IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Hoe doen ze het in Mullheim?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe doen ze het in Mullheim?

14 minuten leestijd

Lezing uitgesproken door Oscar Dierbach tijdens de conferentie van 1-4 maart 1996 op "Rhederoord".

We hebben in de grote ste den van Duits land jongeren die met heel veel sociale problemen te maken hebben.

Sommigen die nog maar één van beide ouders hebben of helemaal geen ouders meer hebben. Anderen hebben ouders die verslaafd zijn aan alcohol. We hebben ook jonge mensen die uit miljonairskringen komen. Jongelui die op hun veertiende jaar een snorfiets krijgen, op hun achttiende een auto en op hun twintigste een helikopter.

Zij hebben allemaal, hoe verschillend ze ook zijn, in de achterliggende twintig jaar op één punt eenzelfde ontwikkeling doorleefd; ze hebben in het gezin, op school en in de kerk de secularisatie meegemaakt, het bij God vandaan lopen. In 1976 ontmoette ik nog jeugd die iets meegekregen had van school of van thuis. Tegenwoordig is nog slechts vijf procent in onze stad in een christelijk gezin opgegroeid. Misschien is het in Holland beter? Duitsland, het land van de Reformatie was altijd al wat grondiger, ook in de secularisatie.

Tegen deze achtergrond mogen wij bezig zijn met evangelisatie onder de jongeren. Aan de hand van enkele punten wil ik u nu wat vertellen over onze jeugdevangelisatie.

Voorwaarden om jeugdevangelisatie te doen

Eerste voorwaarde is dat ik zelf in een levende betrekking tot Jezus Christus sta. Dat is niet zomaar een algemene geloofszin. Maar het heeft iets te maken met het gevoel van jonge mensen. Jonge mensen hebben een verlangen naar echtheid. Geen film, geen video, geen porno of wat dan ook heeft dit verlangen naar echtheid kapot kunnen maken. Integendeel, jonge mensen ervaren dat ze rondom voorgelogen worden. Ze hebben een diep verlangen naar mensen die hen niet bedriegen. Als we willen evangeliseren onder jonge mensen, dan moeten we dus door en over de taal heen hun meedelen dat we zelf van het Brood eten dat we ook aan hen willen meedelen. Met de voorbereiding van de medewerkers moet er een gemeenschappelijke basis zijn om zo te kunnen werken. Het is niet alleen belangrijk om het geloof te kennen, maar het is nog belangrijker om met de onzichtbare God te leven, omdat jonge mensen verlangen naar het leven en naar echtheid. Ze zullen in korte tijd aan ons merken of ons woord alleen maar in de etalage staat of dat dit woord ook in de winkel zelf aanwezig is. Voorwaarde is dat ik als medewerker met Jezus leef.

Tweede voorwaarde is dat je moet weten hoe de jeugd denkt en waar ze te vinden is. Daarom zijn we met onze medewerkers eerst naar de café's, de kroegen en de pleinen gegaan waar ze op de rollerskates heen en weer bewegen.

We zijn bij de bioscopen gaan staan voordat ze naar binnen gingen en we zijn er ook weer gaan staan om hen te beluisteren na afloop van zo'n voorstelling. Denken, voelen, kleden, praten. Al die dingen veranderen in steeds kortere tijd. In de zestiger, zeventiger en begin tachtiger jaren hadden we nog jeugdculturen die elkaar afwisselden. Ze hadden allemaal lang haar, of weer kort, ze luisterden allemaal naar de hardrock of de softpop, je hoorde erbij of niet. Nu is er geen vaste jeugdcultuur meer.

Er zijn veel jeugdculturen naast elkaar en door elkaar, ieder mengt zijn eigen jeugdcultuur-mix. Net zoals bij het syncretisme, dat je uit alle godsdiensten wat neemt en in één grote pan doet en alles door elkaar roert, zo is het ook in de wereld van de jongeren, in de jeugdcultuur.

Dat wil dus zeggen dat we geen duidelijk beeld hebben van de jeugd anno 1996. We hebben met heel veel individuele persoonlijkheden te maken die allen hun persoonlijke levensfilosofie en allemaal hun eigen mix hebben van hun carrière-patroon, hoe ze willen leven, hoe ze religie willen beoefenen.

Daarom is één ding heel belangrijk: luister en kijk welke mensen je voor je hebt, want het kan morgen alweer anders zijn. We moeten weten dat we als christenen willen evangeliseren, we zijn slechts één stukje mozaïek in het denken van jonge mensen voor hun eigen levensmix. En ze vragen zich af: welk deel van het Evangelie kan ik nu in de cocktail mengen. Eén ding willen ze in geen enkel geval, of het nu hardrock- of softrockaanhangers zijn. Zij willen in geen geval ingepalmd worden op een gedwongen manier.

De meesten van ons hebben in andere levensvormen geleerd zich te binden aan vereniging, gezin of schoolklas. De moderne stadsjeugd heeft dat 'binden-aan' nooit geleerd en daarom kunnen ze met het 'ergens-aantoebehoren' niets beginnen. Dat voelen ze in eerste instantie als teveel verplichting. Het is een lange weg om hen het verlangen bij te brengen om ook ergens bij te horen.

En daarmee kom ik tot de derde voorwaarde. We moeten ons eigen hart aan de hengel hangen. Jeugdevangelisatie heeft slechts zin wanneer ik mijzelf volledig ter beschikking stel. Dat is spannend en kost veel energie.

Voor onszelf heel belangrijk

We hebben niet alleen nodig om zelf bekeerd te zijn en kennis te hebben van de levenssituatie en de liefde tot de jeugdige mensen. We moeten ook zelf een thuis hebben waar we verankerd liggen en waarheen we ook de ander kunnen uitnodigen.

Als ik met jonge mensen over de Heere Jezus praat en zij mij vragen waarom ik in de Heere Jezus geloof, vragen zij mij gelijk als tweede hoe het er dan bij je thuis uitziet, op je werkplaats, hoe je met je geld omgaat. Dat willen ze niet alleen theoretisch weten, ze willen ook in die kringen komen waarin ik leef. Het is voor hen niet zo belangrijk dat ze in zo'n evangelisatie-bijeenkomst een vlammende rede over Jezus horen. Het is voor hen belangrijk om te zien hoe de onzichtbare God mijn leven en dat van mijn broeders en zusters veranderd heeft.

Hoe doen wij dat in Mullheim?

Ik wil boven dit tweede punt schrijven dat de straat de plaats is voor de jongeren van Christus. De straat als concrete straat in de stad en de straat in figuurlijke zin voor het op weg zijn van mensen. Wij als jeugdevangelisten staan op de kruispunten van die wegen.

U kent allen de grote M, van Mc Donald's. Mc Donald's heeft begrepen dat hun hamburgershops moeten staan aan de grote kruisingen van de wegen. Wij kunnen daar van leren!

Willen wij jonge mensen bereiken, dan moeten wij op de grote wegkruisingen van het leven bezig zijn. Deze kruisingen zijn bijvoorbeeld het verlaten van de kleuterschool en het gaan naar een gewone school en van de gewone school naar de beroepsschool. Van puberteit naar volwassenheid. Van jong volwassene naar beroep en gezinsleven.

We moeten staan op de levenskruisingen van jonge mensen.

Bij deze mensen zijn zelden gezellige kamers aanwezig. Nee, maar er zijn wel ontzaglijke innerlijke problemen, heftige protesten, grote noden. We hebben voor deze innerlijke en ook voor de uiterlijke noden antwoorden en uitdagingen vanuit het geloof, vanuit Gods Woord aan te bieden of we moeten helemaal niet beginnen aan jeugdevangelisatie. Als ik kijk naar de kerk in Duitsland, dan heb ik soms de indruk dat het voor hen alleen nog gaat om het behouden van de leden en om er nog wat bij te krijgen en dat het hen er niet meer om gaat dat de mensen het echte Leven vinden. De kerk aan de Noord-Elbe heeft 30 miljoen Mark aan reclame uitgegeven om een project te organiseren om leden te werven.

Wij willen wat anders, wij willen mensen tot Jezus brengen en we willen dat doen op de wegkruisingen van hun leven.

Wat doen wij concreet?

In Mullheim is het begonnen toen ik ongeveer twintig jaar was en tot geloof in de Heere Jezus ben gekomen. Ik ben toen tot de ontdekking gekomen dat Hij niet een bisschop is, maar dat Hij voor het leven van alle dag wat te zeggen heeft. Ik heb toen iemand gevonden met wie ik samen kon bidden. We hadden een brandend hart als we veel leeftijdgenoten en jongeren zagen die helemaal niets van de Heere Jezus wisten. We hebben in de Bijbel gelezen dat de Heere Jezus met Zijn discipelen niet in een gemeentehuis gegaan is en daar een bord opgehangen heeft, maar dat Hij de straat opgegaan is. En daarom zijn wij ook de straat opgegaan. En we hebben in onze voorstad gezien dat de meeste jeugd in twee kroegen zat. En we zijn naar hen toe gegaan en we zijn naast hen gaan zitten.

Hebben we aan de bar een evangelisatiepreek gehouden?

Nee, dat hebben we niet. We zijn naast hen gaan zitten en hebben naar hun problemen geluisterd en naar de taal die ze spraken. We hebben geluisterd naar wat ze zeiden over hun ouders, leraren, kerk en catechisatie. Sommigen stonden al in de praktijk van het leven en we hebben gehoord hoe ze over hun leermeesters in de fabriek spraken.

Enkele avonden hebben zij met ons gesproken. En wij hebben ook onze ervaringen met al die soort mensen aan hen verteld. En we hebben verteld hoe wij met ons leven, met onze ervaringen omgaan. En ze hebben ons uitgelachen!

Na ongeveer vier, vijf, zes weken, ik weet het niet meer precies, hebben er twee gezegd: "Het ergert ons dat jullie er zo vrolijk uitzien."

Toen zijn we naar huis gegaan en hebben 'hallelujah' gezongen. Vanaf toen wilden deze jongens, met hun alcohol, sigaretten, meisjes, softdrugs, brommers en wat al niet, contact met ons hebben.

Een half jaar later hebben we een bijbelkring opgericht. Ook niet in een kerkgebouw, maar in mijn eigen woonkamer. De jongelui hebben gemerkt dat de Bijbel bij mij thuis is. En we hebben onze tijd, onze liefde, soms ook ons geld met hen gedeeld. We hebben met hun leermeesters en ouders gesproken, we hebben met hen gevoetbald, gekegeld. En toen hebben ze gezegd: "Het zou toch geweldig zijn als we hier een groep zouden kunnen vormen van al de anderen die we kennen." Uit dit begin is een kring ontstaan van vijftig mannen en vrouwen. Enkelen hadden al kleine kinderen. Sommigen wisten ervan dat er thuis altijd ruzie was omdat vader teveel gedronken had. Zij zijn de beste jeugdleiders geworden. Zij kunnen ook, met die en/aringen, naar de café's gaan om met de jonge mensen te spreken, want ze hebben die ervaringen ook van vroeger. Ze gaan naar de scholen, naar de café's, naar de huizen.

En ze geven daar uitno digingen. Maar daar komen er maar weinig op af. De meesten komen door de persoonlijke contacten waarover ik u juist verteld heb.

Nog een voorbeeld. Ik heb een grote Bijbelbus gehuurd. Dat ding is wel 20 meter lang, zo'n gelede bus, dubbeldekker, vol met computers, cdrom en video's met het onderwerp Bijbel. Die kan je huren van het Bijbelgenootschap in Mariaheide. En we zijn van acht tot vier met die bus langs de scholen gegaan in Mullheim. We hebben meer dan tweeduizend jongeren bereikt. En we hadden gedacht, wanneer zij horen: "Bijbel", dan zeggen ze: "Dat hoeft niet." Maar wat denkt u? Ze waren nieuwsgierig omdat ze vanuit hun onderwijs geen bijbelse vertellingen kennen. We hebben met een postchristelijke maatschappij te maken. En dat is een grote kans. Ik had mijn medewerkers met deze Bijbelbus weggestuurd. En er zijn heel goede gesprekken rondom de bus ontstaan. Lerarenstaan meegenomen en de mensen begeleid. waren blij dat er een aantal uren uitviel. Veemensen speelden met de techniek, maar enkelen kwamen met hun vragen. We hebben de contacten die zijn ont

Nog een voorbeeld. In het centrum van Mullheim is het ene café naast het andere. Vrijdagavond is het kroegenavond. Alle jeugd zit vrijdagavond aan een pint in het centrum. En onze Heere heeft in wijs vooruitzicht in 1930, toen de jeugd waarover ik nu spreek er nog helemaal niet was, de YMCA een klein stuk grond gegeven, juist in dat centrum.

YMCA café. We zetten ook de deur open op vrijdagavond. We hebben een jeugdcafé zonder alcoholische dranken en dit wordt intussen beter bezocht dan menig omliggend kroegje. Er is een werkgemeenschap van de eigenaren van de café's die zeggen: "Jullie maken onze omzet kapot." Wij zeggen: "Sluit dan de tent maar op vrijdagavond."

Waarom komen de jongelui naar ons? Wat hebben wij wat ze in het café niet krijgen?

Mensen met wie ze kunnen praten.

Mensen die kunnen luisteren en mensen die Jezus kennen.

Niet Jezus met een grote knots, maar Jezus met een open hart voor iedere jongere in onze grote stad. Dat kun je niet maken. Dat kan alleen maar geschonken worden. Dat kan alleen met mensen gebeuren die in een persoonlijke betrekking tot Jezus staan of komen.

Als de medewerkers het alleen maar in hun hoofd zouden hebben, zou er geen één jongere meer komen naar dit tehuis. Ze moeten de Heere Jezus kennen als het vleesgeworden Woord, als spreekbuis wil Hij hen gebruiken.

Nog twee voorbeelden.

We hebben verschillende straatacties. Bijvoorbeeld voor een stad in Peru hebben ze elke dag een actie ter ondersteuning van het missiewerk in Peru en om jonge kinderen elke dag eten te geven en de gemeente daar te bouwen. Stelt u zich eens voor, u leeft in een stad waar 95% van de jeugd niets van de Heere God weet. De toonaangevende kerk in deze stad gaat op haar weg van verwereldlijking steeds verder. Daar kun je toch eigenlijk geen straatactie houden voor een project voor de zending, dat gaat toch eigenlijk niet. En toch gaat het!

Waarom? Omdat het een stam is van levende, bekeerde, jonge christenen, die hun vrienden op school, in de omgeving, in sportverband hebben en de ouders hangen er dus ook indirect aan. En nu staat daar die "vrome" club midden in de stad. En mensen die voor geen geld zondagmorgen in de kerk zouden komen, zeggen: "Bij die stam, bij die club hoor ik, want mijn zoon en mijn dochter hoort daarbij, die doen iets zinvols."

Ik moest aan Jezus denken Die zegt:"Wie niet voor Mij is, die is tegen Mij". En zo werken nietbekeerde mensen in opdracht van de zending in Peru mee.

Merkt u hoe belangrijk het begin van de vergadering en van de zending is, zodat er kringen kunnen ontstaan?

Daarom is het werken aan de medewerkers het fundament voor alle acties. We hebben nog veel nieuwe plannen op tafel. Sociaal werk onder leerlingen op school.

Open avonden voor twintig- tot dertig-jarigen.

Moeder en kind-kringen. Maar voor we dit allemaal beginnen, zullen we weer een sabbatsjaar van de medewerkers hebben. We zullen wat op dit moment loopt aan activiteiten voortzetten, maar geen nieuwe activiteiten erbij nemen, voor we enkele crises in de kring van medewerkers onder de knie hebben gekregen. Je moet aan de basis, aan de medewerkers werken. Dat is het eerste en belangrijkste.

Er is om de veertien dagen een bijbelstudie voor medewerkers. We hebben een aanloopkring van medewerkers, die hebben een proeftijd voordat ze als medewerker gaan werken. We spreken met elke medewerker hoe ze als zielzorger moeten optreden.

Dus dat wil zeggen dat er in de kring één is die de zielzorg op zich neemt voor een ander. En deze is dus voor een ander weer het aanspreekpunt voor geloofs- en levensvragen. Meisjes zullen zich geen mannen als zielzorger uitzoeken en mannen zullen zich geen vrouwen als zielzorger uitzoeken, omdat het de wijsheid van de Heere is dat de zorg voor je eigen ziel niet verward raakt met je eigen gevoel.

Alle medewerkers worden geroepen tot een opdracht en we wensen hen de zegen van de Heere toe. Als iemand een taak heeft, bijvoorbeeld straatevangelisatie en hij kan deze taak niet meer volbrengen of kan om persoonlijke redenen niet meer meehelpen, komt de kring van medewerkers samen en wordt hij binnen deze kring ontheven van de opdracht. Zodat iedereen uit die kring weet dat die persoon niet zichzelf roept en niet zelf die opdracht geeft, maar de gemeenschap van de verantwoordelijke medewerkers in de Naam van de Heere Jezus, Die hen roept.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1996

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Hoe doen ze het in Mullheim?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1996

In de Rechte Straat | 32 Pagina's