Onze lieve vrouw ter Zuil

Oever het ontstaan van deze Mariaverering schreef ds Rodriguez van Zaragoza ons 't volgende, waarbij hij meestal citeert uit het boek „La Venida de la Virgen". „Na het heengaan van haar Zoon was de enige troost voor de heilige Maagd het zien van de ijver van de apostelen en van het succes van hun prediking. De heilige Maagd zegende de discipelen van haar Zoon, toen zij uittrokken voor de verbreiding van het Evangelie en bleef voor hen bidden in de teruggetrokkenheid van haar huis. De Heilige Jacobus de Meerdere, aan wie de evangelisatie van Spanje was ten deel gevallen, ging op bezoek bij Maria. H knielde voor haar neer, besproeide de maagdelijke handen met tranen en vroeg de laatste< zegen aan de Moeder van God.

— Luister, mijn zoon —, zei Maria, — ga naar de plaatsen waar uw meester u roepen zal. En ik vraag u in Zijn naam: Bouw een kerk tot mijner gedachtenis, in die plaats in Spanje, waar uw woord de meeste zielen tot bekering zal brengen —.

...En in Cesaraugusta (Zaragoza) luisterde men zeer aandachtig naar de verkondiging van de H. Jacobus en met heel veel vrucht......

Overdag gaf Jacobus onderricht aan de pas-bekeerden en in de avond trok hij zich terug om te bidden aan de oever van de Ebro, tesamen met enkele van de vurigste bekeerlingen.

Op zekere nacht, toen hij zijn vurig gebed en zijn nachtwake langer, dan anders had voortgezet, hoorden zij ineens een hemelse muziek en neergeknield van vreugde en verbazing.... zagen zij de heilige Maagd, de Moeder van God, die stond tussen twee koren van duizenden engelen, terwijl hemelse glansen van haar uitstraalden, staande op een zuil. ... en zij sprak tot Jacobus: — Dit is de plaats, die vastgesteld en uitgekozen is voor mijn verheerlijking. Kijk goed naar deze Zuil, waarop mijn voeten rusten. Mijn Zoon, die uw meester is, heeft deze Zuil vanuit de hemel doen neerdalen door de engelen. En u zult een altaar moeten bouwen bij deze Zuil. De kracht van de Allerhoogste zal op die, plaats buitengewone wonderen bewerken ten gunste van allen die mijn hulp inroepen. De Zuil zal hier blijven tot aan het einde der wereld eri nooit zullen in deze stad waarachtige christenen ontbreken —.

Vol vreugde over zulk een gunst dankte Sint Jacobus God en de gezegende Maagd. Terstond plaatsten de engelen het kostbare beeld dat zij bij zich droegen, op de Zuil, overeenkomstig de opdracht van de Allerheiligste Maria. Daarop benoemde Maria enkele engelen tot bewakers van deze heilige plaats, zegende de heilige apostel en keerde naar Jeruzalem terug op dezelfde wonderbare manier waarop zij ook gekomen was.

Op deze manier ontstond de oudste kerk in de wereld, gebouwd ter ere van de Allerheiligste Maria, gebouwd terwijl zij nog leefde, want dit alles had plaats in het jaar 40 van de christelijke jaartelling, toen de Maag Maria de leeftijd had bereikt van 55 jaar en drie maanden" („La Venida de la Virgen", p. 12-13).

Wie gelooft dit?

Volgens br. Jimeno gelooft de meerderheid van de priesters in Spanje niet in dit verhaal. En ik vermoed ,dat ook onze Prinses nog wel zoveel Hollandse nuchterheid zal hebben, dat ook zij geen ogenblik zal denken dat er ook maar iets van waarheid in dit verhaal zou zitten.

Maar het gewone volk gelooft het wei en brengt allerlei offers in geld voor dit beeld. En is het dan verantwoord om door zulk een openlijke demonstratie, zoals de bedevaart van Prinses Irene naar Zaragoza is geworden, mee te werken aan iets dat toch eigenlijk slechts (vroom) volksbedrog is?

Bijna demonische extase

Een keer per jaar trekt O.L. Vrouw ter Zuil in processie door de straten. Maar dan gaat nooit het eigenlijke beeld mee, maar een imitatie, die niet zoals het eigenlijke beeld in goud gehuld is, maar in zilver.

Br. Jimeno vertelde ons, dat er velen dan tot een soort religieuze extase komen, wanneer ze dat beeld aanschouwen. Vrouwen zien visioenen. Ieder kijkt in verrukking naar dit wonderbeeld.

Br. Jimeno zei ook nog: Deze cultus van O.L. Vrouw ter Zuil zal niet kunnen worden afgeschaft. Er zou moord en doodslag van komen, wanneer dat zou gebeuren.

In het licht daarvan kunnen we ook beter begrijpen het oproer dat de zilversmid Demetrius had georganiseerd, toen Paulus door zijn prediking de cultus van de godin Diana (Artemis) in Efese bedreigde (Hand. 19: 24-40).

Uit de r.k. Bijbelvertaling: „....uit aller mond steeg één kreet op en ze schreeuwden bijna twee uur lang: Groot is de Artemis der Efesiërs! (Groot is de Diana der Efeseren S.V.). De stads schrijver bracht het volk tot bedaren en zei toen: Mannen van Efese, wie ter wereld weet niet dat de stad Efese de behoedster van de tempel is van de grote Artemis en van haar uit de hemel gevallen beeld?" (Hand. 19:34, 35).

„Kantoor van de barmhartigheden van de Koningin des Hemels"

In „La Venida de la Virgen" staat op p. 70 nog het volgende te lezen: „Hoeveel boeken zouden wel niet nodig zijn om de wonderen en gunsten te beschrijven die voortdurend vanuit deze gezegende Zuil zich verspreiden. Daarom noemde de VM Maria de Agreda de Tempel van de Zuil: „kantoor van de barmhartigheden van de Koningin des Hemels (Officina de las misericordias de la Reina del Cielo)".

Moedig getuigenis van Spaans predikant

Ds Rodriguez besluit zijn lezing, die zes getypte bladzijden beslaat, aldus: „Tegenover deze Tempel van O.L. Vrouw ter Zuil, die genoemd wordt „het altaar van het vaderland" en: „het geestelijk middelpunt van de hispaanse wereld" (hispaans wil zeggen: de gehele Spaans sprekende wereld, dus b.v. inclusief Z. Amerika H.J.H.), wil God dat de ware aanbidders hem aanbidden in geest en in waar heid (Joh. 4:23).

Tegenover „zulk een groots voorrecht, zoals Zaragoza bezit n.l. van de aanbeden Zuil, die van Zaragoza de gelukkigste stad van de wereld maakt" (La Veni da p. 84), stellen de evangelische christenen van Zaragoza het voorrecht van kinderen Gods genoemd te worden, omdat zij geloven in de naam van Jezus Christus.

En wanneer men ons brandmerkt als ketters omdat wij niet meedoen aan deze verering van een stuk hout zonder leven, antwoorden wij, dat wij gehoorzamen willen aan Maria die op de bruiloft van Cana gezegd heeft: „Doet al wat Hij u zeggen zal". En de Here Jezus heeft letterlijk gezegd: „De Here, uw God, zult gij aanbidden en Hem alleen dienen" (Mat . 4:10). Dat is het bevel van Hem van wie de Vader gezegd heeft: „Deze is Mijn geliefde Zoon; hoort Hem!" (Luk. 9:35).

En Hij is het ook waarvan de apostel Petrus getuigt:

„En de zaligheid is in geen ander; want er is ook onder de hemel geen andere Naam, die onder de mensen gegeven is, door Welke wij moeten zalig worden" (Hand. 4 : 12).

LAAT HEN TOCH IN DAT GELOOF !

Wij horen wel eens deze opmerking tegen ons blad: „Laat de r. katholieken ken toch in hun geloof. Het is beter zulk een geloof dan helemaal geen geloof". Wij antwoorden: Datzelf de verwijt kan men dan ook Paulus maken. De mensen van Efese hadden ook een geloof. En ze konden er warm voor lopen ook. Twee uur lang schreeuwden ze: Groot is de Artemis.

Maar Paulus heeft zich daar niet aan gestoord. Want het gaat er niet om, dat de mens maar 'n geloof heeft . Wij worden alleen behouden door het ware geloof in Jezus Christus, de enige en volkomen Zaligmaker.

En het is dat Evangelie, dat wij steeds in ons blad verkondigen. Het gaat ons niet om de afbraak van het verkeerde, maar om de opbouw van het goede. Maar wil men op de plaats van een ruï ne een nieuw gebouw optrekken, dan moet eerst die rune worden afgebroken. Dat is geen prettig werk, maar het moet gebeuren.

En tenslotte is het toch ook een feit, dat door de kritiek vanuit de reformatie allerlei excessen in de r. k. kerk verdwijnen. Een duidelijk voorbeeld is het Nederlandse katholicisme dat , ofschoon het niet wezenlijk verschilt van het Spaanse katholicisme, toch een heel andere verschijningsvorm heeft dank zij de corrigerende invloed van het protestantisme.

Zoals u ziet, hebben we het vorig jaar een nadelig saldo gehad voor het expriesterfonds van ƒ 6.313,59. Dat wil dus zeggen, dat we ƒ 6.313,59 méér hebben uitgegeven aan hulp voor ex-priesters dan we voor dit doel hebben ontvangen.

Daartegenover staat echter dat we een voordelig saldo hadden van het tijdschrift „In de Rechte Straat" ten bedrage van ƒ 13.263,94. Dat is gekomen vanwege de blijvende stijging van het aantal abonnees. Daardoor worden bepaalde beginkosten van de redaktie steeds minder. Met name geldt dat voor het gebruik van cliché's. Verder is dat voordelige saldo ook mogelijk geworden door de vele vrijwillige verhogingen van het abonnementsgeld.

Door dit voordelige saldo van ons tijdschrift hebben we dus het nadelige saldo van het ex-priesterfonds kunnen opvangen. Het is wel erg fijn, dat wij de baten van ons blad aldus kunnen aanwenden voor de hulp aan ex-priesters. En dat kan dus ook voor u een stimulans zijn tot het werven van abonnees. Hoe groter het aantal abonnees, hoe meer wij ex-priesters kunnen helpen.

U weet, dat vooral in de grafische bedrijven de kosten vanaf januari 1964 erg gestegen zijn, vooral vanwege de stijging van de papierprijzen. Wij hebben daarom gemeend het risico niet te mogen lopen van een nadelig saldo voor ons blad en hebben daarom de abonnementsprijs verhoogd tot ƒ 5.— per jaar.

Wij mogen zodoende ook het jaar 1964 met vertrouwen tegemoet zien en verwachten dat we, zelfs met inbegrip van de meerdere kosten van ons grote maartnummer, toch weer aan het eincle van het jaar met een behoorlijk saldo van ons blad kunnen sluiten, wat we dan weer kunnen aanwenden voor de andere takken van onze arbeid, vooral voor de ex-priesterhulp en evangelisatie.

Verder zijn we nu ook in staat geweest om een noodzakelijke afschrijving toe te passen op de machines van ons kantoor.

Al met al konden we het afgelopen jaar afsluiten met een totaal voordelig salclo van ƒ 1.861,93.

Wij zijn de Here zeer dankbaar, omdat Hij ons zo zichtbaar gezegend heeft, ook in de financiële sector van onze arbeid.

En wij willen van deze gelegenheid nogmaals gebruik maken om u allen hartelijk te danken voor de steun die u ons gaf, waardoor wij in staat waren zo veel te doen voor de verkondiging van het Evangelie van Gocls soevereine genade in Jezus Christus, zoals dat door de reformatie werd herontdekt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen