dus… dus… dus…

Bij zijn toespraak als inleiding op het gebed tot Maria: „De engel des Heeren .." zei de paus:

„Er wordt tegenwoordig vaak, en niet altijd met veel sympathie, gesproken over de strukturen in de Kerk, alsof de Kerk het wel zonder die strukturen zou kunnen stellen; maar, als de Kerk is volk van God, mystiek lichaam van Christus, een gebouw, door Hemzelf opgetrokken, dat bestaat uit mensen en zichtbaar en stabiel is, als de Kerk een tempel is met een apostolische bediening van de Geest, dan kan ze die hiërarchische organisatie niet missen, die Christus gewild heeft als basis van Zijn Kerk en ten dienste van en als gids voor de gemeenschap van de gelovigen in het ware geloof en van degenen die de enige en volmaakte liefde toebehoren". (L'Oss. Rom. 12 juni 1972)

ONS KOMMENTAAR:

In dit korte citaat ziet u het fundament van de hele r.-k. leer nl. de menselijke redenering.

Men neemt enkele bijbelse notities zoals „Volk Gods, lichaam van Christus, huis Gods", vult die met een westerse juridische inhoud en redeneert er dan verder op los. Men trekt konklusie na konklusie en zo komt de r.-k. kerk tot haar leer van de absolute macht en het onfeilbare gezag van de paus; zelfs heeft men lange tijd uit die ketting van redeneringen willen aantonen, dat de paus het hocfd moest zijn van een soevereine staat, want anders kan hij zijn funktie als hoofd van de christenheid niet naar behoren uitoefenen.

De menselijke redenering bedreigt ons allemaal. Al in de hof van Eden heeft de slang ons tot val gebracht door met Eva te gaan redeneren.

Het is blijkbaar erg moeilijk om heel eenvoudig de Bijbel te volgen en te luisteren naar wat de goede Herder tot Zijn schapen en naar wat de Geest tot de gemeenten zegt.

Maar zodra ook wij ons op de weg van de redenering begeven, zijn we onze kracht tegenover Rome kwijt. Dan worden onze stemmen als stoorzenders, die de stem van de goede Herder niet meer zuiver laten doorklinken. Maar de Heere heeft gezegd: „Indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen. Ik zal tot hem inkomen en Ik zal met hem avondmaal houden en hij met Mij" (Openb. 3:20). Let wel: „Mijn stem", niet ons gebabbel of ons geredeneer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen