DE EVOLUTIELEER OP DE TERUGTOCHT

De evolutieleer, een theorie op haar retour, Dr. H. M. Morris, uitg. De Vuurbaak Groningen, 158 blz., ƒ 8,90. De schrijver is waterbouwkundig hoogleraar aan het Virginia Polytechnic Institute (U.S.A.) en dus deskundig op het gebied, waarover hij in dit boek schrijft. Een paar citaten, die de inhoud van het boek weergeven:

Twee hoofdwetten

„Door de gelijkwaardigheid van massa en energie zijn alle vormen van materie in werkelijkheid niet anders dan vormen van energie". „De eerste hoofdwet van de thermodynamica (warmteleer -vert.) is slechts een andere naam voor de wet van behoud van energie . . Deze wet zegt dat energie op verschillende manieren kan worden omgezet, maar niet geschapen noch vernietigd". „De tweede hoofdwet, evenzeer algemeen en ook boven elke wetenschappelijke twijfel verheven, leert dat bij alle energieomzettingen een gedeelte van die energie geneigd is over te gaan in niet-omkeerbare warmte-energie" (p. 44).

„Genetische veranderingen vinden bijna steeds plaats binnen zeer bepaalde grenzen, zodat de fundamentele soorten in wezen onveranderd blijven. Wanneer als gevolg van de een of andere mutatie een verandering buiten deze grenzen plaats vindt, dan is deze verandering in verreweg de meeste gevallen óf schadelijk óf, in het gunstigste geval, van geen betekenis voor het betreffende schepsel" (p. 69).

„Het is daarom voluit wetenschappelijk en redelijk om in volle ernst de stelling te overwegen, dat de fossielenoverblijfselen in grote mate een beschrijving van de gevolgen van de Noachietische vloed geven" (p. 100).

Zijn konklusie

„Al haar (= van de evolutieleer. H.J. H.) vooronderstellingen zijn niet alleen in tegenspraak met de goddelijke openbaring, maar ook met fundamentele wetenschappelijke wetten (bv. de beide hoofdwetten van de thermodynamica). I J aar talloze veronderstellingen en speculaties verdwijnen in het niet, wanneer ze geconfronteerd worden met de kracht van de Bijbelse en/of wetenschappelijke feiten. Haar schijnbaar indrukwekkende slagorde van bewijzen blijkt bij nader onderzoek slechts uit schimmen te bestaan" (p. 130).

„Er komen hoe langer hoe meer aanwijzingen van ontevredenheid en scepticisme, ondanks de geweldige druk van de evolutionistische propaganda op de wetenschappelijke wereld. Zoals eerder opgemerkt, worden alle belangrijke wetenschappelijke vakbladen en aile grote uitgeverijen van wetenschappelijke boeken volkomen beheerst door het evolutionisme. Op de een of andere manier is het verdichtsel, dat de evolutietheorie een bewezen feit is en dat niemand, behalve een wetenschappelijke beunhaas, haar ook maar in twijfel zou kunnen trekken, een zo machtig wapen geworden dat deze uitgevers nauwelijks ieis willen aanraken dat ook maar in de verte verwant is aan het creationisme. Verder zal het voor iemand die bekend staat als anti-evolutionist erg moeilijk, zo niet onmogelijk zijn, om een werkkring te krijgen of te houden als staflid bij de meeste belangrijke universiteiten" (p. 131).

Heel hartelijk bevelen we dit boek aan. Rooms-katholieken kunnen er een tegenwicht in vinden tegen de Nieuwe Katechismus, die doordrenkt is van het ïeinste evolutionisme. Maar zoals u weet, is deze theorie ook in opmars binnen protestantse kerken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen