Geloven is ook ZIEN!
Hiernaast kunt u enkele citaten vinden uit mijn boek „Ik zag Gods heerlijkheid". (Dit boek is uitverkocht, maar zal misschien in enigszins gewijzigde vorm herdrukt worden). Ik heb daarin dus beweerd, dat geloven eigenlijk een zien is, een zien van de heerlijkheid Gods in Jezus Christus. Zo heb ik dat ervaren.
Maar nu las ik in het nieuwste boek van dr. W. Aalders: „Schepping of geschiedenis" (uitg. Voorhoeve Den Haag, ƒ 10,90) een diepe exegese van de brief aan de Hebreeën, waarin Dr. Aalders o.a. het volgende zegt:
Het Griekse woord: „blepein"
„Het allesbeheersende gezichtspunt is: „Wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond" (Hebr. 2:9). (...) Op de betekenis van deze woorden kan niet genoeg nadruk worden gelegd! Wij staan hier voor het hart van het apostolische geloof: het ziet Jezus met heerlijkheid en eer gekroond. (...) Het apostolische geloof berust op een „zien" (p. 23).
„Blepein (in Hebr. 2 : 9 ) is maar niet „zien" in de zin van: het oog zijn functie laten verrichten als een fotografische lens. Het is een zien, waarbij de wijze van zien, de gerichtheid van de blik, van de grootste betekenis is. Het is een „zien", waarbij de blik iets aan het waargenomene toevoegt Etymologisch hangt blepein samen met: schijnen, licht geven, zoals ook ons woord „blikken" verwant is aan: blaken, bliksem. Blepein betekent dus: de glanzende lichtstraal uit de ogen bij het aankijken. Het vooronderstelt een innerlijk licht, waarbij het waargenomene een hogere waarde en betekenis krijgt dan het blote oog kan opnemen" (p. 24).
„De apostolische gemeente heeft Hem gezien met een innerlijk licht, waardoor zij Hem pas wezenlijk ziet en Hij voor haar een hogere, rijkere, vollere waarde en betekenis heeft gekregen dan het naakte oog kan waarnemen" (p. 25).
Zie Hem en..... wees zalig
O ik zou zo graag aan ieder deze vreugde van dit „zien" gunnen. Het is verbonden aan het levende geloof zelf. Natuurlijk is dat „zien" bij de een weer anders dan bij de ander. De Here herhaalt zich nooit. Maar er zijn toch bepaalde grondtrekken.
„Het zien van Jezus Christus bloeit op uit de volstrekte overgave aan Hem, uit mijn volkomen overgave aan Hem. In dit volstrekte vertrouwen is het alsof je buiten jezelf treedt en naar Hem toegaat. Plotseling zie je dan in de gloed van Zijn oneindige liefde. Je wordt dan stil van dit geheimenis van eeuwig welbehagen. Je ziet dan dat alles, alles, genade is, gave van Gods goedheid, ook het geloof waarmee je die geschenken aanneemt. En in die innigheid van de verrassing over zulk een liefde ontmoet je dan Jezus Christus. Mijn ogen staan plotseling in de Zijne; het dwalen houdt op; ineens vloeit een rivier uit in de oceaan" (Uit: „Ik zag Gods heerlijkheid").
Lees ook over de aard van het geloof de glasheldere en bewogen uiteenzetting van ds Hendriksen op pag. 12 e.v.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 1969
In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 november 1969
In de Rechte Straat | 32 Pagina's