OP WEG NAAR DAMASCUS

Met deze naam willen wij het dynamisch karakter van ons blad aangeven. Elk mens is op weg. Waarachtig mens zijn betekent in be-we-ging zijn. Ergens naar toe. Maar waarheen?

Naar de onherroepelijke dood, naar de afgrond van het niets, zo zeggen sommigen. „Dood is dood", een schop zand over ons lijk, en dat is het einde.

Wij geloven dat niet. In de eerste plaats niet, omdat we dan zouden moeten geloven aan een blind en meedogenloos Noodlot, waaraan we zouden zijn overgeleverd; ofwel aan een gruwelijke God die het mensdom ziet lijden en zuchten, die ze laat tegenspartelen tegen de dood en zich verzetten tegen de totale vernietiging, en die dat toch maar rustig toelaat.

Wij geloven in een God, die alles overschouwt, een God van oneindige wijsheid, heiligheid en rechtvaardigheid; een God ook van ondoorgrondelijke liefde, die Zichzelf als de genadige Vader geopenbaard heeft in Zijn Zoon Jezus Christus.

„Op weg naar ...". Ons blad wil in gesprek komen met de zoekende en zuchtende mens. Wij willen op de bloedwarme vragen, waarmee ieder worstelt, geen koude dogmatische antwoorden geven, die de mens toch nog achterlaten in zijn kille eenzaamheid. We willen ook niet blijven zweven in vage religieuze beschouwingen. Wij willen heel konkreet ingaan op de nood van elk mens; en dat heel konkrete antwoord is Iemand, is Jezus Christus. Hij zal steeds in het centrum van ons blad staan. Hij krijgt alle plaatsruimte van ons. Wat is het een genade, dat de Zoon van God ons blad wil „redigeren" wanneer wij Hem daar ootmoedig om vragen.

Hij wil dat doen, als wij maar proberen getrouw Zijn Woord te volgen zoals Hij dat in de Bijbel schriftelijk heeft laten vastleggen — Én als wij bedden om Zijn Heilige Geest, opdat wij de eigenlijke zin van dat Woord mogen verstaan. En we hebben dan ook reeds nu behoefte om de Heere te danken voor deze bereidheid om de eigenlijke redaktie van ons blad ter hand te willen nemen. „Heere Jezus, kom ons te hulp. Wij voelen de enorme verantwoordelijkheid van de redaktie van zulk een blad, waarin wij antwoord moeten geven op de vragen van eeuwig leven en eeuwige dood. Maar wij kennen uw belofte, dat Gij met de Uwen wilt zijn tot het einde der tijden; dat Gij niet geprikkeld raakt door de fouten die wij maken vanwege onze kortzichtigheid en zondige beperktheid. Gij trekt U niet boos van ons terug, wanneer wij steeds bereid zijn onze zondigheid voor U te belijden en onze volstrekte afhankelijkheid van Uw genadige vergeving. Wij danken U voor deze onuitsprekelijke gave van Uw liefde, dat Gij ons wilt leiden door Uw Woord en Geest. Amen".

Een dringend verzoek daarom aan onze lezers. Graag willen wij met u in gesprek komen en ruimte geven voor gedachtenwisseling. Maar mogen wij u dan vragen uw visie niet te staven met argumenten uit de rede, uit de filosofie of uit een levensbeschouwing, maar met argumenten uit de Bijbel? Wij willen u ook niet proberen te overtuigen met onze verstandelijke beschouwingen, — we hebben niet de pretentie dat wij een scherper verstand zouden hebben dan het uwe —, maar ons woord heeft alleen dan kracht, wanneer het een getrouwe weergave is van het Woord Gods.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen