Ik ben die Ik ben

Gij hebt Uzelve zo geduid.
Uw Naam: Ik ben „Ik ben",
die slechts Mijzelve ken
en uit Mijn eigen Ik ontspruit.

Gij zijt die bent en die zult zijn.
U wentelend in rust
wordt Uw bestaan gekust
tot vormen, stil en overrein.

Gij zijt ontheven aan de tijd,
maar eeuwen roemen U
en golven groeten U.
Gij zijt het die Uzelf verblijdt.

Gij staat en gaat, Gij wordt en zijt.
Gij spreekt en Gij geschiedt.
Gij zijt een werkend lied.
Gij maakt U één met al wat lijdt.

Gij zijt barmhartigheid en toorn.
Gij, grimmig om Uw recht
en zacht in wat Gij zegt
en overvloedig is Uw hoorn.

Gij hebt Uw liefde uitgeraasd
in 't offer van Uw Zoon.
U hulde Hem in hoon.
De nacht heeft zich aan Hem verdwaasd.

De zonde heeft zich uitgerekt
aan Hem, Uw Woord, Uw beeld
en heeft zichzelf verspeeld,
want Gij hebt Hem weer opgewekt.

Gij zijt altijd Uzelf geweest.
En toch: wie zijt Gij, wie?
Gij, Eén en toch ook Drie,
o Vader, Zoon en Heil'ge Geest.

Vergeef mij telkens als 'k Uw Naam
weer op mijn lippen neem,
Kneed mij, o Hand, als leem,
Geef mij Uw. vorm, Uw lijn, Uw raam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen