De Gekruisigde
“Doch wij prediken Christus, den Gekruisigde.”
Op zijn tweede zendingsreis heeft Paulus achttien maanden in de havenstad Korinthe gewerkt. De omstandigheden waren moeilijk. In Handelingen 18:9 lezen we dat de Heere Paulus bemoedigt en aanspoort: “Zijt niet bevreesd, maar spreek en zwijg niet.” De Heere heeft “veel volks in deze stad” (Hand. 18:10). De Heere heeft de arbeid van Paulus rijk willen zegenen. Na zijn vertrek zijn er echter grote problemen gekomen. De gemeente dreigt terug te vallen in het heidendom. In zijn brieven gaat Paulus de gemeente van Korinthe onderwijzen en waarschuwen. Hij legt vooral de nadruk op de inhoud van zijn prediking. Doch wij prediken Christus, den Gekruisigde! Deze boodschap is de kern van het Evangelie. In een zondige en verloren wereld is dit de enige heilsboodschap. Mensen hebben schuld voor God. Die schuld kunnen zij zelf niet betalen. Die schuld kunnen andere schepselen (dieren, engelen of duivelen) niet betalen. Die schuld is ook niet vanzelf weg of opgelost. Die schuld moet betaald worden. In het aardse leven geldt dat schulden betaald moeten worden. In het geestelijke geldt dat evenzeer. God ziet de zonde niet door de vingers. Hij haat en straft de zonde. Met tijdelijke en eeuwige straf. Laten we dat toch niet vergeten. God is heilig en rechtvaardig en daarom moet aan Gods gerechtigheid worden voldaan. God heeft ook Zelf een middel aangewezen tot betaling. Dat is het bloedige offer van Zijn Zoon. Daarin ligt het heil voor verloren mensen.
De gekruisigde Christus is de enige heilsboodschap voor verloren mensen. In de dagen van Paulus zijn er reeds vele verkeerde predikers geweest. Zij prediken iets anders dan de gerechtigheid van Christus. In onze dagen is het niet anders. De islam predikt Mohammed, de Joden prediken Mozes, het moderne heidendom predikt de mens. De Bijbel predikt ons een gekruisigde Christus. Paulus acht alle dingen schade en drek om de uitnemendheid van Christus. Het Evangelie van de gekruisigde Christus is een ontdekkende boodschap. Het kruis spreekt van schuld en zonde. Het kruis predikt ons Gods oordeel over de zonde. God de Vader heeft Zijn eigen Zoon niet gespaard. De eis van de wet moet worden vervuld. De schuld van de zonde moet worden betaald. De deugden van God moeten worden verheerlijkt. Alleen in de Gekruisigde heeft Gods recht zijn loop. De vloek van de wet is door Christus gedragen. Hoe belangrijk is het dat we persoonlijk leren dat we de vloek en de dood waardig zijn. De zonde is opstand tegen God. Wat een verootmoediging is er als, door genade, de ogen opengaan voor onze verloren staat. Dan blijft een mens niet meer op de been. Dan krijgt hij een walg aan zichzelf. Dan komt er een breuk met de zonde. Dan gaat het geweten hem aanklagen. Dan wordt een mens benauwd van geest. Dan is er geen rust voor een onrustig hart.
De gekruisigde Christus is ook een heerlijke boodschap. De Joden en de Grieken vinden deze boodschap ergerlijk en dwaas. Het geloofsoog echter leert in deze Heiland alles zoeken en vinden wat nodig is. Bij Christus is rust voor onrustigen. Dat zegt de Heere Jezus Zelf. “Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven” (Matth. 11:28). Bij Christus is heil voor verdoemden. “Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest” (Rom. 8:1). Bij Christus is een schuilplaats tegen de dood. “Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen” (Psalm 91:1).
De gekruisigde Christus wordt door het ware geloof aangenomen (Joh. 1:12). Sommigen praten over het Evangelie. Dat is niet verkeerd, maar het is voor God niet genoeg. Anderen denken over het Evangelie. Dat is ook nodig, maar het geeft ons nog geen deel aan Christus. Nodig en reddend is de persoonlijke geloofsomhelzing van de Heere Jezus. Dat was de grote ontdekking van de Reformatie. Het is nodig dat we Christus door het geloof aannemen. Slechts dan is er vrede en rust. Het geloof is een kennen en vertrouwen van al datgene wat ons in het Evangelie is geopenbaard. Het geloof zegt amen op alles wat de Heere zegt. Kennen wij reeds de kracht van dat geloof in ons leven? “Doch wij prediken Christus, den Gekruisigde.” Paulus heeft niets anders willen weten (Gal. 6:14). Wat willen wij weten? Waar ligt ons hart? Zijn we rijk en verrijkt? Hebben we geen gebrek? Geve de Heere een heilige onrust in ons leven. Geve Hij de kracht van Zijn genade! Bent u een veroordeeld mens? Drukt de last van de zonde? De Heere Jezus is een gewillige Zaligmaker. Bij Hem valt het voor een verloren volk zo eeuwig mee!
Nooddruftigen zal Hij verschonen.
Aan armen, uit genâ
Zijn hulpe ter verlossing tonen.
Hij slaat hun zielen gâ
als hen geweld en list bestrijden,
al gaat het nog zo hoog,
hun bloed, hun tranen en hun lijden
zijn dierbaar in Zijn oog.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 2008
In de Rechte Straat | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 oktober 2008
In de Rechte Straat | 16 Pagina's
