Twee dominees: „OOK WIJ ZIJN HOMOFIELEN"
Dat is de titel van een boek, verschenen bij Bosch en Keuning in Baarn.
Wij hebben reeds meerdere keren over de homofilie geschreven en willen, naar aanleiding van de publikatie van dit boek, slechts het volgende opmerken:
1. Ik heb diep medelijden met de homofielen, zoals ik medelijden heb met allen die lijden. En dan bedoel ik dat medelijden niet in de zin van een meewarig neerzien op die „arme stakkerds", maar in de bijbelse zin van: „als één lid lijdt, dan lijden de andere leden mee" (1 Kor. 12:26).
Ik lijd mee met hen die zuchten onder de gebrokenheid van deze schepping, die onstaan is door de zondeval. Hoevelen zijn er niet die in sexuele nood verkeren? Mannen en vrouwen die in het huwelijk elkaar niet meer kunnen vinden en volkomen vervreemd van elkaar leven. Zij hebben een bijna onverwinnelijke agressiviteit jegens elkaar, zodat ze elkaar alleen maar verwonden kunnen.
Ik lijd mede met de eenzamen, die vol angsten staan tegenover de ander en die toch ook weer juist vanwege hun eenzaamheid hunkeren naar een stukje geluk in het huwelijk, maar dit niet aandurven.
2. Maar ik kan toch Gods wet niet opzij zetten. Wij mogen niet tegen een man zeggen die beweert dat hij aan één vrouw niet genoeg heeft: Ga je gang maar. Je bent zo gemaakt of in je vroegste jeugd daartoe vergroeid, zodat je al te zeer zou lijden, als je daar niet aan toe geeft.
Wanneer wij aan de duidelijke wetten van God gaan tornen uit mede-lijden met hen die lijden, dan eindigen we in de volstrekte zedelijke chaos.
Wij hebben toch immers allen dagelijks onze schuld te belijden en we mogen dagelijks weten dat de Heere voor de Zijnen niet de wet heeft opgeheven, maar wel de vloek der wet heeft weggenomen, toen Zijn Zoon voor ons stierf aan het kruis.
Ik sta als zondaar naast andere zondaars, ook naast de homofielen; maar ik mag ook als verloste zondaar staan naast andere verloste zondaars, kinderen Gods, ook homofielen.
3. Het kan zijn dat mensen om een gewichtige reden een boek publiceren zonder hun naam te noemen. Maar dan zouden ze vanwege die anonimiteit toch enkele fatsoensregels in acht moeten nemen.
En een eerste regel zou ik dit vinden, dat zij niet andere personen met name gaan aanvallen. Dat doen deze dominees tegenover ds. Glashouwer. Dat is beslist minderwaardig. Daardoor hebben ze zich gelijk gemaakt aan mensen die vanuit het duister pijlen afschieten op voorbijgangers. Deze laffe aanval vanuit de anonimiteit bestaat o.a. daarin dat ze ds. Glashouwer verwijten: „Hij plakt bijbelteksten aan elkaar om zijn mening te staven". Je zou veeleer aan deze dominees kunnen verwijten: „U maakt bijbelteksten krachteloos om uw zondige leven te rechtvaardigen". Ik wil zulk een verwijt echter NIET tot hen richten, want dan zou ik zakken naar hetzelfde weinig verheven peil van diskussie, waarop deze dominees zich bewegen. Ik kan slechts zeggen dat ik hun exegese van Rom. 1:26-27 op geen enkele wijze kan delen, wanneer zij zeggen dat Paulus hier met de „tegennatuurlijke omgang" slechts bedoelt de heterofielen die desondanks homofiel leven, maar niet de echte homofielen. Er staat nl. niet „hun natuurlijke omgang" (NBG) of „hun natuurlijk gebruik" (SV), maar „de natuurlijke omgang" of „het natuurlijk gebruik".
4. Zeer bedroevend vind ik dat ds. A. J. R. Brussaard homofiele vriendenparen aan elkaar verbindt met een „inzegening" (p. 163).
Tot slot wil ik allen die lijden, waaronder ook de homofielen, wijzen op de goede Herder, die sprak: „Komt herwaart tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven" (Matth. 11:28).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1972
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1972
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
