WAT IS DE eigennaam van God?
Iemand schreef mij: „In een gesprek met de Jehova's getuigen verweten zij mij: Jullie hebben de eigennaam van God veranderd. Het moet niet zijn: He(e)re, maar Jehova. Wat moet ik hierop antwoorden?"
Gelijk en ongelijk
Om te beginnen meen ik, dat u hen gelijk moet geven. En wel om twee redienen.
In de eerste plaats omdat God Zijn eigennaam geopenbaard heeft in het Hebreeuws. Een eigennaam wordt echter nooit vertaald, maar blijft in alle landen hetzelfde. Iemand die Jansen heet, zal zo heten in Frankrijk, Engeland, Rusland, China of waar ook.
Vervolgens: de verandering van de eigennaam van God in Here is gebeurd door de rabbinistische Schriftgeleerden. Zij waren zozeer doordrongen van de ernst van het 'derde gebod, dat zij de naam van God niet eens durfden uitspreken. Ze zeiden in plaats van Jahweh „Adonai", wat Here betekent. Later heeft men, om te voorkomen dat iemand per vergissing toch nog de naam Jahweh zou uitspreken, de klinkers van de naam „Adonai" op de medeklinkers van de naam „Jahweh" gezet. Doordat men echter die klinkers van „Adonai" ging verbinden met de medeklinkers van „Jahweh", ontstond de naam „Jehova". Zodoende zou uw antwoord aan de Jehova's getuigen moeten luiden, dat ook zij niet de oorspronkelijke eigennaam van God gebruiken. Die eigennaam is Jahweh.
Betekenis van Gods naam
De betekenis van die eigennaam vinden we in Ex. 3:13-14, waar staat: „Toen zeide Mozes tot God: Zie, wanneer ik kom tot de kinderen Israëls, en zeg tot hen: De God uwer vaderen heeft mij tot u gezonden; en zij mij zeggen: Hoe is Zijn naam? wat zal ik tot hen zeggen? En God zeide tot Mozes: Ik zal zijn, die Ik zijn zal! Ook zeide Hij: Alzo zult gij tot de kinderen Israëls zeggen: Ik zal zijn heeft mij tot u gezonden."
Prof. dr. W. H. Gispen zegt hierover in de K.V.: „Deze naam wordt hier dus in verband gebracht met het hebreeuwse woord „hajah", dat „zijn" betekent. Jahweh kunnen wij opvatten als derde persoon mannelijk enkelvoud: Hij is, de Zijnde." „De juiste klinkers van het woord Jhw'h zijn echter niet bekend, daar de joden deze naam niet wilden uitspreken. Het meest waarschijnlijk is echter: Jahwèh of Jahwè, daar de Samaritanen zo de naam van Israëls God schijnen te hebben uitgesproken." Omdat het Hebreeuws geen aparte vorm heeft voor de tegenwoordige en de toekomende tijd kan men de naam „Ik zal zijn die Ik zijn zal" ook vertalen met „Ik ben die Ik ben". In deze laatste vertaling ligt echter nog duidelijker opgesloten de onmogelijkheid om het heerlijke, heilige, almachtige wezen Gods in een naam uit te drukken. God is niet dìt of niet dát. Hij staat boven alle vormen van bestaan. Daarom, zo schijnt God tegen Mozes te zeggen: U kunt eigenlijk niet uitspreken wie Ik ben. Elke aanduiding van Mijn wezen zou een begrenzing betekenen en Ik ben de Onbegrensde, de Allesomvattende, die woont in een ontoegankelijk licht. Zeg daarom alleen maar: DIE IS heeft mij gezonden.
Traditie?
De Statenvertaling, evenals de Nieuwe Vertaling, schrijven He(e)re, als er in het Hebreeuws werkelijk „Here" (Adonai) staat, en HE(E)RE, dus met hoofdletters, als in liet hebreeuws de eigennaam van God staat, nl. Jhwh. De vraag is: waarom hebben deze protestantse vertalers die joodse gewoonte om de eigennaam van God niet uit te spreken, overgenomen? Een goede verklaring hiervoor kan ik niet vinden, want voor ons is er todh zeker geen reden meer om het uitspreken van de naam van de God van het Verbond te vermijden. Wij worden immers aldus aangespoord: „Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd." (Hebr. 4:16)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1968
In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1968
In de Rechte Straat | 32 Pagina's