DAN GA IK MAR MIJN GOD
Zo langzamerhand ontstaat er een zeer persoonlijke band met de verschillende comitees. Wanneer ik de leden var; de comitees bij spreekbeurten telkens opnieuw ontmoet, is daar de blijdschap van de herkenning in de Here. Dan voel je de geloofsverbondenheid in dezelfde strijd. Soms kan ik de namen niet goed meer herinneren — we hebben nu al dertig comitees — maar de personen wél, het eigene van ieder. En zo zie ik nog steeds mevr. Versluis-Poot voor mij, met haar vriendelijke en moederlijke gezicht. Op 23 sept. 1970 nam de Here haar tot Zich. Ze was 59 jaar. Een groot verlies voor ons comité Gouda en voor ons, maar in de eerste plaats een diep verdriet voor haar man. En toch wat een vertroosting, wanneer je als gelovige in de Here zeker mag zijn dat je elkaar straks terug zult zien. Wij geven nu het woord aan ons comité Gouda:
MEMENTO MORI
Mevrouw Versluis was een vrouw, die de Here vreesde. Dat kwam uit in heel haar levenswandel. Ze was dagelijks bezig in de dingen van Gods Koninkrijk, hetzij in de kerkelijke gemeente, hetzij voor I.R.S., hetzij op andere wijze. Ze deed dat met inzet van haar hele persoon. Als enig vrouwelijk lid van het comité dacht ze mee en droeg ze bij in het vervullen van onze taak als comité op een wijze, die paste bij haar bescheiden persoon. De liefde waarmee ze dat alles deed, zal ons nog lang heugen en het doet ons leed te bedenken dat dat nu voorbij is!
Tot het laatst van haar leven, ook op haar korte ziekbed, waarop ze veel geleden heeft, ook toen ze zo zeer verzwakt was dat het te vermoeiend was om te spreken, was ze bezig te zorgen en haar taak te vervullen. En toen ze stierf, was ze als het ware gereed voor de reis. Ze kon van alles afscheid nemen, want ze wist dat ze geen onbekende God zou ontmoeten. Zo is haar sterfbed evenals heel haar leven een getuigenis geweest. En ze spreekt nog nadat ze is gestorven.
Haar wens dat Ps. 43 vers 4 nl:
„Dan ga ik op tot Gods altaren,
tot God, mijn God, de bron van vreugd"
op haar rouwkaart moest staan, was geen holle frase. Er ging een grote rust van haar sterfbed uit en er sprak een sterk geloof uit dit sterven.
Dit is een grote troost vooral voor haar man, die alleen is overgebleven. Ook hij is nauw aan ons comité verbonden geweest. Daarom gaan onze gedachten ook naar hem uit. Hij heeft te kennen gegeven haar spoedig te mogen volgen. Dat is een grote genade een echtgenote zo te mogen afstaan.
Zo komt de Here met z'n roepstem tot ons allen. We moeten altijd bereid zijn. Maar we weten ook dat er genade is voor de grootste der zondaren. Memento mori, denkt er aan dat wij allen eenmaal zullen sterven.
Comité Gouda en Omstreken
N. Bakker, voorzitter,
J. Baayens, secretaris.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1970
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1970
In de Rechte Straat | 32 Pagina's