IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Een trieste bruiloft met een referaat van de bruid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een trieste bruiloft met een referaat van de bruid

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maandagmorgen om 8 uur begonnen we al weer de gesprekken met ex-priesters. Twee van hen bezochten ons en we bespraken hun problemen.

Om 10 uur huwelijksbevestiging van ex-priester George Joseph Kollamparampil en mej. Soosamma Poovanparampil in de New Man Centre. Wat een trieste gebeurtenis was dat. Er was geen familie van weerszijde aanwezig. Ze zijn uitgestoten uit hun vroegere verbanden.

Zij was lerares Engels en geschiedenis geweest aan een kloosterschool, maar kreeg onmiddellijk haar ontslag, toen bekend werd dat zij plannen had om met een expriester te trouwen.

Gelukkig was de paria-dominee met nog drie van zijn gemeenteleden meegekomen. Zodoende waren we met een kleine twintig mensen.

Ds. Wesley sprak over Rom. 6:2. Hij zei: „De hindoes zullen het wel vreemd vinden, wanneer je op een bruiloft spreekt over de dood. Dat is immers een feest van louter vreugde. Toch moet ik u de dood verkondigen van u beiden, wil uw huwelijk gelukkig worden. Jullie moeten dan dagelijks sterven aan jezelf, dagelijks rekening houden met de ander. En dat kan: in Christus. Hij heeft Zich ook voor ons overgegeven in de dood, om ons met Hem-op te wekken tot het nieuwe leven". Mij werd gevraagd om de zegenbede over het bruidsbaar uit te spreken. Br. Thottil nam van hen de verklaring aan van huwelijkstrouw. Die bestond daarin dat ze met de hand op de Bijbel de huwelijksakte voorlazen.

Er werd twee of drie keer gezongen. En daarmee was de plechtigheid afgelopen. Geen geschenken werden gegeven. Gelukkig had ik een paar cadeaux bij mij, o.a. een reiswekkertje.

Na afloop werd thee geschonken met wat koekjes. Dat was het hele feest. Aan het slot spraken bruidegom en bruid een dankwoord.

Ik nam buiten wat foto's van het bruidspaar met palmbomen op de achtergrond. En daarna? We gingen weer gewoon door met onze besprekingen, die werden ingeleid door een referaat van de ex-non Celine over de problemen van de nonnen, en een referaat over de moeilijkheden van de leken in de r.-k. kerk van Kerala door…… het bruidje zelf. Beiden, bruidegom en bruid, namen ook intens deel aan de besprekingen, ook toen we 's avonds om 7 uur een nieuwe samenkomst hadden. Ik had er behoefte aan hen te danken dat ze zelfs op deze bruiloftsdag zoveel tijd wilden geven aan de diskussie over deze onderwerpen. Maar ze wilden van geen dank weten. Ze waren veel te blij dat al deze brandende kwesties nu eens grondig konden worden doorgepraat. Het referaat van de bruid laat ik hieronder volgen. Het woord is aan de bruid:

VRAGEN….

waarvoor een r.-k. leek komt te staan, wanneer hij binnen de r.-k. kerk werkelijk een christelijk leven wil leiden overeenkomstig de Bijbel.

Het Tweede Vatikaanse Concilie werd genoemd het concilie van de bisschoppen en de leken, terwijl het eerste Vatikaanse Concilie zeer beslist het concilie van de paus was. Tijdens dat laatste concilie bleek, dat de meer bewust levende leken zich een plaats hebben weten te veroveren binnen de authoritaire strukturen van de roomse kerk. Maar de ervaringen van de leken na dat concilie zijn er niet beter op geworden.

Wat is de werkelijke vraag, waarmee de elite onder de leken worstelt?

Vroeger werd hij nooit aangemoedigd om persoonlijk de Bijbel te lezen. Enkele verhalen uit het Oude Testament en enkele wonderen van het Nieuwe Testament, dat was bijna alles wat wij te lezen kregen, en dat moest voldoende zijn om een christelijk leven te leiden.

En dat wás ook genoeg voor een bevolking, die voor het overgrote deel uit landarbeiders bestond. Maar toen er meer mogelijkheden kwamen voor gymnasiale en zelfs universitaire opleiding, veranderde de situatie. Deze ontwikkelde leken waren pienter genoeg om vraagtekens te zetten achter allerlei traditionele opvattingen en achter godsdienstige praktijken, die zij niet anders konden zien dan als puur bijgeloof.

Gedurende hun studies op inrichtingen, waar mensen van allerlei godsdiensten van India elkaar ontmoetten, waren zij genoodzaakt steeds weer de Bijbel te lezen om hun christelijk geloof te kunnen verdedigen. Hun kontakt met de Bijbel en tegelijk met het christelijk leven, zoals dat door bisschoppen en priesters werd voorgeschreven of aanbevolen, maakte een einde aan hun geloof in de r.-k. kerk.

Kritische houding

Vroeger hadden ze alles geloofd, wat de kerk zei. Hun geloofsnorm was: „Rome heeft gesproken, dus is het zo; de bisschop heeft gesproken, dus is het zo; of tenslotte, de pastoor heeft het gezegd, dus is het zo". Maar die houding verdween. Ze gingen de uitspraken en de praktijk van de kerk toetsen aan de Bijbel. Ze begonnen met kritische ogen het levensgedrag van bisschoppen, priesters en nonnen te bekijken. En daarmee drong ook de twijfel hun zielen binnen, de twijfel aan de oprechtheid en eerlijkheid van deze kerkleiders, die zij eens met de kerk hadden vereenzelvigd. Tot hun grote ontgoocheling ontdekten zij dat bisschoppen, priesters en nonnen de bijgelovige praktijken onder de eenvoudige kerkleiders aanmoedigden om daarna hun onwetendheid, hun angst voor het onbekende en hun religieus sentiment uit te buiten om geld van hen los te krijgen.

Van de andere kant realiseerden zij zich dat fundamentele bijbelse waarden, zoals liefde, gelijkheid voor God, zin voor rechtvaardigheid, sociaal gevoel, geloof in Christus, vertrouwen in God, enz. uit het gezichtsveld van de officiële kerk verdwenen waren. Novenen tot Maria, rozenkransen, feesten van de heiligen, enz. worden voorgesteld als middelen om de zaligheid te verkrijgen. Maar de kerkleden hoorden bijna niets omtrent de genade van Christus, de liefde van de Vader en de werkelijke levende gemeenschap met de Heilige Geest.

Verraad aan de Bijbel

Dit verraad aan de Bijbel openbaart zich ook óp 't sociaal-economische vlak. De kerk is een monumentaal instituut geworden, dat leeft van de weduwen, de wezen en de armen. De kerk belooft heel gemakkelijk de hemel aan hen die met geld komen aandragen. De kerk is een religieus handelszaakje geworden, godsdienstige business. De hemel wordt verkocht in harde klinkende munt. Het Evangelie wordt vertaald en tegelijk verraden in termen van dollars, rupies enz. De eerste de beste schurk kan in de hemel komen, als hij maar voldoende geld op tafel legt. Bij elke mis, elke bediening van de Doop, bij elk „sacramentale" (= allerlei ceremonies, zegeningen, wijdingen, enz., die geen sacrament zijn) ruik je de stank van de dertig zilverlingen van Judas. De armen en vertrapten hebben geen plaats in de kerk.

De ontwikkelde lqek begint zich af te vragen of het verschrikkelijke „Wee u, gij schriftgeleerden en farizeeën, gij huichelaars……" van Matth. 23 niet tevens gericht is tegen de leiders van de r.-k. kerk. Sommige leken, die een leidende positie innemen, zoals politici, professoren, leraars en onderwijzers, dokters en sociale werkers, nemen geen hand meer voor de mond en roepen de priesterkaste tot verantwoording vanwege dit vreselijke verraad van het Evangelie. Maar ze worden onmiddellijk bestempeld als communisten, atheïsten of nationalisten. Zo worden ze aan de eenvoudigen 's zondags voorgesteld door de priesters vanaf hun kansel. Onmiddellijk wordt een lasterende fluistercampagne tegen zulke profetische figuren onder de leken ingesteld om aldus elke toegang van hun gedachten tot de massa van het kerkvolk onmogelijk te maken. Ze worden direkt uit allerlei kerkelijke organisaties en aktiviteiten uitgesloten. En meestal moeten ze dan het bijltje erbij neerleggen en er het zwijgen aan toedoen, louter omdat ze anders sociaal en financieel ten onder zouden gaan. Maar de meesten van hen die zich verraden voelen door de clerus (r.-k. geestelijken), hebben niet de moed om openlijk uitdrukking te geven aan hun diepe overtuiging. Ze houden zich in stilte zo ver mogelijk weg van de zogenaamde Kerk van Christus.

Agentschap voor betrekkingen

Zeker, onlangs zijn studenten en leraars groepen gaan vormen om zodoende een dam op te werpen tegen de macht van de geestelijkheid. Ook hadden enkele priesters zich bij elkaar aangesloten, omdat zij aan de waarde van hun christelijk getuigenis begonnen te twijfelen en dat samen wilden onderzoeken in het licht van de Bijbel. Maar nog steeds beschikt de kerk over haar eigen wapens tegen deze rebellen.

In een staat als Kerala, waar een verschrikkelijke werkeloosheid heerst onder de afgestudeerden, is de r.-k. kerk het grootste agentschap voor het uitdelen van betrekkingen. Daarom kan zij nog steeds beschikken over het lot van de bestudeerde leken. 70% van de onderwijsinstellingen en 80% van de ziekenhuizen en andere verpleeginrichtingen zijn in handen van de priesters. Kerala is industrieel niet ontwikkeld en daarom zijn het onderwijs en de verpleging of een andere betrekking bij een van deze instellingen de voornaamste beroepen, die een behoorlijk salaris bieden. Daarom proberen de meeste afgestudeerden om, tegen hun overtuiging in, in een goed blaadje te komen staan bij de priesters, die de kontrole hebben over de scholen, college's en verpleeginrichtingen.

Uitgestoten

Mijn eigen geval is een droevig voorbeeld. Ik was lerares aan een kloosterschool. Ik had mijn eigen overtuigingen tegen de kerk, zoals ik die boven beschreven heb. Ik praatte daar ook over met mijn leerlingen en mijn collega's. Tenslotte besloot ik zelfs een ex-priester te trouwen.

Toen ben ik uit de school gegooid en dat na twee jaar daar les te hebben gegeven. Ik ben nu werkeloos. Praktisch heeft dat voor mij een sociale zelfmoord betekend, Omdat ik was gaan houden van een man, die (toevallig) ook nog priester was, hebben mijn ouders en mijn familieleden mij uitgestoten. Ik heb nu geen betrekking meer, ik weet ook niet waar ik opnieuw aan de slag kan komen. Ik heb nu alleen nog mijn liefde voor een outcast priester, een man die, evenals ik, uit het sociale leven is weggetrapt door haar, die zich noemt „de heilige moeder, de Kerk", de enige ware Kerk van Christus.

Onder deze omstandigheden hoort menigeen van ons in de New Man Movement de klaroenstoot van de bevrijding. In elk geval hebben we nu samen een levende gemeenschap rondom het Woord van God.

Tenzij….

Maar de toestand, waarin wij verkeren, is zeer kritiek. Wij vrezen dat, tenzij er een solide basis wordt gelegd, de roomse kerk — die sociaal de rijkste is van India, die zich er op beroemt de opkomst en de ondergang te hebben gezien van koning en keizers, die er trots op is dat ze de geest van de reformatie zelfs bij de protestantse kerken heeft weten te vernietigen door het aanmoedigen van de oecumenische beweging, — deze ontluikende Beweging van de Nieuwe mens reeds in de kiem zal smoren.

Trivandrum, 4 maart 1973

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1973

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Een trieste bruiloft met een referaat van de bruid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 1973

In de Rechte Straat | 32 Pagina's