* VREDE MET ROME? *
Toespraak gehouden in Haarlem, 24 januari 1960.
Wij mogen ons er zeer over verblijden, dat er over heel de wereld een verlangen aan het groeien is naar eenheid onder de christenen.
Het zijn dikwijls hoogstaande figuren in de protestantse en in de rooms-katholieke wereld, in wie dit verlangen zeer sterk leeft en die dat ook in suggestieve bewoordingen weergeven. Ik denk aan Abbé Couturier en prof. Oscar Cullmann. Achter dit verlangen staat niet een vaag idealisme, een zwevende verzuchting naar de glans van de liefde, naar de schone vrede, naar de rust in de orde en in de eenheid.
Er staat iets anders achter. Deze mensen hebben zich daar grondig mee bezig gehouden. Zij zijn ten volle overtuigd, dat wij eenheid moeten nastreven, ook tussen rooms-katholieken en protestanten.
Ik zou echter nog verder willen gaan. Achter al deze beweging naar de eenheid staat ook Christus. Hij is bezig zijn kerk te vergaderen. Hij brengt de zijnen naar elkaar toe, uit alle stam en natie, uit elke kerk en richting. Hij wil de kinderen Gods, die er zijn zowel in de rooms-katholieke kerk als in de protestantse kerken, rondom Zichzelf verzamelen. Hij wil het Hoofd van zijn gemeente zijn. Jezus vergadert de zijnen door zijn Woord en door zijn Geest.
Omdat Jezus de eenheid wil bewerken door zijn Geest, daarom weten wij nooit helemaal zeker, hoe Jezus dat zal doen. Want de Geest is soeverein. De Heilige Geest is als de wind. Ge hoort zijn geluid, maar ge weet niet waar de wind vandaan komt en waar hij heen gaat.
Daarom staan ons grote verrassingen te wachten. De eenheid zal doorbreken daar, waar wij het niet zouden verwacht hebben. Plotseling zal ergens een dijk doorgestoken worden en zullen de levende wateren van Gods Geest gaan stromen tot onvergankelijk heil van velen en tot lof van Gods grote naam.
Christus vergadert ons echter ook door zijn Woord. En de Heilige Geest zal ook niets nieuws brengen, maar slechts het Woord van Christus verkondigen. Hij zal ons leiden in alle waarheid, die wij van Christus hebben ontvangen,
En daarom moet dat Woord van Christus ook beslissen over de vraag, hoe wij de eenheid onder de christenen moeten bevorderen. Dat Woord moet dus ook beslissen over de vraag of wij de rooms-katholieken mogen ontmoeten in een officiële religieuze samenkomst, zoals dat gebeurt bij de kerstzangdiensten en bij de bidweek om de eenheid.
En dan meen ik dat wij deze religieuze officiële samenkomsten met roomskatholieken moeten afwijzen.
Ik zeg helaas. Want als mens verlangen ook wij naar vrede. Vooral na twee verschrikkelijke wereldoorlogen zijn wij strijdensmoe geworden, en willen liefst ook de geestelijke wapens maar begraven.
Ik haast mij echter om er mijn vreugde over uit te spreken, dat de samenkomst, die afgelopen maandag werd gehouden, niet voorkwam uit vermoeidheid, uit valse irenische gevoelens. Neen, de kring, waar dit vanuit ging, wil helemaal niet de verschillen verdoezelen. Oscar Cullmann zegt ook uitdrukkelijk, dat zulk een vervloeiing van de grenzen geen winst maar schade zou opleveren.
Maar ook al wil men dan op zulke samenkomsten de principiële verschillen duidelijk handhaven, toch meen ik, dat desondanks Gods Woord ons het deelnemen aan zulke samenkomsten verbiedt, zolang wij overtuigd zijn, dat wij op grond van de Bijbel moeten vasthouden aan 'Solt Deo gloria, alleen aan God de eer', 'Sola scriptura, alleen door de Schrift', 'Solo Christo, alleen door Christus'.
I. SOLI DEO GLORIA.
Rome meent, dat de hoogste eer, die aan God wordt gebracht op aarde, bestaat in het opdragen van de mis.
Wij, reformatorische christenen, kunnen niet anders dan de mis een afgoderij noemen.
Ik hoop, dat de rooms-katholieken hun best doen om ons hierin te begrijpen. Het is geen anti-papisme, wanneer wij zo over de mis oordelen. Luistert u maar.
Volgens Rome verandert het brood en de wijn door de konsekratie in het lichaam en bloed van Christus. Als men dit werkelijk meent, dan ligt het volkomen in de lijn van deze gedachte, dat men voor dit brood en wijn neerknielt en het aanbidt. Volgens ons heeft echter die verandering niet plaats. Wij ontkennen, dat aan een mens zulk een wondermacht is gegeven. Het brood blijft brood en de wijn blijft wijn. En wanneer men deze schepselen aanbidt, dan pleegt men afgoderij. Immers afgoderij is, ook volgens Rome, aanbidding van schepselen.
Vanzelfsprekend nemen wij volkomen de goede trouw aan van de priesters, die de mis opdragen. Maar afgoderij, ook al wordt ze te goeder trouw gepleegd, is en blijft afgoderij. Ook onder de heidense priesters zullen er zeker zijn, die niet beter weten, die in deze zin ook te goeder trouw zijn.
En toch zal niemand van ons er aan denken, om deel te nemen aan een religieuze samenkomst, waarin een dominee en een heidense priester voorgaan in gebed. En zo vraag ik mij af, hoe kunnen wij, reformatorische christenen, een samenkomst organiseren, waarin een dominee en een priester voorgaan in gebed, een priester, die dezelfde morgen nog volgens onze overtuiging afgoderij heeft gepleegd, en die neergeknield is voor iets, dat volgens ons slechts een stukje brood is, en ook de mensen heeft uitgenodigd om dat brood te aanbidden en om dan te zeggen, evenals Thomas: 'Mijn Heer en mijn God'.
De belijdenis van het 'Soli Deo Gloria' eist van ons, dat wij geen gebedsgemeenschap onderhouden met mensen, die, zij het zonder zelf te weten, vasthouden aan afgoderij. Hier staan wij en kunnen niet anders.
De beeldenverering.
Als wij de beeldenverering alleen met ons verstand bekijken, dan zijn we geneigd om te zeggen: 'Kom, kom, waarom moet je je daar zo druk over maken? Als 58 iemand God graag door een beeld vereert, laat hem dat dan doen. Hij wil toch immers God zelf door dat beeld aanbidden'.
Maar als we dan zien, hoe de Bijbel de beeldenverering veroordeelt, ook als wij niet het beeld zelf, maar de voorgestelde persoon willen vereren, dan denken we er anders over.
Dan zien we hoe God de zwaarste vervloekingen over de beeldenverering uitspreekt. 'Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Here, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en het vierde geslacht van die mij haten'. Ex. 20 : 5. In de Bijbel wordt de beeldenverering geestelijk overspel, echtbreuk genoemd. Welnu, wij laten toch ook niet iemand,die in echtbreuk leeft met een andere vrouw, openlijk en officieel voor ons optreden, ook al zou die man misschien te goeder trouw menen, dat de veelwijverij geoorloofd is. Maar hoe kunnen wij dan toelaten, dat iemand voor ons optreedt, die in geestelijke echtbreuk leeft, die overspel bedrijft tegenover God? — Ook al is deze persoon nog zozeer te goeder trouw.
Volstrekte onderwerping aan de Paus.
Wij, reformatorische christenen, zijn overtuigd, dat wij ons nooit totaal aan een ander mens mogen onderwerpen.
Doch de r.-katholieke kerk vraagt van de mensen een houding, die het karakter van mensvergoding heeft. Zij vraagt ook allerlei andere eerbewijzen voor de priesters en vooral voor de paus, die wij in de geest, en soms volgens de letter van de Bijbel moeten veroordelen als mensvergoding. Dergelijke eerbewijzen zijn b.v. het zich neerwerpen voor de ander en zijn voeten kussen, vooral daar Christus ons het voorbeeld van de voetwassing heeft gegeven. Verder is daar de bewieroking van de priester in de mis, enz. enz. Door al dergelijke ceremoniën wordt niet maar burgerlijke, doch religieuze eer toegebracht aan schepselen. Dit is volgens de Bijbel volstrekt verboden. Daardoor wordt Gods eer verduisterd. Op grond van het 'Soli Deo Gloria' moeten wij de officiële gebedsgemeenschap met mensen, die dergelijke religieuze eerbewijzen voor zichzeli opeisen, volstrekt afwijzen. Hier staan wij en kunnen niet anders.
De vervolgingen van protestanten in Columbia en Spanje.
Volgens het Informatiebulletin van de Evangelische Confederatie van Columbia zijn in de laatste 12 jaar: 116 protestanten gemarteld en ter dood gebracht, 66 kerken verbrand of opgeblazen, 48 kerken zijn gesloten door burgerlijke autoriteiten.
Hoe kunnen wij gebedsgemeenschap hebben met mensen, die lid zijn van het rooms-katholieke diktatoriale stelsel, dat schuldig staat aan deze marteling van Gods kinderen en er nog steeds geen einde aan willen maken? Wanneer wij de Bijbel lezen, dan horen wij een andere taal over hen, die medeschuldig staan aan de vervolging van Gods kinderen. Men leze slechts de vloekpsalmen. Het 'Soli Deo gloria' eist van ons, dat wij geen openlijke gebedsgemeenschap hebben met hen, die aldus deel hebben aan de versmading van Gods naam door de marteling van zijn kinderen. Hier staan wij en kunnen niet anders.
Op 7-1-1960, op de dag, dat de Italiaanse president, Gronchi, naar Moskou zou zijn gereisd, als hij geen griep had gehad, heeft de machtige kardinaal Alfred Ottaviani een rede gehouden, waarin hij zeide: 'Kan een christen lachen en vriendelijk zijn tegen iemand, die christenen vermoordt?' Hij liet bovendien doorschemeren, dat indien Chroesjtsjew naar Rome komt, de Paus de stad zal verlaten.
Afgezien van het rooms-katholieke stelsel, kan ik alleen maar respekt hebben voor deze konsekwente houding en voor deze duidelijke taal.
Maar hoe is het dan mogelijk, dat wij, kinderen der reformatie, met de grote voorbeelden van Luther, Calvijn en Zwingli voor ogen, niet alleen de hand reiken aan de officiële vertegenwoordigers van het rooms-katholieke stelsel en in officiële samenkomsten, maar dat wij zelfs samen met hen willen bidden? Ik zou u willen vragen: 'Kan een reformatorisch christen in een officiële religieuze samenkomst samen bidden met vertegenwoordigers van een stelsel, dat reformatorische christenen vermoordt?'
II. SOLA SCRIPTURA.
Christus wil dat de Zijnen vergaderen door zijn Woord. De r.-katholieke kerk tast echter de kracht en het gezag van dat Woord aan, en is zodoende een blijvende oorzaak van verstrooiing van Gods kinderen.
Rome stelt zichzelf boven de Schrift.
Rome verbiedt elke vrijwillige twijfel aan haar eigen leer onder bedreiging van doodzonde en hel. Men mag wel de Bijbel lezen, maar wat er ook in mocht staan, men moet van te voren onherroepelijk de leer van de paus aanvaardden. Daardoor is het middel, waarmee Christus de zijnen wil vergaderen, volkomen slap geworden in zijn hand. Het Woord van Christus is ondergeschikt geworden aan het woord van een mens, van de Paus.
Het is dan niet juist als protestanten zeggen: 'Ja, maar dat is nu eenmaal de overtuiging van de rooms-katholieken, net zo goed als wij de tegenovergestelde overtuiging hebben'.
Wanneer waar is wat wij belijden, dat het een verschrikkelijke zonde is, wanneer een mens zijn gezag stelt boven dat van het geschreven Woord van God, dan kunnen we daar slechts volstrekt afwijzend tegenover staan, ook al meent die mens, dat God hem dat gezag gegeven heeft en dus te goeder trouw is.
In de encycliek, waarin Paus Pius XII het dogma van de tenhemelopname van Maria afkondigt, heeft hij tevens gezegd, dat wie het zou wagen om dit dogma vrijwillig te ontkennen of te betwijfelen, van het goddelijk en katholiek geloof is afgevallen. Dat zo iemand niet meer rooms-katholiek kan blijven, kunnen we begrijpen. Maar dat iemand, die vrijwillig betwijfelt of Maria met haar lichaam ten hemel is genomen, volstrekte geloofsafval, ook van de ware
(Vervolg op pagina 65)
God, en van Jezus Christus wordt verweten, dat is zonder meer huiveringwekkend. En wij kunnen onmogelijk gebedsgemeenschap hebben met mensen, die deze uitspraak van Pius XII als onfeilbaar aannemen.
Rome berooft het Woord Gods van zijn kracht.
Christus heeft aan zijn Woord kracht gegeven, waardoor dit Woord in staat is om ons uit allerlei uithoeken bij elkaar te brengen en ons rondom Christus te verenigen.
Rome berooft dit Woord echter van zijn kracht door allerlei filosofische onderscheidingen.
Enkele voorbeelden. In 1 Timotheüs 2 : 5 staat dat er slechts één middelaar is tussen God en de mensen. Rome antwoordt: Ja, er is één hoofdmiddelaar, en dat is Christus. Maar er zijn vele middelaars tussen God en de mensen, die afhankelijk zijn van Jezus Christus, en dat zijn de heiligen in de hemel. En Maria is bovendien middelares van alle genaden.
Maria zingt over haar God en Heiland. Ja, zegt Rome, Maria heeft Christus als 'haar Heiland nodig gehad, niet om haar te verlossen van de zonde, maar om haar te vrijwaren voor de zonde. Daarom is zij onbevlekt ontvangen en zondeloos.
De brief aan de Hebreeën zegt, dat Jezus Zichzelf slechts één keer geofferd heeft. Rome zegt echter dat Christus Zichzelf nog elke dag offert door de mis. Als men dan zegt: 'Dus is de mis een herhaling van het kruisoffer', dan antwoordt Rome: 'Neen, geen herhaling, maar een opnieuw tegenwoordigstelling.'
Men moet dan niet zeggen: 'Ja, maar de protestanten zitten toch ook wel eens met een tekst, dit tegen hun leer schijnt in te gaan'. Dat is ook zo. Maar dan gaan wij Schrift met Schrift vergelijken. Rome echter gooit tegen zulk een tekst een filosofische onderscheiding aan. Schrift met Schrift vergelijken is de kracht van een tekst vermeerderen. Een tekst echter met de filosofie te lijf gaan is Gods Woord van zijn kracht beroven.
Een waarachtig gebed wordt gevoed door Gods Woord. Rome stelt zichzelf echter boven het Woord Gods en maakt het krachteloos door zijn inzettingen. Daarom is de voorwaarde voor een waarachtige gebedsgemeenschap met Rome weggenomen. Daarom blijft ons niets anders over dan met profetische kracht Rome op te roepen tot bekering. Rome moet eerst zichzelf principieel onder het Woord Gods stellen. Pas dan kunnen we samen op de knieën gaan.
III. SOLO CHRISTO.
De reformatie belijdt: 'sola fide, sola gratia, alleen door geloof, alleen door genade'. Ik wilde dat samenvatten in 'Solo Christo, alleen door Christus'.
Professor Schillebeekcx schrijft in zijn boek: 'Maria, moeder der verlossing' op pag. 87 'Wij moeten voor ogen houden, dat goddelijke verlossing van mensen toch een menselijk vrij-aanvaarde en aldus een voor ons verdienstelijke verlossing is'.
Scherp heeft hij daarmee het grondverschil tussen reformatie en Rome getekend. Wij wijzen dat ten stelligste af. Doordat de mens de verlossing vrij aanvaardt, stelt hij geen daad, die ook maar in enig opzicht aanspraak op verdienste kan maken.
Wanneer ikzelf in het water ben gesprongen om mij te verdrinken, en iemand probeert mij te redden, en ik steek dan de hand uit zodat hij mij uit het water kan trekken, dan heb ik op geen enkele wijze recht op enig verdienste. Dan mag ik toch zeker geen loon verwachten van de redder zelf. Ik mag dan tegenover deze redder alleen maar gevoelens koesteren van diepe dankbaarheid.
Welnu, door onze zonden waren wij in de poel des verderfs gesprongen om daar in de eeuwige dood te verzinken. Christus kwam bij ons en bood ons aan ons te redden. Wij staken de hand uit door het geloof en werden verlost. Hoe kunnen we dan dit vrij aanvaarden van de verlossing een daad noemen, waarmee je iets verdiend hebt? De enige houding, die tegenover deze Redder past, is die van diepe dankbaarheid. Vooral ook omdat wij uit onszelf niet eens de hand konden uitsteken om gered te worden. Ook het geloof, waardoor wij naar zijn reddende hand grijpen, is een gave van Hem.
De Bijbel zegt het uitdrukkelijk, dat de mens alleen behouden wordt door het geloof. Als hij op de werken steunt, gaat hij verloren. En het is daarom, nat wij ons zo bezorgd maken over het eeuwige zieleheil van de massa van de roomskatholieken.
Rome leert niet dat de persoonlijke bewuste geloofsovergave aan Christus nodig is voor je behoud. Het is wel aan te bevelen om ook persoonlijke gemeenschap met Hem te hebben, maar het is niet noodzakelijk.
Welnu, wij, die de rooms-katholieken kennen, zijn overtuigd, dat de overgiote meerderheid van de rooms-katholieken, op grond van deze verkeerde prediking van Rome, deze persoonlijke geloofsovergave aan Jezus Christus niet Kennen. En ik wil hiervoor een onverdacht getuige aanhalen. In 'De Linie' van afgelopen week lees ik: 'Men kan moeilijk aan de indruk ontkomen dat voor veel overigens trouwe katholieken hun geloofsleven is gereduceerd tot een kennis van enige zakelijke waarheden en een observeren van bepaalde duidelijke verplichtingen'. Deze eerlijke erkenning zou prachtig zijn, wanneer dan ook met alle kracht verkondigd wordt, dat mensen, die aldus de eeuwigheid ingaan, ook voor altijd verloren gaan. Maar aan het einde stelt de schrijver — overigens geheel in overeenstemming met de rooms-katholieke leer — slechts de vraag: 'Van waaruit kan deze godsdienst van zovelen weer levend, echt en warm worden, als een vol menselijk bezit?'.
In de rooms-katholieke kerk kan ook niet de waarschuwing voor het oordeel over dergelijke mensen doorklinken, omdat Trente het 'sola fide' van de reformatie heeft afgewezen. Het is niet waar volgens Rome, dat de mens alleen behouden wordt door een persoonlijke vertrouwvolle overgave aan Jezus Christus. Wij zijn tenvolle overtuigd, dat de organisatoren van de gebedsavond tussen rooms-katholieken en protestanten bezield zijn van een diepe liefde voor de rooms-katholieken. Wij hopen dat ook zij van ons willen aannemen, dat ook wij eenzelfde liefde hebben voor de rooms-katholieken.
Maar het is onze diepste overtuiging, dat waarachtige liefde van ons vraagt, dat wij niet zulk een openlijke gebedsgemeenschap met de rooms-katholieken houden. Daardoor versterken wij hen slechts in de opvatting, dat het met hun eeuwig heil heus wel meevalt. Daardoor sussen wij hen dus mede in een doodsslaap.
Wij menen, dat wij de rooms-katholieken slecht dan een echte dienst bewijzen, indien wij hun het duidelijke evangelie verkondigen. Nu de rooms-katholieke kerk het niet doet, nu moeten wij met de kracht van de smekende liefde toeroepen: 'Vrienden, u gaat verloren, als u alleen maar wat kennis bezit van enkele geopenbaarde waarheden en die aanvaardt met uw verstand. U gaat verloren, als u alleen maar uw plichten doet. Jezus vraagt de gelovige overgave van uw hart, en als u dat weigert, dan zal Hij u eens voor eeuwig van Zich moeten afstoten in het eeuwige vuur.
Maar als u zich aan Hem overgeeft, en alleen op Hem gaat bouwen, dan bent u voor eeuwig behouden. Dan redt Hij u van de eeuwige dood en stort nieuw, eeuwig leven in uw ziel. Dan zullen geluk en blijdschap uw deel worden. Dan komt de volle rust in uw hart. Jezus is onze enige troost in leven en sterven. Alle mensen stellen teleur. Jezus nooit. Buiten Jezus is er slechts valse vrede, valse rust, valse troost. Christus alleen is onze vrede. De ware vrede is alleen met Christus.'.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1960
In de Rechte Straat | 21 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1960
In de Rechte Straat | 21 Pagina's
