IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

ULSTER …….

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ULSTER …….

WAT MOETEN WE DAARVAN DENKEN

9 minuten leestijd

In I.R.S. sept. 1969 publiceerden wij een artikel „Onrecht in Ulster", waarin wij ons keerden tegen ds I. Paisley, die wij verweten dat hij „de protestantse extremisten ophitste tegen de r.k. minderheid". Wij hadden dat artikel ook overgenomen in onze Engelse editie en kregen daardoor enkele opzeggingen van abonnementen. Op zichzelf is dat niet erg. We moeten bereid zijn desnoods ons hele blad te laten verdwijnen, als het om de waarheid gaat. Wanneer wij met de waarheid zouden gaan schipperen en het met de leugen op een akkoordje gooien, kan er geen zegen meer rusten op ons werk.

Maar ook al hebben wij dan die instelling dat we steeds de waarheid willen zoeken, dan blijft natuurlijk altijd de mogelijkheid open dat wij er naast zijn. „Vergissen is menselijk".

En toen wij die verschillende reakties op ons artikel in de Engelse editie lazen, begonnen we te twijfelen en vroegen we ons af: Zijn we dan misschien toch verkeerd voorgelicht? Hebben we al te gemakkelijk verondersteld dat de berichten in de wereldpers juist zijn?

Opnieuw kwam ik voor die vraag te staan, toen onze ex-priester O. Molina een uitnodiging had ontvangen om spreekbeurten te houden in Ulster, die zouden worden georganiseerd door The Evangelical Protestant Society. (Deze organisatie heeft niets te maken met ds Paisley!)

Ik vond het een beetje griezelig en belde daarom naar Belfast naar de secretaresse van deze Evangelical Protestant Society, de Nederlandse mej. Janny S. v.d. Klis. Ik vroeg haar: Is het wel verantwoord als wij br. Molina in Ulster laten optreden? Is dat niet gevaarlijk, gezien de gespannen toestand aldaar tussen rooms-katholieken en protestanten?

Zij begon toen te lachen: „Jullie in Nederland hebben de gekste voorstellingen over Ulster. Laat hem gerust komen. Er dreigt geen gevaar voor hem, want het is eigenlijk geen godsdienstige kwestie die Ulster zo in beroering houdt".

Ik vroeg haar toen of zij dan eens een artikel wilde schrijven over Ulster. Dat artikel schreef ze en we laten het hier volgen.

Nog even dit: Mej. v.d. Klis is jaren lang in Ulster geweest. Ze KAN dus op de hoogte zijn. Ze is nu benoemd tot zendelinge in Kenya. Het lijkt mij erg onwaarschijnlijk, dat een Nederlandse dame die haar leven gaat wijden aan de zending, een leven vol ontbering en met heel weinig comfort, niet oprecht zou zijn in haar schrijven over Ulster. Natuurlijk kan ook zij zich vergissen, maar in elk geval zal haar artikel ons moeten aansporen om wat voorzichtiger te zijn, wanneer wij vanuit Nederland de toestand in Ulster beoordelen - en wij Nederlanders hebben daar zo'n handje van om eens precies te vertellen, hoe de toestanden in allerlei landen liggen, wat er verkeerd is en hoe het daar veranderd moet worden. Wij luisteren nu naar mej. v.d. Klis.

Ulster zoals ik het zie

Ulster staat de laatste tijd wel erg in het nieuws. Explosies, schietpartijen, bommen en relletjes, dat alles was interessant genoeg voor pers, radio en televisie. De kranten vertelden over gevechten tussen rooms-katholieken en protestanten met de onvermijdelijke en verschrikkelijke gevolgen daarvan. De publieke opinie in Groot-Brittannië en in de gehele wereld was óf voor de rooms-katholieken óf voor de protestanten. De meesten wisten niet goed wat ze moesten denken. Het leek allemaal zeer verward en onoverzichtelijk.

Wat gebeurt er toch in Noord-Ierland? Is het waar dat de rooms-katholieken die in Ulster wonen, de „underdogs" (verdrukten) van de maatschappij zijn en dat de protestanten hen op onrechtvaardige wijze overheersen? Is deze strijd een godsdienstoorlog, een gevecht van protestanten voor het protestantisme en van roomskatholieken voor het rooms-katholicisme? Of gaat het om andere belangen? Om enige kijk te krijgen op de situatie in Ulster, zal het goed zijn een blik te werpen op de geschiedenis van Noord-Ierland.

In 1921 sloot het overwegend rooms-katholieke Zuid-Ierland na een lange strijd een verdrag met Groot-Brittannië, en werd een zogenaamd „dominion". Noord-Ierland, met zijn overwegend protestantse bevolking die van Schotse afkomst is, kreeg een bepaalde tijd om te beslissen over aansluiting bij Groot-Brittannië, of vereniging met de zojuist opgerichte Ierse Vrijstaat. Een commissie werd aangesteld die de grens tussen noord en zuid moest vaststellen „in overeenstemming met de wensen van de bewoners, voor zover de economische en geografische toestand dat toeliet".

De bevolking van Noord-Ierland sprak zich in een vrije verkiezing met grote meerderheid uit voor eenheid met Engeland. Het werd een integrerend deel van het Verenigd Koninkrijk, met zijn eigen grondwet en parlement. De rooms-katholieke zuiderburen betreurden dit zeer en verzetten zich bitter tegen deze beslissing van Noord-Ierland. Felle gevechten braken uit. Een organisatie, genaamd het Ierse Republikeinse Leger (nu illegaal, maar nog steeds erg aktief), keerde zich met harde hand tegen de mannen van Ulster. Er waren zware verliezen aan beide kanten, en veel dappere mannen verloren toen hun leven. Zuid-Ierland, dat het Noorden beschouwde als een deel van „haar land", weigerde de grondwet van Noord-Ierland te erkennen. Men spreekt in het zuiden over Ulster als „de zes graafschappen", en daar men zich realiseert hoe belangrijk Ulster is voor zijn economie, heeft men gezworen dat men eenmaal Ulster zal heroveren.

Noord-Ierland heeft sinds het ontstaan 50 jaar geleden, grote vooruitgang geboekt. Industrie en handel zijn tot ontwikkeling gekomen, en sinds het einde van de laatste wereldoorlog is de economie sterker geworden, doordat vele nieuwe fabrieken zijn ontstaan die aan duizenden arbeiders werk verschaffen. De landbouw heeft nu ook een stevige basis gekregen, met vaste afzetgebieden en waarborgprijzen voor boeren. De sociale voorzieningen zijn uitgebreid en worden op gelijke hoogte gehouden met die in andere delen van Groot-Brittannië. Een uitgebreide gezondheids -en ziekenvoorziening is in werking, en het schoolsysteem is grondig gemoderniseerd.

In tegenstelling tot Noord-Ierland, is Zuid-Ierland niet zo gelukkig geweest. De rooms-katholieke kerk staat nog steeds nagenoeg aan het hoofd van de staat, en zoals bij alle landen waar de rooms-katholieke kerk het openbare leven beheerst (beheerste), is de bevolking er arm. De lonen liggen lager en de sociale voorzieningen zijn minder gunstig. Als we dat bedenken, dan zal het ons niet meer verbazen dat veel inwoners van Zuid-Ierland naar het Noorden zijn verhuisd. Alleen al in Londonderry zijn de laatste jaren duizenden uit de Republiek van Ierland komen wonen. Zij genieten dezelfde voordelen als ieder ander burger in Ulster en over het algemeen zijn zij zeer tevreden in een land te wonen, waarvan zij echter de grondwet niet erkennen.

Van de stichting van Noord-Ierland af, zijn pogingen gedaan door het Ierse Republikeinse Leger, om de vrede van het land te verstoren en het rijp te maken voor een overname door het zuiden. Deze pogingen hebben gefaald en werden snel de kop ingedrukt door een goed geoefende en gedisciplineerde politiemacht en een vrijwilligerscorps, de Ulster Special Constabulary. Maar naarmate de rooms-katholieke bevolking in Noord-Ierland toenam, werd een andere taktiek toegepast. Vurige republikeinen uit het zuiden, socialisten en communisten, drongen het land binnen. Ze maakten misbruik van de toestand en proklameerden de rooms-katholieke minderheid tot hun „operatieterrein". Zij porden aan tot ontevredenheid en ruiden op tot twist. In het begin luisterden slechts enkelen, maar de opruiers bleven komen met hun leugens en bleven ontevredenheid zaaien, totdat de mensen hen begonnen te geloven. Woningen, werk en stemrecht, waren de drie hoofdpunten. De pers bemoeide zich ermee en deed het bijna voorkomen alsof de rooms-katholieken in Noord-Ierland geen huizen hadden, geen werk en geen stemrecht. Niets is verder van de waarheid af. Meer dan 100.000 huizen zijn sinds de tweede wereldoorlog in Noord-Ierland gebouwd door de overheid; ongeveer 52 % van deze woningen is toegewezen aan rooms-katholieken die ongeveer 1/3 van de bevolking uitmaken. De overgrote meerderheid van de werkgevers in Ulster is protestant. Behoudens een enkele uitzondering hebben zij rooms-katholieken in dienst, terwijl, omgekeerd, de rooms-katholieke werkgevers geen protestanten in dienst hebben. En dat geldt speciaal voor de stad Londonderry. Wat betreft het stemrecht: iedere burger van 18 jaar en ouder, of hij nu rooms-katholiek of protestant is, mag stemmen bij de verkiezingen van afgevaardigden voor het parlement van Ulster (Stormont) of van Groot-Brittannië (Westminster). Het traditionele Britse beleid wordt enkel gevolgd bij de verkiezingen voor het gemeentebestuur. Alleen huiseigenaars mogen hun stem uitbrengen voor de aanwijzing van gemeenteraadsleden. Dat mag dan ook iedere huiseigenaar, ongeacht zijn godsdienst, rang of stand.

Nee, het gaat eigenlijk niet over zogenaamde gelijkheid van burgerrechten, maar om het bestaan van Ulster zelf. Mej. Bernadette Devlin, Westminster afgevaardigde voor Midden-Ulster, verklaarde onlangs openlijk in Zweden, dat zij vecht voor een verenigd socialistisch Ierland. Wat Ulster in beroering brengt, is dus eigenlijk geen godsdienstige, maar een politieke kwestie. Het is een treffen tussen de man uit Ulster die zijn land liefheeft en er trots op is Brit te zijn, en de nationalistische Ier die wil dat Ulster deel wordt van de Ierse Republiek. Maar de strijd wordt niet gevochten om godsdienstige motieven. Er zijn veel rooms-katholieken en protestanten die de recente gebeurtenissen betreuren, en die gekant zijn tegen geweld. Slechts de extreme elementen aan beide zijden brachten de zaak op de straat, met de bekende rampzalige gevolgen.

De problemen die Ulster heeft, zijn beslist niet uitzonderlijk. Washington, Trinidad, Parijs, Japan - ze brengen alle dezelfde berichten: onrust en ontevredenheid, geweld en wanorde. Dat alles is normaal geworden in onze tijd.

Het antwoord op het dilemma in Ulster, zoals trouwens op de problemen over de wereld, kan gevonden worden in God alleen, die in Jezus Christus vrede en echte tevredenheid brengt voor het menselijke hart.

NOG EEN KORT NASCHRIFT:

Wij zijn mej. v.d. Klis heel dankbaar voor dit verhelderende artikel. Maar juist omdat het voornamelijk een politieke kwestie blijkt te zijn, kunnen wij niet begrijpen dat een dominee (I. Paisley), die als dienaar des Woords de opdracht heeft het Evangelie van de redding van verloren zondaren door het kruisoffer van Christus te verkondigen, als een felle leider in deze strijd optreedt en zich zelfs heeft laten kiezen als afgevaardigde voor het parlement in Londen. Is dit niet een noodlottige vermenging van godsdienst en politiek die in de loop van de geschiedenis reeds vaak oorzaak is geworden van rampzalige gevolgen, van bloedvergieten en haat, van ergernis voor de wereld? Hoe valt dit te rijmen met het voorbeeld van Jezus, die zich niet liet spannen voor allerlei politieke kwesties en die op de strikvraag van de joodse leidslieden slechts antwoordde: „Geeft de keizer wat des keizers is, en God wat Godes is".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

ULSTER …….

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

In de Rechte Straat | 32 Pagina's