoren, wanneer wij bidden om de bekering van ons volk en om een opwekking onder de christenen?

In de stroom van Gods Vaderhart

Het derde dat we uit dit Schriftgedeelte kunnen leren, is dat wij zonder meer geroepen zijn om voorbede te doen.

Zoals Abraham dat deed voor Sodom en Gomorra, zo had ook ik mogen en moeten bidden voor Nijmegen, ook al had ik op dat moment geen zekerheid of de Heere mijn gebed zou verhoren.

De Heere wil dat wij in de voorbede op de bres staan. Het gebed van Abraham was de weerklank van Zijn eigen barmhartigheid. God Zelf is oneindig bewogen met deze wereld. „Alzo liefhad God de wereld…" (Joh. 3:16).

De Heere wil in ons de vreugde beleven van Zijn eigen mededogen. De Heere heeft er geen pleizier aan, wanneer Hij de goddeloze moet straffen (Ez. 33:11).

Als u dus tot God bidt opdat Hij Zijn oordelen niet ten uitvoer moge leggen, dan bidt u helemaal overeenkomstig Zijn eigen begeren: „Daarin heb ik lust dat de goddeloze zich bekeert van zijn wegen en leeft".

Het is heerlijk om je dan één te mogen weten met het oneindig goede Vaderhart van God. De stroom van Zijn liefde gaat dan door je heen en kleurt je ziel tot zoete gloed. Je bidt dan om datgene wat Hijzelf zo graag wil: vergeven, barmhartig zijn, het kwade niet toerekenen, de straf van de eeuwige dood kwijtschelden en in plaats daarvan het eeuwige leven als een genade schenken.

En dan bent u ook helemaal in de heilige lijn van onze grote Voorspreker, want „Hij leeft altijd om voor hen te bidden" (Hebr. 7:25). En „…wij hebben een Voorspraak bij de Vader? Jezus Christus, de Rechtvaardige" (1 Joh. 2:11).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1982

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Het bidden van Abraham

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1982

In de Rechte Straat | 32 Pagina's