HET REDENEERGELOOF
Als altijd heb ik „In de Rechte Straat" met grote belangstelling gelezen en dus ook wat geschreven is over het geloof. Het is wel een bijzonder voorrecht te ervaren dat de Heilige Geest in ons woont en te weten dat onze zonden vergeven zijn. Zo lees ik dat ook op bladz. 14 van Dr. Akira Hatori. Hij beleed zijn zonden en kreeg tegelijk de volstrekte zekerheid dat ze vergeven waren.
Nu meen ik dat zoiets op zijn hoogst bij één op de honderd, en misschien bij één op de duizend, voorkomt. En dat dan wel meestal bij mensen, die op volwassen leeftijd tot bekering komen. Vrijwel alle anderen zullen het moeten doen met een „redeneergeloof", waarvan u schrijft dat men daar niets aan heeft en dat je later soms in de steek laat.
Nu, dat is nogal wat! Men voelt zijn schulden en onwaardigheid, belijdt die van harte en heeft een ernstig voornemen ze te laten, men bidt om vergeving, men bidt ook ernstig om de Heilige Geest, opdat Die ons moge leiden, en staat dan op van zijn knieën, maar er gebeurt niets. Geen woord als: „Uw zonden zijn vergeven", geen invallende tekst, alles blijft bij het oude. Dat herhaalt zich niet tienmaal, maar zeker wel honderd malen meer, want de zonde blijft ons tot onze dood bij.
Er blijft dan over dat het de Heere vrijstaat ons op een bijzondere wijze te openbaren dat wij Zijn kind zijn en al onze zonden ons zijn vergeven. Die bijzondere openbaring komt soms nooit. Soms ook wel kort voor ons sterven. Het lijkt me echter niet de gewone weg toe, tenminste niet bij hen die van jongsaf de Heere dienen. Die vinden rust en troost in een redeneergeloof, zoals u dat noemt.
Dat redeneergeloof is voor mij ook voldoende, want dat rust op Gods Woord. God is Zijn Woord aan ons kwijt. Hij heeft ons Zijn beloften gegeven. Dat is de vaste grond waarop wij bouwen. Dat bouwen is het werk van de Heilige Geest. Och ja, dat redeneergeloof wordt telkens aangevallen, maar met het schild van dat geloof kunnen we de vurige pijlen van de boze uitblussen. Van dat redeneergeloof gaat kracht uit, want daar staat God met Zijn Woord achter.
Ach ja, dan is de heilsvreugde dikwijls veel minder dan van hen aan Wie Jezus zich heeft geopenbaard als de Verlosser. Dan voelt men zich nog zo heel vaak „arm en ellendig", omdat men de volle zekerheid mist en kan men jaloers zijn op die anderen, die enkelingen, maar dan vindt men toch weer troost en steun in de Schrift, wetende dat God een verbroken en verslagen hart niet zal verachten.
Met br. groeten,
ONS ANTWOORD:
Wat is gedachtenwisseling voor een tijdschrift zoals het onze toch erg belangrijk. Dat blijkt weer opnieuw uit deze brief.
In ons blad hebben wij de heerlijke roeping om te schrijven over de onuitsprekelijke dingen, die de Heere in Zijn Woord ons openbaart. Dat is een verantwoordelijke taak, maar van de andere kant wordt die taak zeer verlicht, doordat wij weten mogen dat de Heere Zelf ieder van de Zijnen wil leiden door Zijn Woord en Zijn Geest. Wij kunnen slechts gedachten aandragen, die misschien door de Heere gebruikt worden, daarvoor bidden we dan steeds, om anderen tot nieuw en dieper inzicht in de Bijbel te brengen. Maar we vormen samen één gemeenschap der heiligen. Samen moeten we opwassen tot de volle kennis van onze Heere en Heiland (Ef. 4:11-16). Wij hebben als gelovigen allen „de zalving" van de Heilige Geest ontvangen „en gij hebt niet van node dat iemand u leert" (1 Joh. 2:27). „Gij zult niet Rabbi genaamd worden; want Eén is uw Meester, namelijk Christus; en gij zijt allen broeders" (Matth. 23:8).
Deze gedachtenwisseling is ook belangrijk, omdat aldus misverstanden kunnen worden opgehelderd. De boodschap van de Bijbel heeft betrekking op eeuwig-levende dingen. De Bijbel is niet een filosofisch boek met scherp omschreven begrippen. In de Bijbel wordt leven verkondigd, eeuwig leven dat zij zullen ontvangen, die in Christus geloven. Maar daarom is het moeilijk om de echte, de levende inhoud van de Bijbel over te dragen en zo ontstaan er gemakkelijk misverstanden.
Wat deze broeder schrijft over het geloof, zou ik helemaal geen „redeneer-geloof" willen noemen. Hij is er immers met zijn hele wezen bij betrokken. Dat blijkt uit alles. Zonder dat br. v.O. het merkt, gebruikt hijzelf termen, die uit het hart voortkomen, zoals: „Dan voelt men zich nog zo heel vaak „arm en ellendig", omdat men de volle zekerheid mist en kan men jaloers zijn op die anderen, die enkelingen, maar dan vindt men toch weer troost en steun in de Schrift, wetende dat God een verbroken en verslagen hart niet zal verachten".
De door mij gecursiveerde woorden zijn uitingen van een levend geloof. Daarom nogmaals: onder een „redeneer-geloof" versta ik een valse zekerheid, die alleen door het verstandelijk trekken van konklusies tot stand komt. Populair gezegd: zo'n geloof komt niet lager dan je neus, maar het echte geloof neemt bezit van het hart, komt voort uit het hart dat door de Heilige Geest is bewerkt. Br. v.O. zal het daar helemaal mee eens zijn, en ik ben overtuigd dat zijn uiteenzetting over wat geloven eigenlijk is, veel lezers tot steun en bemoediging zal zijn.
Zie ook het artikel van onze mede-redakteur, Ir. A. W. Renaud, getiteld: „Heilszekerheid", plus het artikel: „Heilszekerheid uit de vruchten".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1974
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 1974
In de Rechte Straat | 32 Pagina's