IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

VAN REFORMATIE naar Rome

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN REFORMATIE naar Rome

12 minuten leestijd

En terwijl steeds meer rooms-katholieke priesters de weg opgaan naar de reformatie, gebeurt het toch af en toe ook nog, dat een predikant roomskatholiek wordt.

Dit is voor ons een raadsel, tenminste indien zulk een predikant tot dan toe had geleefd vanuit de vertrouwvolle overgave aan Jezus Christus in zijn belofte, dat „wie in Hem gelooft, eeuwig leven heeft". Hoe iemand dan ineens tegen Jezus kan zeggen: „Neen, ik vertrouw toch niet helemaal op uw belofte; de laatste zekerheid van de vergeving der zonden krijg ik pas, als een rooms-katholiek priester mij van mijn zonden ontslaat",.... dat begrijpen wij niet. Wel kunnen wij het verklaren, als iemand alleen maar een protestantse leer heeft aangehangen. Dan doet hij bij de overgang naar Rome niets anders dan van de ene leer op de andere leer over springen.

Er is in de rooms-katholieke en de protestantse pers heel wat aandacht aan de overgang van dr. H. van der Linde besteed. Ook wij zullen er ons in dit nummer mee bezig houden.

Wij willen eerst twee brieven plaatsen, die verzonden werden aan „De Volkskrant en aan dr. van der Linde zelf. Wij hebben op beide brieven geen antwoord gekregen.

Aan de Redaktie van „De Volkskrant" Kortenhoef, 9 mei 1960.

te Amsterdam.

Zeer Geachte Redaktie,

In uw editie van 9 mei lees ik in een redaktioneel stukje „Ten geleide" het volgende: „De overgang van de Zeeuwse pastor heeft enige reacties teweeggebracht, die gezien mogen worden als een blijk van beter begrip tussen de kerken onderling. Het dagblad „Trouw" gaf het bericht zaterdagavond royaal op de voorpagina; nog geen tien jaar geleden was zoiets vermoedelijk ondenkbaar geweest. De centrale kerkeraad, waarvoor het besluit een verschrikkelijke slag moet zijn geweest, gaf met een breed gebaar toe, dat hun voorganger tot het einde toe een voortreffelijk en getrouw dienaar van het Woord is geweest en men stelde hem in staat, van zijn beslissing in het openbaar tegenover zijn gemeente verantwoording af te leggen. Men kan de protestantse medebroeders gelukwensen met deze open visie. En er de vraag aan koppelen of dit omgekeerd ook was opgebracht".

Ik meen daaruit te mogen concluderen, dat U in elk geval wel bereid bent om overgangen van priesters naar de reformatie in uw blad op te nemen.

Mag ik U dan verzoeken om het volgende te willen publiceren:

Aan het maandblad „In de Recbte Straat" werken thans de volgende acht ex-priesters mee:

M. de Berdt, voormalig pater Scheutist; M.V.J. de Craene, voormalig kapelaan van Gent; H.J. Hegger, voormalig pater redemptorist; W.M.A. Kuin, voormalig pater Trappist; ds. C.L.A.M. van Puyvelde, voormalig pater Capucijn; J. de Savignac, voormalig pater Jezuïet; G. L. I. Stockmann, voormalig kapelaan van bisdom Utrecht; G. Verlot, voormalig priester-arbeider te Brussel. De ex-priesters, De Berdt en Verlot, traden op 29 januari j.l. uit de rooms-katholieke kerk. M. de Berdt hoopt over enkele weken belijdenis te doen en wordt dan lid van de gereformeerde kerk van Bussum.

Mag ik tevens vragen of U de volgende rektifikatie zoudt willen plaatsen:

In een artikel van Magister in uw blad onder de titel „Verzet tegen agitatie" las ik: „....vooral omdat ds. Hegger in Rome blijkbaar alleen een diktatoriaal stelsel kan zien." Daarmee wordt mijn visie op Rome totaal verkeerd weer-gegeven. In mijn boek „Moeder, ik klaag u aan" heb ik duidelijk onderscheid gemaakt tussen de rooms-katholieke mensen, die wij hartelijk moeten liefhebben. (p. 22 - 23). Vervolgens spreek ik over Rome als kerk: „In de kerk van Rome als zodanig moeten wij dan ook iets heiligs blijven zien", (p. 25). Pas daarna spreek over 't rooms-katholieke stelsel, dat ik vanwege de volstrekte alleenheerschappij van de paus, waardoor alle macht tenslotte in handen van één mens is komen te liggen, een diktatuur noem. Om dan nog te zwijg over een boek als „Onder hetzelfde Kruis", waar ik tracht aan te tonen, dat Reformatie en Rome in verschillende punten nog onder hetzelfde kruis staan.

In verband met het afsluiten van de kopij van het volgende nummer van ons blad „In de Rechte Straat", zou ik gaarne binnen een week bericht hebben, of U bereid bent bovenstaande stuk op te nemen.

U dankend voor de eventueel verleende plaatsruimte, verblijf ik,

Hoogachtend,

H. J. HEGGER.

Dr. H. v.d. Linde,

Middelburg.

Weledele Zeer Geleerde Heer Dr. v.d. Linde,

Ofschoon ik met het oordeel der liefde gaarne Uw goede trouw aanneem bij Uw overgang naar Rome, voel ik mij toch geroepen om U te wijzen op de zware verantwoordelijkheid, die U door deze stap op U laadt.

U bent toch met de Schrift opgegroeid! Daarin hebt U gelezen, dat het werk van Christus volbracht is. Hoe kunt U dan nu leren, dat dit verzoenende werk moet worden aangevuld door de absolutie van de priester en door de uitboeting van onze straffen in het vagevuur?

U leest toch voortdurend in de Bijbel de belofte, dat wie zich in geloof aan Jezus Christus overgeeft, zich voor altijd geborgen mag weten in zijn erbarming. Waarom maakt U die belofte van Hem nu waardeloos, waarom maakt U Hem nu eigenlijk tot een leugenaar door te verkondigen, dat het niet alleen het geloof in Hem is, waarop wij mogen bouwen, maar dat voor ons eeuwig behoud ook nodig is dat wij onze doodzonden met getal, soort en omstandigheden, die de doodzonde van soort veranderen, moeten biechten, enz. Daardoor gaat U nu dus leren, dat wij in feite niet op die belofte kunnen steunen, dat die belofte in wezen dus een mooie voorspiegeling is geweest, waarop je echter niet aan kunt. Wat een desillusie moet het voor een gelovig mens zijn, wanneer hij Jezus eerst zo stellig en zonder enige restriktie hoort zeggen: ,Voorwaar, voorwaar, wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven, en dat niet één keer, maar Hem voortdurend hoort herhalen, dat het het geloof in Hem is, waar het op aan komt, — en als hij dan later tot de ontdekking zou moeten komen: Jezus is veel te bout geweest in zijn beweringen. Het is niet alleen de gelovige overgave aan Hem waardoor ik behouden word. Behalve dat moet ik nog allerlei andere zware verplichtingen vervullen om het eeuwige leven deelachtig te worden, enbovendien moet ik eerst nog de straffen van mijn zonden zelf uitboeten in het vagevuur, voordat ik toegelaten word in de hemel. Moeten we dan niet zeggen, dat Jezus met restrictiones mentales heeft gewerkt?

En dit „geestelijk voorbehoud wordt toch door ons, protestanten, met leugen gelijkgesteld.

Ik zou het zeer op prijs stellen, indien U een antwoord wilde geven, hoe U er toe gekomen is om Uw vertrouwen op deze belofte van Jezus Christus zomaar te laten schieten. Het is voor mij een psychologisch raadsel, dat ik niet kan verklaren.

Ik wilde heel voorzichtig ook mijn verwondering er over uitdrukken, dat U geen enkel kontakt gezocht hebt met de acht ex-priesters, die thans medewerken aan ons blad „In de Rechte Straat. Heel voorzichtig, want U zoudt kunnen repliceren: „Wat verbeeldt U zich wel, dat ik eerst met U zou moeten spreken of met één van uw medewerkers. Ik bedoel het echter zo: U zult onze publikaties wel wat emotioneel geladen vinden. Ik kan dat begrijpen. Maar dan blijft toch het feit, dat er zoveel ex-rooms-katholieken en zoveel ex-priesters met grote gloed en innige blijdschap getuigen van de rijkdom die zij gevonden hebben doordat zij de rooms-katholieke kerk loslieten en zich enkel in geloof overgaven aan de Christus der Schriften, zoals Hij in de kerken der reformatie beleder. wordt. Deze warme getuigenissen zijn toch feiten, die om een verklaring vragen. U hebt een verklaring daarvan blijkbaar alleen gevraagd aan de rooms-katholieke priesters, die deze feiten uit psychische afwijkingen onzerzijds trachten te verklaren (Zie b.v. Idil, Volkskrant, De Bazuin: „angstcomplexen, neurose, benevelde geesten en meer dergelijke uitdrukkingen over ons). Waarom hebt U dan ook niet de andere partij willen horen? U hebt toch wel zoveel mensenkennis opgedaan in uw pastoraat, dat u vrij spoedig in een gesprek met ons zoudt kunnen constateren, of wij neurotici en psychophaten zijn, of niet.

Waarom hebt U alleen naar het oordeel der rooms-katholieke priesters over ons geluisterd? Als man van wetenschap hoorde U toch deze feiten van de expriesters, die getuigen van de grote geestelijke verdrukking, waarvan ze bevrijd werden en van de grote troost in Jezus Christus als hun enige en volkomen Zaligmaker, in uw onderzoek te betrekken. U kunt de vraag, wat deze mensen bewoog toch niet zo maar naast U neerleggen. Indien ik voor mijn overgang naar de reformatie kans gehad had om ex-dominees te spreken, ik zou het zeker gedaan hebben. U had de kans om ex-priesters te spreken en U hebt het niet gedaan. Dat begrijp ik niet van een wetenschapsmens.

Hierbij ingesloten copie van een brief aan De Volkskrant. Ze hebben al eens meer mijn uitingen verkeerd weergegeven. Maar ze hebben nooit een rektifikatie willen opnemen. Misschien dat ze het nu doen. Indien ze het weer weigeren, mag ik U dan vragen om Uw invloed aan te wenden, dat het toch gebeurt? Ik kan mij niet voorstellen, dat U nu ineens akkoord zou gaan met deze methode van verkeerde voorstelling van de mening van een tegenstander. Daarvoor hebt U als protestant toch een te diep gevoel voor de waarheid meegekregen....

PEARL HARBOR VOOR DE PROTESTANTEN

De ouderen onder U herinneren zich nog wel de plotselinge overval van Japan op Pearl Harbor op 7 december 1941. Dat is de onmiddellijke oorzaak geworden van de deelname van de Verenigde Staten van N. Amerika aan de tweede wereldoorlog. Amerika had lang geaarzeld. Maar nu veerden de Yankees op en zetten zich geheel in voor de zaak van de vrijheid. Zodoende behaalden de geallieerden de overwinning.

Het zou kunnen zijn, dat de overgang van ds. van der Linde eenzelfde reaktie teweeg brengt bij de protestanten in Nederland. Misschien gaan velen, die tot nog toe aarzelden, nu een resolute houding aannemen tegenover Rome.

Immers ieder vraagt zich af: Wat is er toch gebeurd, dat deze predikant overging? Hoe is het mogelijk, dat hij nu zo maar aanvaardt, dat Maria met haar lichaam ten hemel is opgenomen, dat wij tot haar moeten bidden, dat zij is middelares van alle genaden. Straks zien wij hem op Allerzielendag al de rooms-katholieke kerk in en uit lopen om telkens een volle aflaat te verdienen voor de zielen in het vagevuur. Hij zal in de rooms-katholieke kerk mee gaan doen, als in de maand oktober daar een rozenhoedje wordt gebeden, 50 keer achter elkaar: „Heilige Maria, moeder van God, bid voor ons, zondaars, nu en in het uur van onze dood. Amen". Hij zal niet meer van de wijn mogen drinken, zoals de discipelen bij het Avondmaal. Dit teken van het bloed van Christus mag hij niet meer tot zijn vertroosting tot zich nemen. Indien hij in de toekomst door de bestudering van de Bijbel tot de overtuiging zou komen, dat de rooms-katholieke leer in een of ander punt in strijd is met de Bijbel, dan moet hij zich toch buigen voor het rooms-katholieke leergezag en aanvaarden wat de Paus zegt. Doet hij dat niet, dan „is hij van het goddelijke en katholiek geloof totaal afgevallen," zoals paus Pius XII verklaart in de encycliek „Munificentissimus Deus". Bij zijn overgang zal hij de in de biechtstoel de reformatorische leer moeten afzweren. „Ik zweer, dat ik alle door de Kerk veroordeelde leringen eveneens veroordeel" („Het kerkelijk recht", p. Dr. Hub. van Groessen en P. Dr. Clementinus van Vlissingen, tweede druk, p. 1181). Hij zal dus moeten afzweren, onder ede zal hij moeten verloochenen, wat hem vroeger als reformatorisch christen het meest dierbaar moet geweest zijn, n.l. dat de mens volkomen zeker mag zijn van zijn eeuwig behoud door het geloof in Jezus Christus alleen. Voordat ds van der Linde officieel wordt opgenomen in de rooms-katholieke kerk en onder voorwaarde herdoopt wordt, moet hij ontslagen worden van de rooms-katholieke kerkelijke ban, die hij als ketter heeft ingelopen. (Voor het rooms-katholieke kerkelijke recht wordt juridisch van de veronderstelling uitgegaan, dat een protestant ook ter kwader trouw was. Dit is echter slechts een juridisch oordeel.)

Ook moet hij nog voor de bisschop of zijn afgevaardigde in het bijzijn van minstens twee getuigen de protestantse ketterij afzweren (can 2314, § 2). Dit gebeurt door het uitspreken van de „geloofsbelijdenis van Trente". Daarin staat o.a. „Ik belijd dat in de Mis aan God een waar, eigen en verzoenend offer wordt opgedragen voor de levenden en de doden" (verum, proprium en propitiatorium sacrificium). „Ik belijd, dat er een vagevuur is, ....dat de heiligen vereerd en aangeroepen moeten worden en dat hun relikwieën vereerd moeten worden.. Ik belijd dat aan de beelden van Christus, Maria en andere heiligen.... de verschuldigde eer en verering moet gebracht worden. Dat door Christus aan de Kerk de macht is verleend om aflaten te verlenen, en dat het gebruik van die aflaten zeer heilzaam (maxime salutarem) is voor het christelijke volk.... Onder ede beloof ik ware gehoorzaamheid aan de Paus, de opvolger van de zalige Petrus, de voorman van de apostelen, en de plaatsbekleder van Jezus Christus.... Zo waar helpe mij God, en zijn heilige Evangeliën". Hierna kust men dan het missaal.

Hoe triest allemaal! En hoe is 't toch mogelijk, dat deze predikant dit kan doen!

En toch.....

En toch.... Gods wegen zijn onnaspeurlijk en zijn raadsbesluiten ondoorgrondelijk. God is soeverein. Hij stoort zich niet aan onze menselijke berekeningen. En daarom, ook al vraagt God van ons, dat wij op grond van zijn Woord deze stap van ds. van der Linde ten stelligste veroordelen als ontrouw aan de Christus der Schriften, God kan dit toch toelaten en dwars door dit alles heen Zijn heil bewerken en Zijn Koninkrijk doorzetten. Wie weet of ds. van der Linde inderdaad niet veel van de schatten der reformatie in de kerk van Rome kan indragen, zodat deze kerk toch meer Christuskerk gaat worden.

In elk geval de volheid van onze christelijke liefde zal hem vergezellen op zijn tocht naar Rome. We scheiden van elkaar met een bedroefd hart, maar ook met een warme handdruk voor hem, in wk wij een vriend en broeder willen blijven zien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1960

In de Rechte Straat | 18 Pagina's

VAN REFORMATIE naar Rome

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 1960

In de Rechte Straat | 18 Pagina's