IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

God verhult zich

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God verhult zich

5 minuten leestijd

Toen ik destijds colleges volgde aan de V.U., behandelde prof. Berkouwer eens de moeilijke tekst uit Mk. 4:12, waar Jezus zegt dat Hij in gelijkenissen spreekt, „opdat zij ziende zien en niet bemerken, en horende horen en niet verstaan; opdat zij zich niet te eniger tijd bekeren en hun de zonden vergeven worden".

De moeilijkheid zit hem in dat woordje „opdat". En de vraag rijst dan: Hoe is dat te rijmen met die andere tekst, waarin van God gezegd wordt dat Hij „wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis der waarheid komen" (1 Tim. 2:4)?

Prof. Berkouwer stelde dit voor als oplossing: Eigenlijk is de beslissing van geloof of ongeloof al gevallen vóór het uitspreken van de gelijkenis. Degenen die in een geloofshouding tot Christus staan, zullen om uitleg van de gelijkenis vragen als ze die niet verstaan; degenen echter die in hun hart ongelovig zijn, zullen juist de gelijkenis aangrijpen als een voorwendsel om zich aan de oproep toit geloof en bekering te onttrekken. Daarom sprak Christus in gelijkenissen, want Hij wilde immers ook niet de parelen voor de zwijnen werpen.

God verbergt Zieh in de geschiedenis

Ik zou datzelfde ook willen uitstrekken tot heel de geschiedenis. Zeker ook in de geschiedenis openbaart God Zich, maar tegelijk verschijnt Hij ons daarin in het gewaad van de gelijkenis.

God is nergens duidelijk grijpbaar in de geschiedenis, althans grijpbaar met het natuurlijke verstand. Slechts door het geloof kunnen wij iets van Zijn voetstappen zien, die Hij achterlaat op het zand van de eeuwen.

De geschiedenis plaatst ons telkens voor raadselen, die wij niet met een goedkope theodicee moeten proberen weg te wuiven. Neemt u maar eens: Waarom is er betrekkelijk veel overeenkomst tussen de grote godsdiensten van de wereld? Waarom ontbreekt het aan glasheldere harmonie in de evangelieboeken? Waarom hebben we moeite om zelfs de verhalen over de opstanding in hun samenhang te doorzien? Waarom is er geen glanzend verschil tussen de landen waar het christendom geheerst heeft en de andere gebieden? Waarom is pas in de zestiende eeuw de reformatie gekomen? Waarom bleven miljoenen in de daaraan voorafgaande jaren en eeuwen verstoken van dit bevrijdende Evangelie? En zo zouden we eindeloos kunnen doorgaan met de waarom's.

Het hart beslist

Ik meen dat ook hier de levensinstelling beslist. Wie in zijn hart ongelovig is, zal b.v. blij zijn met de zogenaamde resultaten van de moderne wetenschap. Hij zal er een bevestiging in zien van de zondige twijfels die hij al zo lang in zijn hart had toegelaten. Terwijl een van de grondbeginselen van de wetenschap is: de erkenning van de beperktheid van ons menselijk vorsen, laat men dit beginsel op dit terrein ineens varen en aanvaardt als eeuwige axioma's wat in wezen slechts hypothese is.

De gelovige draagt zijn kruis

De gelovige zal echter altijd achter de Here aangaan. Hij zal vele dingen niet begrijpen. Hij hoeft evenmin, als de ongelovige, een pasklaar antwoord op allerlei problemen. Maar hij zal het kruis van de Zich verbergende God blijmoedig dragen, want hij leert daardoor om steeds minder op zichzelf te steunen. Door de duisternis van vele vragen heen schouwt hij in het licht van Hem die in wezen, ondanks Zijn Zelfopenbaring in Jezus Christus, onbegrijpelijk is en die woont in een ontoegankelijk licht.

...en zingt van Gods heerlijkheid

Ja, dat is de onuitsprekelijke vreugde van het geloof, dat grijpen naar de Onbegrijpelijke, waardoor je in het geloof weet dat je door Hem gegrepen bent. Die eenheid met de Eeuwige, die verzuchting naar Zijn aanbiddelijke ontvouwing van Zichzelf in Zijn Zoon. Dat proeven en smaken hoe goedertieren de Here is. Die dankbaarheid om Zijn onverdiende zegeningen, die niet te tellen zijn.

En dan is er nog deze rijke belofte, waarnaar wij reikhalzend uitzien: „Wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien, van aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen gelijk ook ik gekend ben" (1 Kor. 13:12).

Geleid en geleerd door één Geest

„Het was een fijne avond in Vlaardingen. Wij waren opnieuw getuige, hoe wonderlijk Gods wegen toch kunnen zijn, dat Hij de Koning der Kerk is, Zijn Kerk in stand houdt en nog steeds wandelt tussen de zeven gouden kandelaren van Zijn gemeente. Want de Getuige in de hemel is getrouw. Ja, Hij wil telkens Zijn genade verheerlijken in mensenlevens en zondaren brengen tot het Licht der wereld.

Er werd door mij op die avond iets ervaren van die gemeenschap der heiligen en er was een stille verwondering in mijn hart, hoe er een liefdeband kan zijn zonder dat men elkaar kent of gesproken heeft. Hieruit mogen wij zien dat de kinderen Gods door één Geest geleid en geleerd worden. Deze eenheid is er al, die behoeven wij niet meer te maken. Het is een heilige vanzelfsprekendheid dat diegenen die door genade God mogen liefhebben, ook elkander zullen liefhebben. Mocht er toch meer van openbaar komen, het zou Gode tot eer en onze naaste tot zegen zijn."

Vlaardingen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

God verhult zich

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1967

In de Rechte Straat | 32 Pagina's