IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Brief uit Spanje

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Spanje

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van 29 maart rot 3 april waren we in Madrid en hadden daar gesprekken met drie predikanten. We komen daar nog wel op terug in een volgend nummer.

Thans zitten we (mijn vrouw en ik) hier in Alicante voor een week vakantie. Zondagmorgen waren we hier in de protestantse kerkdienst.

Het deed me weer helemaal terugdenken aan Brazilië: Allereerst het lijzige zingen met de halen naar boven en naar beneden: „Santo, santo, santo", zong men: „Heilig, heilig, heilig". Ik wist mij verbonden met deze gemeente, die evenals zovele kinderen Gods op de wereld verzuchten naar de tijd, dat wij, deze lofzang eenmaal voor altijd kunnen toezingen aan „Hem die op de troon gezeten is en aan het Lam, dat voor ons geslacht is".

De predikant las psalm 51, beurtelings met de gemeente een vers. Daarna preekte hij over Luk. 22: 14 - 22. Hij werkte dat uit in de volgende punten:

1. Judas stierf voor 't geld. De liefde voor het aardse bezit bracht hem naar de dood. Een ellendige dood, waaraan niemand een voorbeeld zal nemen, een dood die niemand tot stichting en troost zal zijn.

2. Christus stierf voor de redding van het mensdom. Voor miljoenen van alle tijden is zijn sterven tot troost, tot enige hoop. Zijn voorbeeld van zelfweggave zal de eeuwen door de mensen blijven trekken en boeien.

3. Wij moeten sterven aan de wereld en haar begeerlijkheid.

Dit laatste punt werd duidelijk geïllustreerd door de muziek van een draaimolen op een plein naast de kerk (zie de foto). Deze gelovigen zijn allemaal gewezen r. katholieken, of althans hun ouders. Ze hebben meegedaan aan dit werelds vertier op zondag. Ze zullen het zich nog herinneren, hoe hun ogen gloeiden van pret, toen ze als kind voor het eerst in de draaimolen mochten. Nu hebben ze een ander leven, een leven gewijd aan de Here, een leven van innerlijke blijdschap en getuigenis.

Even merkte ik ook de rechteloze toestand, waarin deze broeders en zusters verkeren. In Nederland zou het nergens toegestaan worden, dat een kerkdienst op zondagmorgen gestoord zou worden door kermismuziek.

Het was heerlijk om in deze kerk te zijn. Ik beleefde weer opnieuw de heerlijkheid van de eerste weken na de ontdekking van het Evangelie van Gods loutere genade in Christus. Dat was in 1948, in Brazilië

Toen ik naar Europa terugkwam, was de aanraking met het protestantisme van Nederland een teleurstelling voor me. Er is in ons Nederlandse protestantisme zoveel zuurheid, zoveel koud intellectualisme en star traditionalisme. Ik kreeg hier weer heimwee naar het jonge, warme, bruisende geloofsleven van de Braziliaanse kerken.

Na de prediking was er bediening van het H. Avondmaal. De predikant paste de tekst van zijn preek verder toe als voorbereiding voor de deelneming aan het Avondmaal. Ook wij namen er aan deel. Het was heerlijk om in de gemeenschap van 't breken des broods en van 't drinken uit de beker de eenheid te beleven met deze kinderen Gods.

Aan het slot zongen ze een lied, waarvan ik ÉÉn strofe vertaald laat volgen:

„De wereld kan mij vervolgen, maar kan mij niet mijn vrede ontnemen.

Indien de mensen mij vervloeken, ik weet. dat Christus mij zegent.

Verachtingen, ze raken mij niet, als Jezus mij zijn liefde geeft".

Hoe toepasselijk voor deze protestanten in hun nog steeds moeilijke situatie. Na de dienst bleven de mensen nog napraten buiten de kerk. De predikant had afgekondigd, dat ik in de avonddienst zou spreken en zo was er dan ook meteen kontakt tussen ons en hen.

"We spraken met een groepje, waar een humoristisch vrouwtje voornamelijk het woord deed.

Ze vertelde: Tijdens de burgeroorlog was het niet mogelijk om kerkdiensten te houden. En in de eerste vijf jaar daarna bleef hun kerk gesloten. Ze vergaderden in een huis, maar daar was natuurlijk te weinig ruimte. En dan moesten velen buiten de deur op de binnenplaats blijven staan, soms in de stromende regen, gezellig onder de paraplui, - zo voegde ze er lachend aan toe.

In die tijd kreeg zij verkering en wilde trouwen. Maar de bisschop wilde haar niet uit de r.k. kerk ontslaan door de kerkelijke ban en zodoende zou ze alleen maar wettig kunnen trouwen in de r.k. kerk. „Telkens vroeg ik om de excommunicatie, maar de bisschop wilde ze niet geven. Ik was blijkbaar nog belangrijker dan Napoleon, want die heeft wel de excommunicatie gekregen. De bisschop wilde me beslist niet missen uit zijn kerk".

's Avonds sprak ik tijdens de dienst. De predikant had gevraagd of ik mijn getuigenis wilde geven. Ik sprak dus over de redenen, waarom ik de r.k. kerk verlaten had en over de rijkdom van Gods genade in Jezus Christus.

De kerk was tjokvol, ongeveer een 350 mensen. Vanzelfsprekend trekt het ook in Spanje de aandacht wanneer een ex-priester gaat spreken over de redenen waarom hij meende de r.k. kerk te moeten verlaten en over de vrede die hij in het Evangelie zoals dat in de kerken van de reformatie gepreekt wordt, heeft gevonden. Ze hadden vele niet-leden van de kerk uitgenodigd.

6 april

Twee dagen later liep ik over de markt, waar ik sinaasappelen wilde kopen. Ineens werd er in de richting van mij geroepen. Ik zag een man en een vrouw in een kraam, die naar mij wenkten. Ik begreep niet wat ze van me wilden hebben. Ik ging naar hen toe en toen zeiden ze: „Wij zijn zondag in de kerk geweest en hebben u horen spreken. Wij zijn ook leden van de kerk".

Weldra kwamen er meer leden van de kerk naar de kraam, o.a. ook de dominese. We waren met een zes a zeven. „We kunnen wel een evangelisatiedienst gaan houden", zei iemand lachend.

De dominese vertelde heel enthousiast, dat die dag de school begonnen was in de kerk. Men wacht nog op de officiële toestemming van de regering, maar men is intussen al begonnen op hoop van zegen.

Ds Cordona, de sekretaris van de Comisión de Defensa Evangelica, was de week tevoren in Alicante geweest om de gegevens te verzamelen, die nodig zijn om de toestemming te krijgen van de regering. Een Spaanse onderwijzeres en een Zweedse evangeliste leiden de school.

7 april

We staan weer bij de kraam van onze broeder om sinaasappelen en tomaten te kopen. (Hij verkoopt ook echte Hollandse aardappelen. „Patatas de Holanda" vertelt een bordje en dat is dan meteen een aanduiding van de kwaliteit).

Onze broeder reikt mij een boek over: „Recuerdos de Antarïo" van Emilio Martinez. Het handelt over de martelaars van de Spaanse inquisitie. „Dat is een geschenk voor U", zegt hij. Ik wil het natuurlijk graag betalen, maar geen sprake van. Ik voel me een beetje beschaamd, want het is een boek van 260 bladzijden. Gelukkig hebben we nog een Wartburglepeltje bij ons. Dat hopen we hem te geven, voordat we vertrekken.

Hij heeft nog een ander boek bij zich. Behoorlijk ingepakt. Hij vertelt: Vorige week hebben we een evangelisatiesamenkomst gehad voor de jeugd, waar b.v. ook ds Cordona heeft gesproken. Verschillende buitenkerkelijke jongelui hebben toen een Bijbel aangevraagd. Vandaag zou ÉÉn van hen die Bijbel komen afhalen aan de kraam.

En inderdaad, we waren nog niet uitgesproken, of twee jongemannen van, naar schatting, een 20 jaar meldden zich. Het ging allemaal he^l snel: overhandigen en betalen. Ze waren wat schichtig, althans de koper. Ik kreeg dus geen kans om een gesprek met hen te beginnen.

Ontroerend! deze broeder die tussen de sinaasappelen en de „patatas holandesas" cloor ook nog Bijbels verkoopt.

Die middag lag ik op 't strand te lezen over de gruwelen van de Spaanse inquisitie. De Guarda Civil (politie) van het strand passeerde telkens, maar had geen vermoeden over welk een verboden boek ik gebogen lag.

Zondag mag ik in Valencia preken. Het zal fijn zijn om ook daar ons te verwarmen aan het juichende, dankbare geloofsleven van onze Spaanse broeders en zusters.

MET ÉÉN OF TWEE „E'S"

Naar aanleiding van uw schrijven in „in de rechte straat" van april over „Here" met ÉÉn of met twee e's, daar hen ik het niet mee eens.

U schrijft, dat in de nieuwe spelling alle open lettergrepen op ÉÉn e eindigen, maar ik dacht dat namen en plaatsnamen hieven zoals ze waren. Heere is toch een naam en niet een woord, want wij leerden vroeger op catechisatie de namen van God en de betekenis ervan, maar daar blijkt wel uit, dat Heere een naam is.

Dit schrijf ik niet met kwade bedoeling, maar omdat ik meen, dat wij vooral de naam des Heeren niet mogen veranderen.

Ook bedank ik er niet voor als abonnee, maar geef u zelfs nog een nieuwe op.

Gods zegen toegebeden op uw mooie maar moeilijke werk en dat maar veel harten en beurzen mogen open gaan om u te steunen, om hen te helpen wier ogen opengaan voor de dwaalleer van Rome". M.K. te K.

ONS ANTWOORD :

Heel hartelijk dank voor dit sympathieke schrijven. Dat is de juiste geest, waarin een goede gedachtenwisseling kan plaats hebben. Het is ook een getuigenis naar buiten, dat het protestantse beginsel van het vrije Bijbelonderzoek heus niet leidt tot de praktijk van: „Iedere protestant een eigen kerk".

Vooreerst wil ik mijn eenheid uitdrukken met de diepe eerbied van de schrijfster voor de naam van God. Wanneer ik 's zondags in de kerk voor de biddende gemeente de naam van God uitspreek, dan vervult ook mij dat steeds met een onbeschrijfelijk ontzag. En zo zal het wel enigszins bij iedere gelovige zijn. In deze naam van God vervult zich Zijn heerlijkheid, Zijn kracht, Zijn liefde en barmhartigheid.

Daarom stem ik ook tenvolle in met elke poging om die naam van God met alle eerbied te omringen. Maar dan moeten wij ons ook daarin laten leiden door de Bijbel alleen en niet door ons gevoel, ook al is dat het heilige gevoel van eerbied voor God.

En dan zou ik dit willen opmerken: Inderdaad is de naam van God tegelijk een woord, dat Gods wezen uitdrukt, en een eigennaam. Als eigennaam zou die naam inderdaad onveranderlijk, maar ook onvertaalbaar zijn. Maar in dat geval lijkt het mij konsekwenter, dat wij die naam ook inderdaad niet vertalen, en de Hebreeuwse naam „Jaweh" handhaven. Zo doet b.v. de r.k. Petrus Canisiusvertaling het. — Daar echter die naam ook iets van het wezen van God uitdrukt, kan die naam wèl vertaald worden en is dan onderhevig aan de wisselingen van de taal in de loop der tijden. En dat natuurlijk niet vanwege God, die onveranderlijk blijft, maar vanwege ons, mensen, aan wie God Zichzelf openbaren wil midden in onze veranderlijkheid, zoals de Zoon Gods ook in alles aan ons gelijk wilde worden, uitgenomen de zonde.

Het lijkt mij echter het beste om hiermede de diskussie over dit onderwerp te beëindigen. We zijn het er allemaal over eens, dat het de Geest is die levend maakt, en dat wij elkaar steeds kunnen vinden in de diepe eerbied voor de hoogheilige naam van God.

PRIJSVERHOGING

De kostprijs van ons Wartburglepeltje is aanmerkelijk gestegen. Zodoende zullen wij ze niet meer voor f 2.50 kunnen leveren, maar slechts voor f 3.—, met doosje f 3.25.

Ook de prijs van de losse nummers moesten wij verhogen. Voortaan zal het zijn: van 1—9 ex. 50 cent; van 10 tot 24 ex. 35 cent; van 25 ex. en meer 25 cent.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 1965

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Brief uit Spanje

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 1965

In de Rechte Straat | 32 Pagina's