IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Een r.k ATHEISTISCH blad?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een r.k ATHEISTISCH blad?

11 minuten leestijd

Wij hebben herhaalde malen onze vreugde geuit over het feit, dat er in de r.k. kerk van onze dagen een sterke bijbels-progressieve stroming is ontstaan.

We beginnen ons echter steeds meer zorgen te maken over de ontwikkeling binnen de r.k. kerk. Het lijkt er hier en daar n.l. op, dat die aanvankelijk heldere bijbels-progressieve stroming aan het verworden is tot een modderrivier, waarin men de afvalstoffen deponeert van het oude christelijke geloof, dat men radikaal aan het afbreken is.

Een blad als „De Bazuin" is b.v. bijna gelijk te stellen met lektuur achter het IJzeren Gordijn, waar ook op geraffineerde manier het geloof in de opstanding van Christus en in een leven na de dood wordt afgebroken. Het r.k. soldatenblad „G 3" is daar al heel lang mee bezig.

Dood is dood

In mijn evangelisatie-arbeid in België ontmoette ik als grootste obstakel de onverschilligheid. Vaak kreeg je te horen: „Och, mijnheer, straks graven ze een kuil voor me. Dan gooien ze een schop zand over me heen en dan is het voor altijd afgelopen".

Deze „diepzinnige" leer wordt thans verkondigd in het blad van de paters dominikanen „„De Bazuin".

Er zijn daarover reeds twee artikelen verschenen, beide van priesters.

Het interesseert me niet

Het eerste artikel was van F. van den Oudenrijn in D.B. van 22 okt. Daar-111 schrijft deze priester o.a.:

„Hoort het werkelijk tot de boodschap van de verrijzenis, dat er, hoe dan ook, een leven na de dood bestaat, dat we daarop mogen hopen? (—) Ik weet het niet, en eerlijk gezegd, het interesseert me niet zo veel".

Dat is onwaar, dat is hoogmoed. Immers alles in ons schreeuwt naar het voortbestaan, roept om de eeuwigheid. Men kan in een stojnse poging zich proberen los te maken van die hunkering, van die poging om het leven altijd vast te houden. Maar als deze priester zegt: „Het interesseert me niet zo veel, of ik nog blijf voortbestaan na mijn dood", dan geloof ik hem niet. Dat is grootdoenerij.

Na de dood van God

Nog erger was een artikel van drs M. C. Rijk in D.B. van 12 nov., dat tot titel droeg: „De dood van de mens na de dood van God". Daarin schreef hij:

„Er is een tijd geweest, waarin men God nodig had als fundament van de moraal, want, zo meende men: „Als God niet bestaat, is alles geoorloofd". Maar ook hier heeft men afstand van gedaan, en ervaren dat de mens zelf moet uitmaken wat goed en kwaad is, en dat hij daartoe ook het vermogen heeft".

Hoe kan iemand na twee wereldoorlogen nog zo optimistisch spreken over de mens. De nazi's meenden ook te mogen uitmaken wat goed en kwaad is. Het was volgens hen het hoogste goed om alle joden uit te roeien, want die zouden alleen maar bedervers zijn van de zuiverheid van het menselijke ras.

Er is geen hemel en geen hel

„De hemel betekent voor de mens de aanvaarding van het feit dat er geen „hemel" is, evenmin als er aan het begin van zijn bestaan een „paradijs" is geweest. Het in tevredenheid en geluk aanvaarden van de dood en de eindigheid, zal wellicht nooit definitief, nooit absoluut en nooit ten volle zijn. Er zal altijd wel een beetje hel zijn, d.w.z. opstand tegen de eindigheid, tegen het mislukken ook van de solidariteit, die het antwoord is op de eindigheid".

De overdenking van de dood moet voor ons dus niet een motief zijn om ons tot God te wenden, om bij Jezus Christus de enige troost te zoeken in leven en in sterven, maar moet ons brengen tot solidariteit, tot medemenselijkheid.

De „christelijke" hoop

„Is de christelijke hoop niet de hoop dat dit aanvaarden, dit accepteren van de eindigheid mogelijk zal zijn voor de mens? Is het niet de hoop en daarin reeds de zekerheid dat het voor de mens mogelijk is in vrede te sterven, tevreden te sterven en zich te verzoenen met de dood en het einde? Men zou kunnen opwerpen: genoegen nemen met de eindigheid is toch onmogelijk! Maar is dit wel onmogelijker dan genoegen te nemen met een „eeuwige hemel" waar we niets van begrijpen?"

Ons getuigenis

Op die vraag antwoord ik — en velen zullen het met mij beamen —: Uit onszelf kunnen wij nooit geloven in een eeuwige hemel, zelfs niet in de waarachtige God. Maar de Heilige Geest kan ons daartoe omvormen, herscheppen en „die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erf genamen van Christus" (Rom. 8:17). „...wij, die de Geest als eerste gave ontvangen hebben, zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam. Want in die hoop zijn wij behouden. Maar hoop, die gezien wordt, is geen hoop.." (Rom. 8:23-24).

Het is volkomen duidelijk, dat u, pater Rijk, dit getuigenis niet in uw hart hebt. Daarom kunt u ook zo dwaas schrijven. Hoe kan een kleurenblinde een schilderij beoordelen? Zo kunt u ook evenmin de dingen des Geestes beoordelen, want u hebt er geen deel aan. Houd dan a.u.b. op met uw zinloos en goddeloos geschrijf.

Maar ik geloof in het eeuwige leven

Deze ambtsdrager van de r.k. kerk vervolgt:

„Men zou nu kunnen zeggen: dus na de dood is er niets, wacht dz mens de duisternis van het einde? Inderdaad".

Maar ik belijd met de kerk der eeuwen ons algemene christelijke geloof in de opstanding des vleses en het eeuwige leven. En dit is mijn, onze christelijke hoop: „Want wij weten, dat, indien de aardse tent, waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, in de hemelen, niet met mensenhanden gemaakt, een eeuwig huis" (2 Kor. 5:1). Die hoop maakt mij rijk en gelukkig en geeft mij kracht.

Pluk de dag!

Zo schreef deze priester, die volgens de r.k. kerk „een andere Christus" is:

„Door te spreken van een hemel en een hel nà dit leven, stelt men het geluk uit of maakt men de mens angstig. Tijdens zijn leven moet de mens gelukkig kunnen zijn om zijn aardse leven en aardse voortleven door het goede dat hij deed, de solidariteit welke hij tot stand hielp komen. Hoe meer de mens afstand kan doen van de droom over een leven nà dit leven, des te meer zal hij zich haasten hier zelf gelukkig te zijn en het anderen te laten zijn".

Dat is precies de leuze van de genotzoekende heiden: „Carpe diem", pluk de dag, want morgen zijn we allemaal dood.

Maar dan zou ik deze priester eens een persoonlijke vraag willen stellen: Wat let u dan om zo vaak u dat wilt, een bloemetje te plukken langs uw levensweg? U zult misschien antwoorden: Als ik de ander er ongelukkig door maak, dan doe ik dat niet. — Ja maar, als uzelf nu ongelukkig erdoor wordt, wanneer u dat bloemetje moet laten staan? Wat is dan de beweegreden, dat u dan maar liever zelf ongelukkig bent in plaats van dat meisje ongelukkig te maken? U bent toch ook een mens die recht hebt op geluk. Waarom moet de ander voorgaan boven u?

Cynisch

In D.B. van 3 dec. wordt verteld over een priester die deze artikelen van De Bazuin in de klas had behandeld. Zonder enig kommentaar, koud-cynisch, worden dan twee reakties weergegeven. Een van een meisje van 16 jaar, dat er op antwoordde met dit hartverscheurende gedicht:

„Langzaam val je uit elkaar

Een hol-ogig akelig gezicht

Het is een dode die daar ligt

Misschien een meisje zoals ik

In het gezelschap van allerlei dieren

Die haar dood komen versieren

Onder het zand in een kist

God als u eens wist

Hoe groot mijn angst is."

Waarom geen zelfmoord?

Een andere reaktie is van een jongen van 15 jaar, die aldus schreef:

„U hebt een gedicht voorgelezen uit een blad (De Gids) over de dood. „Dan lig je daar, met je armen tegen je koude lijf, mijn liefje wat wil je nog meer?"

Zo ongeveer was het.

Zo denk ik er ook over. Je hoeft je nergens meer wat van aan te trekken, nergens geen zorgen meer over te maken. Waarom pleeg je dan geen zelfmoord, om het zo maar eens te zeggen, zult u dan vragen. Daar heb ik geen moed voor en ook om een tweede reden niet. Ik heb zelf meegemaakt hoe mijn zusje drie jaar geleden verdronk, wat volgens mij mijn schuld was. Toen kwamen ze thuis bij mijn moeder en die was radeloos".

Jonge zielen worden kapot gemaakt

Dat zijn nu de vruchten van zulk een prediking. Je zou bijna zeggen dat de schrijvers er plezier in hebben om zo van alles kapot te maken in jonge zielen. Zo hebben ze dan bereikt dat een meisje snikt vanuit haar grote angst en dat die jongen van 15 jaar al aan zelfmoord denkt.

Geweldig! Wat een mooie prestaties!

En ook dergelijke priesters worden steeds meer uitgenodigd om de jeugd van onze protestantse kerken voorlichting te geven. „De nacht is ver gevorderd".

Deze dwaalleraars zijn voorspeld

Jongens en meisjes, gelooft toch zulke dwaalleraars niet. Het is satan zelf, die zich aldus vermomd aan jullie vertoont. De Bijbel heeft dat allang voorspeld. Petrus schrijft bv.: „Er zullen onder u valse leraars komen, die verderfelijke ketterijen zullen doen binnensluipen, zelfs de Heerser die hen gekocht heeft, verloochenende en een schielijk verderf over zichzelf brengende. En velen zullen hun losbandigheden navolgen, zodat door hun schuld de weg der waarheid gelasterd wordt" (2 Petr. 2:1-2).

Grijp naar liet Woord Gods!

Daarom: lees geregeld uit de Bijbel. Dat boek van God is ons enig houvast. Daarin wordt een Blijde Boodschap verkondigd. Daarin worden de diepten Gods ons ontvouwd. De Bijbel ontdekt je aan je zondige hart. De Bijbel brengt je tot wanhoop aan je zelf, ja, maar ook tot onverwoestbare hoop op de heerlijkheid Gods. Er zijn zoveel mooie stukken uit de Bijbel aan te halen. Er zit zoveel vertroosting in dit heilige Woord van God. Ik citeer een willekeurige tekst: „En wij allen, die met een aangezicht, waarop geen bedekking meer is, de heerlijkheid des Heren weerspiegelen, veranderen naar hetzelfde beeld van heerlijkheid tot heerlijkheid; immers door de Here die Geest is" (2 Kor. 3:18). Zouden jullie ook niet die heerlijkheid Gods willen ervaren? Dan zul je een diepe vrede in jezelf proeven, een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde (1 Petr. 1:8).

Verschil van vrucht

Paulus beschrijft het verschil van vrucht van de vleselijke mens („vleselijk" betekent bij Paulus: de natuurlijke mens die enkel op zijn verstand bouwt en niet wedergeboren is door de Geest van Christus). „Het is duidelijk wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke".

„Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing" (Gal. 5: 19-22).

„De nacht is ver gevorderd"

Ouderen, als u dit leest, zult u waarschijnlijk wel tot de konklusie komen, dat we snel het einde naderen. Het lijkt of de legers van de anti-christ hun mobilisatie voltooid hebben en nu stelselmatig en vastberaden oprukken. Laten wij dan naar de vermaning van Paulus luisteren:

„Gij verstaat immers de tijd wel, dat het thans voor u de ure is om uit de slaap te ontwaken". „De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts" (Rom. 13:11-13).

Legt af de werken der duisternis

Tot die werken der duisternis behoren ook zeker de partijschappen, de onderlinge veten, tweedracht, twist, nijd, afgunst, die er helaas nog zoveel zijn onder de verschillende protestantse groeperingen. Laten wij toch die werken der duisternis afleggen.

Het is zo mooi dat zoveel gelovige protestanten samenwerken met ons blad. Wat zou het fijn zijn, als ook ons blad een middel zou zijn in Gods hand om een einde te maken aan de verdeeldheid van de kinderen Gods.

Het is zo jammer, wanneer protestanten om allerlei bijkomstige redenen hun abonnement opzeggen, bv. de een omdat wij de Statenvertaling te weinig en een ander omdat wij de Statenvertaling te veel gebruiken. Dan denk ik wel eens: Wat zal de duivel daar plezier in hebben, wanneer hij ons aldus brengt tot de werken der duisternis, de partijschappen. Zo ontneemt hij ons een gedeelte van de „wapenen des Lichts".

Doet aan de wapenen des Lichts!

Tegenover de ernst der tijden kunnen wij ons deze nodeloze verdeeldheid niet meer veroorloven. Laten wij aan de wereld tonen wat de vrucht des Geestes is: „Liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Een r.k ATHEISTISCH blad?

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's