IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

OCH, DAT GIJ DE HEMELEN SCHEURDET…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OCH, DAT GIJ DE HEMELEN SCHEURDET…

Jesaja 64:1

5 minuten leestijd

Ik word er gewoon stil van wanneer ik deze woorden lees en overweeg. Het is een hartverscheurende kreet van de profeet Jesaja, die zo diep is aangegrepen door de ontrouw van zijn volk. Even tevoren heeft hij geklaagd: "Maar ze zijn weerspannig geworden en zij hebben Zijn Heilige Geest smarten aangedaan" (Jes. 63:10).

O wat kende Jesaja een ontoerende bewogenheid om zijn volk te doen terugkeren op de wegen des Heeren! Moet deze bewogenheid niet de onze zijn? Moet deze bewogenheid ons niet doen uitroepen: "Bekeert u en gelooft het Evangelie"?! Onze mensen hebben nood, nood aan het ene nodige: Jezus Christus, de Herder en Hoeder van hun ziel. Konden ze dit maar zien! Konden ze maar roepen om redding door Jezus Christus! Ons volk is geestelijk moe en is zat van mooie woorden en luide kreten. Een geestelijke donkerheid heeft zich vastgezet in menig mensenhart.

"Zonder Christus, geen hoop hebbende en zonder God in de wereld", zo spreekt de Bijbel van de mens die meent aan zichzelf genoeg te hebben en de vergankelijke dingen van de wereld verkiest boven het onvergankelijke leven in Jezus Christus. Zo leeft toch de massa van ons volk (Ten overvloede: ev. Vanhuysse werkt in België, een overwegend rooms-katholiek land), die van zichzelf beweert nog rooms-katholiek te zijn. Is het niet om te schreien? Dat raakt u toch? Of niet soms? Zijn we dan zelf reeds zo moe en mat geworden dat het ons allemaal niet zoveel meer doet? Dat we al tevreden zijn met wat uiterlijke vormendienst? Kennen we iets van dat evangelisch enthousiasme van de eerste gemeenten om het Evangelie van genade te verkondigen aan al die mensen die de Verlosser niet kennen?

Een rechtgeaard kind van God zou bedroefd moeten zijn over zoveel geestelijke lauwheid en matheid onder ons volk! Dat was de wor steling van de profeet Jesaja: he t onbegrijpelijke van de afdwaling en verharding van zijn volk! Hij heeft erom geklaagd bij de Heere. Hij heeft erom geweend bij de Heere…. 'Waarom toch, o waarom?..'

Wenen wij ook weieens om de nood van ons volk? Om de velen die buiten Christus verloren dreigen te gaan?

Of huilen we alleen nog maar wanneer persoonlijke tegenslagen ons treffen en het ons moeilijk maken? Zoals Jona treurde om zijn wonderboom, maar het hem geen zier kon schelen of die men sen in Ninevé al of niet verloren gingen! Meer zelfs, Jona had er helemaal geen zin in om hun de bekering tot behoud te prediken!

Paulus kende deze smart. Hij kon spreken over een grote droefheid en een gedurige smart omwille van het ongeloof van zijn broeders.

Wanneer ik daaraan denk, dan schaam ik mij en ik geloof dat velen met mij zich zullen moeten schamen om het gebrek aan bewogenheid om zielen te winnen voor Christus. Wat had Paulus een ruim en liefdevol hart voor verlorenen. Dit was geen bijzaak voor Paulus, maar het allervoornaamste en in dit opzicht drukte hij de voetstappen van zijn Meester: "Wee mij", riep hij uit, "als ik het Evangelie niet verkondig'^ Kor.9:16).

In Hand. 20:31 horen we hem zeggen: "drie jaar lang heb ik dag en nacht niet opgehouden eenieder onder tranen te vermanen". En in 1 Kor.9:22 "allen ben ik alles geworden, opdat ik immers enigen behouden zou".

Het winnen van zielen was de allesbeheersende faktor in het leven van Paulus. Lees maar de verzen 19-21 van ditzelfde hoofdstuk: "…opdat ik er meer zou winnen… opdat ik de Joden winnen zou… opdat ik degenen die onder de wet zijn, winnen zou… opdat ik de zwakken winnen zou…". Voor onszelf mogen we de vraag stellen: 'Hoe krijg ik zo'n bewogenheid om zielen te winnen?' Het is toch de wil van de Heere dat we, net zoals Paulus, 'alles willen verdragen om de uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid zouden verkrijgen, die in Christus Jezus is, met eeuwige heerlijkheid' (2 Tim.2:10).

We mogen het van de Heere bidden: "O Heere, geef toch iets van die bewogenheid van Paulus. Maak ons hart brandend voor U en geef dat in ons spreken en getuigen, de gloed en de heerlijkheid van Uw liefde mag geproefd worden. Laat ons hart volstromen met de kracht van Uw Heilige Geest. Geef ons dorst naar U en honger naar Uw Woord, zodat ons leven een brief van Christus mag zijn, bekend en gelezen van alle mensen. Och, dat Gij de hemelen scheurdet…."

Het is een vertroostende en gezegende arbeid om de mensen te mogen wijzen op de 'oude paden', op de 'smalle en goede weg' van het geloof in het zaligmakende Evangelie van Jezus Christus. Ze de éne weg ter zaligheid aan te wijzen. Want alleen op die weg 'zult ge rust vinden voor uw zielen', staat er geschreven!

Och ja, we weten het wel en we horen het elke dag dat velen gen: 'Wij zullen daarin zegniet wandelen', en zonder enige verlegenheid bant men het Woord van God uit zijn leven. En men beseft niet dat men zichzelf verderft!

Bid, smeek de Heere God dat het in uw leven zover niet komen zal. Zoek de "rust" die Gods Woord wijst. De rust in Christus!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1994

In de Rechte Straat | 24 Pagina's

OCH, DAT GIJ DE HEMELEN SCHEURDET…

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1994

In de Rechte Straat | 24 Pagina's