IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Felle beschuldiging van de paus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Felle beschuldiging van de paus

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vorig jaar heeft dr. Hubertus Mynarek, 43 jaar oud, professor in de r.-k. theologie aan de universiteit van Wenen sinds 1968, priester gewijd in 1953, de r.-k. kerk verlaten. Zijn afscheid van de kerk heeft hij bekend gemaakt in een open brief aan de paus. Daarin schreef hij o.a.:

Machtsbegeerte

„U hebt nagelaten om de geweldige machten, waarover u beschikt, te decentraliseren en aan anderen te delegeren. Integendeel, het despotisme (alleen-heerschappij, dwingelandij) is nog toegenomen en heeft geleid tot een hopeloze verstening van de kerk, die steeds meer tot mummie verworden is.

„Mijnheer de paus, ziet u nu werkelijk niet in dat de positie die u zich aanmatigt, geheel en al verschillend is van het optreden van Jezus van Nazareth, op Wie de uitgebuiten, de armen en verachten hun hoop stelden?

„Als we de geschiedenis van de r.-k. kerk overzien, dan blijkt dat die kerk er bijna altijd op uit is geweest om haar macht te vergroten. Ze vond macht veel belangrijker dan de zelfweggave in dienst van de mensheid".

„Als u, mijnheer de paus, ook maar een greintje liefde bezat…."

Dr. Mynarek beschuldigt dan de paus ervan dat hij het celibaat maar blijft handhaven voor de priesters, die, zo beweert hij, aldus gedwongen worden om ofwel in het geheim met een andere vrouw samen te leven ofwel daardoor gedreven worden tot tegennatuurlijke praktijken.

„Priesters", zo zegt hij, „hebben eenzelfde menselijke natuur als alle anderen, en dat betekent dus ook een bepaalde broosheid, wanneer het gaat over de aantrekkingskracht van de geslachten naar elkaar toe. Ik moet erkennen dat ik geen enkele priester ben tegengekomen, die het vraagstuk van de vrouw op een volstrekt harmonische manier had opgelost".

Mynarek zegt dat hij bijna klaar is met een soort witboek (zwartboek?) over de problemen van de priesters op dit gebied.

„De verbintenis tussen man en vrouw is een van de meest primaire rechten van de mens, dat aan niemand onthouden mag worden. Daarom ben ook ik van plan om in het huwelijk te treden, wanneer ik de vrouw van mijn keuze ontmoet, ook al weet ik nu nog niet wie dat zijn zal. Maar ik zal u, Heilige Vader, in dat geval daar geen verlof voor vragen, want het is gewoonweg belachelijk en innerlijke tegenspraak om aan een ander mens verlof te vragen of ik mag gehoorzamen aan een onschendbare wet van het mensdom".

Dr. Mynarek richt zich dan in een bewogen appèl tot de paus: „Indien er ook maar een greintje liefde is in uw hart, dan zou het lot van de vele stiekeme en verachte concubines van de priesters en het lot van de duizenden onwettige kinderen, die uit zulk een samenhokken voortkomen en die niet eens mogen weten, wie hun vader is, u ertoe moeten bewegen deze doem van een tegennatuurlijke wet op te heffen". Hij zegt dat de paus gedreven wordt door de brand van de begeerte naar de macht en daaraan het leed van zoveel tienduizenden opoffert en aan priesters de meest elementaire rechten van de mens ontzegt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1973

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Felle beschuldiging van de paus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1973

In de Rechte Straat | 32 Pagina's