ZENDING OF ONTWIKKELINGSHULP
Ergens in Guatamala. Een groepje van drie jongens en twee meisjes. Ze staan met elkaar te praten, op een meter of vier afstand van het huis van de kapelaan. Er komt een jeep aanrijden. Als deze dichterbij is gekomen, ratelt opeens het machinegeweer. De twee meisjes en de drie jongens zijn dood. De kapelaan heeft het gezien vanuit zijn pastorie. Hij was diep verontwaardigd en 's zondags preekte hij daartegen. Hij hield het de mensen voor: Gij zult niet doodslaan. Maandagmorgen echter stond op de deur van zijn huis een lijst aangeplakt van de mensen die ten dode waren opgeschreven. Hij stond als zesde op de lijst. Binnen een maand zouden deze mensen geliquideerd worden door dezelfde terroristengroep die ook die jongens en meisjes had neergemaaid.
Wat moest de kapelaan doen? Hij was Italiaan. De enige uitweg was om Guatemala te verlaten en terug te keren naar zijn vaderland.
Er was in diezelfde plaats een regeringspersoon geweest die ook zo'n dreigbrief had gekregen. Maar hij meende dat hij geen gevaar liep. Hij had een lijfwacht van vijf mensen om zich heen en hij ging daar prat op: Er zou hem niets kunnen overkomen, zo pochte hij. Maar voordat de maand om was, werd hij doodgeschoten, toen hij even voor het raam stond op de eerste verdieping van zijn huis. Deze kapelaan is dan ook teruggekeerd naar zijn vaderland. Noodgedwongen, maar het kon niet anders.
Dit verhaal werd mij verteld door een vriend van deze kapelaan, nl. een Italiaanse ex-priester die thans bij ons op de „Wartburg" verblijft.
De mening van een Belgische professor
We zitten zo midden in het probleem van Zuid-Amerika. De eerste vraag is: Hoe komt het dat Zuid-Amerika zo ver is achtergebleven in de ontwikkeling? Het is niet eenvoudig om daar een duidelijk antwoord op te geven. Toch zou ik graag willen wijzen op een boekje van een Belgische professor, Emile de Laveleye, dat een interessant licht werpt op deze vraag. Het heet „De toekomst van de katholieke volken" en werd gepubliceerd in 1875. In dit boekje maakt deze professor een vergelijkende studie tussen de rooms-katholieke en protestantse volken van zijn tijd. Hij komt tot de conclusie dat de protestantse volken zich toen op allerlei terrein veel verder ontwikkeld hadden dan de katholieke volken. Hij toont ook duidelijk aan dat dit niet veroorzaakt wordt door verschil van ras of taal. Hij laat bijv. zien hoe een Germaans kanton in Zwitserland dat r.-k. is, ver ten achter is bij een Romaans kanton dat protestants is.
Hij wijst er ook op dat de r.-k. volken veel meer analfabeten hebben dan de protestantse volken. Volgens een mededeling in „De vastenaktie 1970" is thans 70% van heel Zuid-Amerika praktisch analfabeet. Volgens „De Tijd" schommelt het inkomen per hoofd van de bevolking tussen de ƒ 1,75 en ƒ 3,50 per dag.
Prof. De Laveleye die een vooruitstrevend rooms-katholiek was in zijn tijd, zegt dat de oorzaak daarvan ligt in de godsdienst. De protestantse godsdienst heeft als grondslag een boek, nl. de Bijbel. Daaruit volgt dat een overtuigd protestant er alles voor over zal hebben om dit boek te kunnen lezen. De r.-k. godsdienst baseert zich op allerlei ceremoniën en uiterlijke praktijken, zoals de biecht, de mis, de preek, de kruisweg, de rozenkrans. Leren lezen is daarom voor een rooms-katholiek helemaal niet nodig, gezien vanuit zijn godsdienst. Het is veeleer een gevaar voor hem, want als zij zich gaan ontwikkelen, dan zullen zij gemakkelijker de blinde volgzaamheid verliezen, waarop het hele gebouw van de r.-k. godsdienst steunt. Een gevolg daarvan is dat de r.-k. priester over het algemeen niet veel ervoor zal voelen om het gewone volk tot ontwikkeling te brengen. Aldus prof. De Laveleye. Hij illustreert dat aan de praktijk en zegt: Een pastoor probeert aan zijn parochianen een medaille, een rozenkrans, een prentje kwijt te raken; een protestantse dominee hamert er telkens op dat de mensen de Bijbel moeten lezen. Hij stopt de mensen een boek in handen.
Het zou zeer interessant zijn, wanneer er over dit probleem - zoals dat door Prof. De Laveleye getekend wordt - een gedegen studie zou verschijnen. Persoonlijk ben ik ook van oordeel dat de zending de beste hulp is voor de ontwikkeling van achtergebleven landen.
Toen ik in Brazilië was, hoorde ik dikwijls door protestanten zeggen: Wat is het jammer dat jullie Nederlanders uit Pernambuco (het noorden van Brazilië) moesten vertrekken en dat wij door Portugal zijn gekolonialiseerd. Wat zou het er anders hebben uitgezien, als wij een Nederlandse nederzetting zouden zijn geworden.
Eerst het Koninkrijk Gods
Ik meen in elk geval dat ook op Bijbelse gronden de zending primair moet gesteld worden boven de ontwikkelingshulp. De Bijbel zegt immers: Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en al het andere zal u worden toegeworpen. Dat al het andere u zal worden toegeworpen, moeten we niet verstaan in de zin van een gelaten afwachten van wat God ons zal schenken. Neen, het betekent dat wanneer een mens echt tot bekering is gekomen, hij innerlijk nieuwe krachten ontvangt, waardoor hij zich geheel kan inzetten voor de dienst aan de medemens en voor de opbouw van een goed maatschappelijk en economisch leven van het volk waartoe hij behoort.
Wanneer ik dus zeg dat de protestantse zending het beste hulpmiddel is voor de ontwikkeling van achtergebleven volken, dan bedoel ik daar niet ieder protestantisme mee. Dan bedoel ik daar in de eerste plaats mee een protestantisme dat gelovig de Bijbel aanvaardt en dat uit die Bijbel leeft, maar vervolgens ook niet een zoetelijk, wereldvreemd protestantisme dat zich alleen bezig houdt met de eigen ziel en zaligheid, - maar een protestantisme dat daadkrachtig is, dat vanuit een stoere vroomheid probeert deze aarde steeds meer leefbaar en bewoonbaar te maken voor alle mensen.
In onze tijd zien we dat men de zending totaal wil laten opgaan in de ontwikkelingshulp. Men vindt dat wij in de eerste plaats moeten proberen om de maatschappelijke toestand te veranderen door financiële hulp en door maatschappelijke strukturele veranderingen, en dat de verkondiging van het evangelie zeker niet voorop mag gaan, maar nauwelijks nog een plaats ergens achteraan mag krijgen. Vanuit de Bijbel gezien is dit dus beslist onjuist en ik meen ook dat de geschiedenis daarvan een bevestiging geeft.
Daarom is het van groot belang dat wij de zending in Zuid-Amerika zoveel mogelijk steunen.
LAAT MIJ U ONTMOETEN IN DE HEMEL
„Alles uit genade", C. H. Spurgeon, uitg. Wever Franeker, een ernstig woord tot hen die de zaligheid zoeken te verkrijgen door de Here Jezus Christus. Dit boek van deze prins der predikers, deze calvinistische baptist, eindigt aldus:
„Ga niet naar de hel. Van dit verblijf der ellende is er geen wederkeren. Waarom wenst gij de weg des doods te betreden, als de poort des hemels toch voor u openstaat? Weiger niet de vrije vergiffenis aan te nemen, het volle heil, dat Jezus schenkt aan allen die op Hem vertrouwen. Aarzel niet, en stel niet uit. Gij hebt nu al genoeg goede voornemens opgevat. Kom thans eens tot de daad. Geloof thans in Jezus Christus door een onmiddellijke beslissing van uw hart. Kom heden tot de Here, ja heden. Herinner u dat het thans voor u NU OF NOOIT kan wezen. Laat het NU zijn: het zou vreselijk wezen, indien het nimmer moest zijn. Vaarwel. Nog eens smeek ik u: LAAT MIJ U IN DE HEMEL ONTMOETEN."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1970
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1970
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
