GODS NAAM
De Eeuwige wilde Zich kenbaar maken aan ons, zondige mensen. Wat een genade! De geheel Andere wilde iets zeggen over Zichzelve. Hoe moest Hij dat doen? God kan natuurlijk Zichzelf niet een naam geven, zoals wij dat onder elkaar doen. Voor ons is een naam dikwijls alleen maar de aanduiding van een individu. We zeggen: „Het beestje moet nu eenmaal een naam hebben".
God is echter niet een individu. Hij is niet één van de velen. Hij kan nooit naast anderen gesteld worden. Hij staat boven alles en allen.
Vanuit het brandende braambos (Ex. 3 : 14) noemt de Here Zichzelf „Jahweh" en geeft als betekenis van die naam: „Ik ben die Ik ben" of „Ik zal zijn die Ik zal zijn". De diepe zin daarvan is in elk geval dit: Mens, wanneer u over God denkt of spreekt, dan betreedt u heilige grond. Theologie, wees ootmoedig met uw systemen over het wezen van God. God is! En slechts heel voorzichtig kunnen wij iets stamelen over wat Hij is.
Hoe wonderbaar is daarom Hebr. 1:1, waarin wij lezen hoe God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, maar hoe Hij tenslotte gesproken heeft in de Zoon. Jezus Christus is 't brandpunt van de Godsopenbaring, het middelpunt van de heilsgeschiedenis, in wie de barmhartige liefde Gods zichtbaar wordt, de Rots der eeuwen waartegen alle overmoedige menselijke bedenksels stukbreken. Over deze onuitsprekelijk heilige Naam van God handelt dit juni-nummer.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1968
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1968
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
