IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Reakties op de Spaanse editie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reakties op de Spaanse editie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit Nederland:

„Als katholieke leek onderschrijf ik volkomen wat uw redaktenr Herman J. Hegger in zijn „breve testimonio" zegt. Ik, als alle katholieken, twijfel niet in het minst aan de belofte van Christus van: ,.Hij, die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven". Heeft dhr. Hegger dat dan niet geloofd, voordat hij zich in 1948 van redemptorist tot het „puro Evangelio" bekeerde? De Bijbel is geen grabbelton, waaruit men naar believen teksten uit verband kan rukken."

Der, Haag

Ons kommentaar:

Allereerst: „breve testimonio" = kort getuigenis; „puro Evangelio" = zuiver Evangelie. Vervolgens: Inderdaad is de Bijbel geen grabbelton en evenmin een echoput, die we gebruiken om er onze eigen opvattingen in te horen. Dat is juist de diepe zin van het protestantse beginsel: „De Schrift alleen".

Zeker heb ik als pater redemptorist geloofd in de woorden: ,Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven". Maar ik was onder zware zonde verplicht om in die woorden, zoals trouwens in heel de Bijbel, slechts de r.-k. opvattingen te horen. De Bijbel was voor mij een verplichte echoput van de r.-k. leer.

Toen ik echter tot de overtuiging was gekomen, dat de r.-k. kerk niet het recht heeft van ons te eisen, dat wij in de Bijbel slechts haar dogma's lezen, was ik vrij. En toen begreep ik langzamerhand ook wat Christus met die woorden bedoelde.

De r.-k. kerk leert ook, dat geloof nodig is om het eeuwige leven deelachtig te worden. Maar het geloof is niet het enige wat nodig is. Daarnaast moet een mens ook de zware zonde vermijden en als hij die gedaan heeft, moet hij ze biechten aan een r.-k. priester. En als hij dat niet wil doen, gaat hij ondanks zijn geloot in Christus toch nog verloren en ontvangt niet het eeuwige leven.

De Bijbel stelt echter nergens die eis dat wij onze zware zonden aan een r.-k. priester zouden moeten biechten. Daarin wordt maar één Evangelie verkondigd, nl. dat de berouwvolle zondaar het eeuwige leven ontvangt, wanneer hij door de Heilige Geest gebracht is tot de gelovige overgave aan Jezus Christus, tot het vertrouwen in Zijn volbrachte werk. En een evangelie, waarin verkondigd wordt dat wij het eeuwige leven „waarlijk moeten verdienen door onze goede werken" (Conc. van Trente), is geen Evangelie (Gal. 1: 8 -9; 3:1 -14).

Antithetisch getuigenis noodzakelijk

Tot slot, en nu richt ik mij weer tot onze protestantse lezers: U ziet hieruit, dat een zekere mate van antithese (— verklaring vanuit tegenstelling) onvermijdelijk is in het gesprek met Rome. Wanneer we aan een rooms-katholiek vertellen: „Wie in Christus gelooft, heeft eeuwig leven", dan zal hij dat volmondig beamen, want ook hij aanvaardt de hele Bijbel als Gods Woord. Wij zullen er dus aan moeten toevoegen: Geloof is de enige voorwaarde, die Christus heeft gesteld. U maakt de belofte van Christus krachteloos door er allerlei voorwaarden aan toe te voegen, zoals de verplichte biecht van doodzonden, de verdienstelijkheid van de goede werken, het grote belang van het aanroepen van de heiligen, vooral van Maria enz. Over het algemeen zal een rooms-katholiek pas dan, dus vanuit de tegenstelling tot de leer van zijn eigen kerk, de volle heerlijkheid van de belofte van Christus, en daarmee de enige heilsweg, verstaan.

Reakties uit Spanje

Het is voor onze lezers wellicht interessant om ook enkele reakties te vernemen op onze Spaanse editie van Spanjaarden, die zich abonneerden. Het lijkt ons beter geen namen te noemen. „Ik ben erg blij met „En la Calle Recta". Dit blad zal zeker een stimulans voor ons zijn om trouw te blijven aan de Here, want wij bemerken dat hierin ex-priesters aan het woord zijn, die door de Here getrokken zijn uit de geestelijke slavernij en die in Zijn kracht trouw zijn geweest aan Zijn roepstem".

„Ik vind het blad erg geschikt om naar priesters te zenden. Ik sta met meerderen van hen in kontakt en zou graag aan hen een exemplaar sturen, zodra ik daartoe financieel in staat ben". (Natuurlijk zonden wij deze predikant de nodige exemplaren gratis. H.J.H.)

„Zoudt u aan pater . . een exemplaar willen sturen? Ik onderhoud geruime tijd briefwisseling met deze priester. Hij is zeer oprecht en probeert, zo schrijft hij eerlijk, de afgescheiden broeders tot de ware kerk van Christus te brengen".

„Ik denk dat uw blad heel spoedig met veel genoegen gelezen zal worc'en zowel door protestanten als rooms-katholieken in Spanje".

„Waarom ik uw blad zozeer op prijs stel en mij er graag op abonneer? Omdat het een gesprek wil, maar dan een gesprek dat gebaseerd is op de Bijbel en dat doordrenkt is van de liefde van Christus; een gesprek zonder fanatisme en bitterheid, maar in eenvoud en waarheid. Dat is de manier waarop wij onze r.-k. medemensen moeten benaderen".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 1969

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Reakties op de Spaanse editie

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 februari 1969

In de Rechte Straat | 32 Pagina's