spreekbeurten in april
In de eerste dagen van april was ik nog in Ierland en Engeland en had er besprekingen in Londen en Tunbridge Wells. Er hebben zich daardoor hoopvolle perspektieven geopend voor onze Engelse editie. Wij zouden daarvoor graag uw gebed vragen, alsmede ook voor de Spaanse editie die nu in een vergevorderd stadium van voorbereiding is.
Een zakje Zeeuwse babbelaars
En na pasen begon het weer in Nederland. Op 17 april in Hoevelaken. Prachtig weer, midden in de paasweek, - we vreesden het ergste. Maar.... een uitstekende opkomst en 18 nieuwe abonnees.
In Rotterdam-Zuid 11 en in Rotterdam-Overschic 16 abonnees. Degrootste opkomst haddcn we in de kerk van de gereformeerde gemeente te Aagtekerke op Walcheten. Dat bleek wei uit de enorme kollekte: f 652,—. Het aantal nieuwe abonnees was naar verhouding lager: 18. Toch nog een mooi aantal. - In de pauze overhandigde een dame ons een zakje met echte Zeeuwse babbelaars, door haarzelf gemaakt, om opgesmikkeld te worden door de Wartburgbewoners. Bijzonder hartelijk vond ik dat. Uit die kleine attenties spreekt zoveel liefde en meeleven met onze arbeid.
Na afloop hadden we nog een gesprek over het innerlijke leven met de Here. Het was een verkwikking om daaraan deel te nernen. Mensen die door een diepte van schuld en verlorenheid zijn gegaan, en daarna de genade vonden, hebben meestal een buitengewoon sterke verbondenheid met de Here. En als ze dan ook nog de gave hebben gekregen om dar onder woorden te brengen, dan is het een genot om daarnaar te luisteren. Maar de nacht vorderde en we moesten nog 230 km rijden over de Deltawerken heen naar Velp.
Het grootste aantal nieuwe albonnees behaalden we deze keer in Ermelo: 31. Deze avond was intens voorbereid door een comité ter plaarse, waarbij br. H. Pluimers een zeer belangrijke rol speelde. Zeer dankbaar zijn we ook de predikanten, die hun volle medewerking hebben gegeven voor het slagen van deze aktie, ds W. de Bruijn (hetv.), drs. J. Vlaardingerbroek (geref.), ds H. P. Brandsma (chr. geref.).
Een indringende vraag in Aagtekerke:
„Uit uw verhaal blijkt da u zeer bevreesd was voor de gevolgen van de zonde. Maar was u ook tenvolle bedroefd om de zonde zelf, omdat zij gedaan wordt tegen een heilig en rechtvaardig en goed-doend God?"
Ik meende daarop het volgende te moeten antwoorden. Inderdaad is angst voor de straf, die de zonde met zich meebrengt, geen waarachtig schuldbesef. We zitten dan innerlijk nog vast aan de zonde. We haten dan de -zonde niet om haarzelf, maar om onszelf, omdat we daardoor het ongeluk over onszelf brengen. Ten diepste is zulk een angst voor de gevolgen van de zonde alleen maar egoïsme, liefde voor zichzelf, maar geen liefde voor God. Dar is bv. duidelijk het geval bij iemand die graag echtbreuk met een andere vrouw zou plegen, maar bang is voor de schande die daaruit voortvloeit of voor de schade die hij daardoor misschien zou ondervinden in zijn zaken. Zo iemand is innerlijk al ontrouw aan zijn vrouw en leeft met zijn hart al in overspel.
Het waarachtige schuldbesef, het bijbelse berouw, is heel anders. Dan kijkt men niet meer angstig naar de gevolgen van de zonde, die men zou willen voorkomen of ontvluchten. Integendeel, dan erkent men tenvolle dat men die straf heeft verdiend. Men is geheel verslagen. Zulk een zondaar kan geen woorden meer vinden om de dwaasheid en het heilig-schennende van zijn zondige leven weer te geven. Hij zit daar met die éne vraag: Hoe heb ik toch zulk een heilige en liefdevolle God kunnen beledigen? Tegen U, tegen U alleen heb ik gezondigd, o Here! Dat is de verbrokenheid des harten, de verbrijzeling van de geest. Men is er dan innerlijk kapot van, dar men God dit heeft kunnen aandoen.
Alleen zulk een berouw is het werk van de Heilige Geest en mondt uit in de genade, want de Here voltooit het werk dar Hij aan een mensenziel begon.
Een mens die alleen maar angst heeft voor de gevolgen van de zonde, vindt ook meestal wel een psychische kunstgreep om aan die angst te ontsnappen of die angst althans te temperen. Hij zoekt naar verzachtende omstandigheden, die hem kunnen vrijpleiren van de schuld. Maar een zondaar die waarachtig gebroken is voor en door God, zoekt niet naar smoesjes en uitvluchten. Hij walgt van dergelijke kronkelingen. Hij heeft eerder een neiging om zijn schuld zo breed mogelijk uit te meten, want hij ziet zo helder de afzichtelijke boosheid van zelfs maar één zonde. Hij begrijpt bet maar niet: God beeft gezegd: „Gij zult dit... Gij zult dat...", en ik heb met mijn zonde gezegd: „En ik zal NIET!" Hoe is dit mogelijk!
Zo is daar dat schreien voor Gods aangezicht, die innerlijke zelfaanklacht, die ontlediging van zichzelf.
Maar juist daarom is deze verbrokenheid des harten tegelijkenijd de bron van vreugde. Uit deze pijn van de restlaze zelfbeschuldiging bloeit de vrede van de vrijspraak van God. Want als de Here ons zo leeg heeft gemaakt van onszelf, doordat de Heilige Geest ons van zonde overtuigd heeft, juist dan kan Hij ons vullen met het eeuwige leven van Jezus Christus, vervullen met Zijn Geest die in ons getuigt dat wij Zijn kinderen zijn. Iemand die in de angst voor de gevolgen van de zonden blijft steken, komt niet tot waarachtige bevrijding. Ergens weet hij dat hij de grote problemen ontvlucht is of ze verdrongen heeft naar de vergetelheid in zijn onderbewust zijn.
Maar als de Zoon ons heeft vrigemaakt, zijn wij waarlijk vrij. Dan mogen wij ademen in de ruimte van Gods genade. Dan is er een Vader die de tranen van berouw wegwist uit onze ogen, doordat Hij in ons hart ons verzekert van de vergeving van onze schuld en van Zijn barmhartige en trouwe liefde voor ons.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1968
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1968
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
