Pro en contra

Nog steeds komen verschillende brieven binnen naar aanleiding van het artikel over Van het Reve. Wij geven graag plaatsruimte aan deze gedachtenwisseling, omdat ze vaak de kern van ons reformatorische belijden raken .

HEEFT GOD DIT NIET GEWILD?

„De reden waarom ik mijn abonnement opzeg, is uw veroordeling van de homosexualiteit. Hoewel ikzelf niet homofiel ben, kan ik mij toch indenken dat iemand, die dit wel is, zich wel zeer zondig moet voelen na het lezen van uw artikel. Deze mensen kunnen er toch mets aan doen dat ze zo zijn. Ze zijn zo geboren en heeft God dit dan niet zo gewild? Zeker, er komen ook excessen voor, maar die komen bij hetero-sexuelen ook voor. Het is zelfs zo dat twee mensen van dezelfde kunne gelukkiger kunen zijn dan sommige mannen en vrouwen wier huwelijk tot een mislukking is gedoemd. Het lijkt mij dan ook niet moeilijk te raden, waar God de voorkeur aan zou geven?"

Zutphen

ONS ANTWOORD:

Men zou verwachten, dat de heer Abbink beslist geen protestant is. Toch is dat blijkbaar wel het geval, want hij schreef eveneens: „Hoewel ik bijzonder veel waardering heb voor uw werk, met name de hulp aan de ex-priesters..". Wij menen echter, dat de heer Abbink dan toch de kern van het reformatorische belijden niet begrepen heeft. Immers:

1. Niemand van ons kan de wet Gods volledig naleven. Allen zijn wij doemwaardig, allen verdienen wij de vloek van God. Paulus zegt het duidelijk: „Vervloekt is een ieder die zich niet houdt aan alles wat geschreven staat in het boek der wet om dat te doen" (Gal. 3:10). „Alles...". Wie van ons durft zeggen, dat hij alles deed wat Gods wet van hem vroeg? Welnu, dan zijn wij schuldig, veroordeeld tot de eeuwige dood.

Het is dan ook te verwachten dat de zondige mens daartegen in opstand komt. De Heidelberger Katechismus formuleert het zo: „Doet dan God de mens niet onrecht, dat Hij in zijn wet van hem eist, wat hij niet doen kan?" En het ontkennende antwoord wordt dan gepuurd uit Ef. 4:24, Gen. 3:13, 1 Tim. 2:13, 14, Gen. 3:6 en Rom. 5:12.

2. Daarom is de vraag van de heer Abbink: „Aan wie geeft God de voorkeur" aldus te beantwoorden: Allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods (Rom. 3:23). Allen zullen wij met de psalmist moeten uitroepen: Indien Gij, Here, onze ongerechtigheden gadeslaat, wie zal dan bestaan? (ps. 130).

3. Indien het waar is, dat een homosexueel na het lezen van mijn artikel zich zeer zondig moet voelen, dan kan ik mij daar slechts over verblijden, — hoe hard dat ook schijnbaar klinkt. Want het zondebesef is de enige weg naar behoud. Christus is niet gekomen om mensen te redden, die menen dat ze zo rechtvaardig zijn; Hij wil slechts een Zaligmaker van zondaars zijn. Daarom kon Hij zeggen: Tollenaars en hoeren zullen u voorgaan in Gods Koninkrijk (Matth. 21:31).

In onze tijd, nu de homosexualiteit zo in diskussie is, zou Jezus er misschien aan toevoegen: Tollenaars en hoeren en homosexuelen zullen u voorgaan in het Koninkrijk Gods.

Waarom? Omdat wij met ons zogenaamde brave, burgerlijke, fatsoenlijke leventje veel moeilijker tot verbrijzeling des harten en tot schuldbesef komen dan zij die in zich de huiveringwekkende diepten van zuigende driften ontwaren

Dus toch een voorkeur van God voor de homosexuelen? Ja, maar dan de voorkeur van de barmhartigheid Gods, die elke verloren zondaar wil aannemen. De voorkeur van de genade, de voorkeur van het geloof, waardoor die genade ons om niet wordt toegerekend.

WIJ ZIJN ZO RUIM ALS....

„Ducht ik nu een interkerkelijk ruimdenkend blad te ontvangen! Toen ik het artikel over Van het Reve las, besloot ik mijn abonnement op te zeggen. Uw blad zal ook wel de mening van de heer Van Dis toegedaan zijn. Laten we toch onze naaste liefhebben en ook de homofiele mens!"

't Harde

ONS ANTWOORD:

Zo ruim ais de Bijbel

Ons blad wil zo ruim zijn als de Bijbel. Daarin wordt ons de onmetelijke liefde van God geopenbaard voor verloren zondaars, zoals wij allen, zijn, de homofielen niet uitgezonderd.

Wij menen dat wij niet tegen de naastenliefde misdoen, wanneer wij het Woord Gods onverkort verkondigen en iets zonde noemen, wat ook door de Bijbel zonde wordt genoemd. Zo ruim is nl. de genade Gods die wij verkondigen, dat die geniade door niets begrensd wordt, door geen enkele zonde. Die genade is soeverein. Het Bloed van Christus is in staat om een gelovig mens van alle zonden te reinigen. Er is vergeving mogelijk voor tollenaars, hoeren, homosexuelen en zelfs voor.. farizeeërs, voor mensen die zich wentelen in hun zelfvoldaanheid over hun braafheid. Voor allen is echter nodig, dat zij wedergeboren worden door Gods Geest en berouwvol hun schuld voor God belijden.

Verder is ons blad ook interkerkelijk in die zin, dat leden van de hervormde, de gereformeerde kerk synodaal en vrijgemaakt, de christelijk gereformeerde kerk, de gereformeerde gemeente, de vrije evangelische gemeente lid zijn van ons bestuur.

TEGENGIF

„Persoonlijk voel ik ook hoe ernstig de tijden zijn en hoe groot de afval in de reformatorische kerken. Onze kinderen krijgen op de christelijke middelbare scholen soms zulke vreselijke dingen voorgeschoteld! Daarom heb ik onze jongens van 15 en 17 jaar juist uw artikel over Van het Reve laten lezen. Op school moeten zij de boeken van dat soort schrijvers lezen en daarom dacht ik: Als ze dit lezen, krijgen ze meteen tegengif.

Toch ben ik het met u eens, dat wij in Gods ogen even grote zondaars zijn. Maar prijst Zijn naam, we zijn nu gewassen in het dierbaar bloed van Jezus. God haat de zonde, maar heeft de zondaar lief".

Hilversum

NOG ONBEGRIJPELIJKER

In ons decembernummer stelden wij de volgende vraag, die tegelijk een uitroep van verbazing was: „Hoe is het mogelijk, dat de gereformeerde predikant, ds A.J.J. Brussaard in De Haagse Post van 30 april, naar aanleiding van deze uiting kon schrijven: „Ik twijfel ook geen moment aan de kwaliteit van Van het Reve's religieuze gevoelens"."

Ds Brussaard zond ons nu echter afschrift van een brief, die door hem en pater Gottschalk was ondertekend en die in het blad voor de homofielen „Dialoog" nr 3, 1965, bl. 82 werd gepubliceerd.

In die brief zeggen de dominee en de pater, dat Van het Reve zich in bedoelde passage „op godslasterlijke en daarom afstotende wijze" heeft geuit. Verder: „Uitdrukkelijk willen wij u zeggen, dat wij de schrijver Van het Reve hoog hebben om zijn werken en het oordeel van Algra over hem verwerpen. Des te minder begrijpen wij waarom hij de indruk wekt om zo opzettelijk en grievend als maar mogelijk is elk religieus gevoel te kwetsen en Algra in het gelijk te stellen".

Maar ik begrijp nu totaal niet meer, hoe ds Brussaard beide uitingen over Van het Reve tegelijk kan handhaven, nl. hoe hij aan de ene kant de passage van Van het Reve godslasterlijk en afstotend van vorm, grievend en kwetsend kan noemen, — en van de andere kant toch geen moment twijfelt aan de kwaliteit van Van het Reve's religieuze gevoelens en daarenboven de schrijver Van het Reve min of meer in bescherming neemt tegenover de alom hooggeachte gereformeerde broeder H. Algra.

„IK BETAAL OPZEGGINGEN"

„Het is volkomen juist zoals u schrijft in een artikel betreffende Van het Reve: „....wij blijven dit standpunt verdedigen, ook al zouden allen hun abonnement opzeggen, want Gods Woord houdt stand in eeuwigheid".

Bij deze verbind ik me voor 1967 alle abonnementen, welke u verliest doordat u tegen de walgelijke godslastering van Van het Reve reageerde, dubbel te vergoeden. Uit het januarinummer bleek dat reeds twee abonnees hebben opgezegd vanwege uw reaktie; daarom maakte ik vandaag een bedrag van 4 x ƒ 6,50 op uw gironummer over".

OOTMOEDIGE ERGERNIS

Geachte Collega Hegger,

Eindelijk eens een kreet van „ootmoedige ergernis" aangaande openbare Godslastering.

Ik begrijp er niets meer van, maar daar ben ik zeker te geborneerd voor, te ouderwets, dat men in vooraanstaande theologische kringen het wel niet opneemt voor deze „dichter" maar hem toch in een zekere bescherming neemt en hem wil scharen onder de „christelijke" schrijvers, zoals b.v. in Trouw door prof. Rothuizen en prof. (in elk geval professorale assistent) dr. Kuitert. Het zal wel liggen aan m'n ouderdom, maar ik had liever gezien, dat men zich als één man geschaard had achter ir. v. Dis en dhr. Algra.

Zo b.v. ook het geschrijf van dokter Dupuis in de Spiegel en zijn uitingen voor de T.V., waarin hij 't opneemt voor het „huwelijk" van een homosexueel, als ongeveer gelijkwaardig met een heterosexueel. Ik zou zo zeggen en denken, schaf het „Huwelijk" maar af!

Zeker, ik kan waardering hebben voor ds Klamer, de radiopastor, die 't opnam tegen de verguizing van homosexuelen, maar begrip wil hebben voor de nood van deze mensen, maar dat is wel geheel anders dan ze zó in bescherming nemen, waarbij deze zonde wordt vergoelijkt, begrijpelijk gemaakt en van haar ernst wordt beroofd.

Als zondaar, als groot zondaar, ook op sexueel gebied hebben we ons heus niet te verheffen boven deze „ongelukkige" medezondaren, maar hebben we allemaal onze ongerechtigheden te belijden voor God.

Daarom ben ik dankbaar voor uw „ootmoedige" kreet van ergernis. Geve God, dat er wat meer met alle gestrengheid wordt opgekomen tegen de aanranding van ziel en lichaam door hen, die veel meer capabel zijn dan ik, en dat uw openbare aanklacht weerklank vinde in veler hart, hoofd en pen.

Met de meeste hoogachting, uw dw.

Woerden

BEMOEDIGING VAN EEN 84-JARIGE

„lk ben al 84 jaar oud. Ik kan nog net de aanrecht in mijn keuken schoonhouden. Maar ik leef helemaal met u mee.

Als ik die diskussie over de godslastering lees, dan moet ik zeggen: Wanhopig lijkt wel de geestelijke neergang in Nederland. Het maakt op ons hier in de U.S.A. de indruk, alsof sommigen daar bij u kompleet geestesziek zijn geworden. Het ziet er naar uit dat wij naar het einde spoeden. Dan zal er een nieuwe hemel op de nieuwe aarde komen, waar vrede, liefde en zuiverheid zich zullen baden in het goddelijk Licht.

Houd stand, broeder. Wees sterk en denk steeds aan het Licht, waarin u moogt wandelen".

Redwood U.S.A.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen