IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

ALS EEN KIND

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ALS EEN KIND

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan tafel werd het kindergebed uitgesproken: “Heere, zegen deze spijs en drank. Amen”.

Meteen daarna bromde Henk (veertien jaar): “Je hoeft daar toch geen zegen over te vragen, want dat eten en drinken komt van Albert Heijn en de rijkskeuringsdienst waakt erover dat in alle etenswaren die te koop worden aangeboden, niets voorkomt dat schadelijk zou kunnen zijn voor de gezondheid”.

De ouders die dit vertelden, waren een beetje ontdaan.

Toch meen ik dat je zo iets ook positief kunt bekijken.

Immers, dat een puber zo'n vraag stelt, is te begrijpen en zelfs tot op zekere hoogte te waarderen. Hij komt tenminste eerlijk tevoorschijn met zijn vragen. Het is een teken dat er een goede, open verhouding bestaat tussen hem en zijn ouders.

We moeten ons proberen in te denken in ons kind. De wereld slaat open voor zijn ontwakende, ontledende verstand. Hij wil alles op een rijtje zetten om daardoor alles te kunnen overzien en ook de plaats te kunnen bepalen waar hijzelf staat.

Maar er zijn ook volwassenen die nooit boven die pubervraag zijn uitgegroeid. Ze zeggen nog steeds: “Aha, het komt van Albert Heijn!” Voor hen is dat de eindverklaring van alles. Verder gaat hun denken niet.

Ze staan bijvoorbeeld geen moment stil bij dat wonderbare proces van de spijsvertering. Er is in hen geen enkele verwondering over die omvorming van een aardappel, een stukje brood of vlees, in bloed dat mijn levenssap wordt; waardoor ik mijn lichaamstemperatuur behoud; waardoor ik kan ademen; waardoor ik kan denken en liefhebben.

Hun “Aha-Erlebnisse” zijn slechts Albert Heijn- belevenisssen. Die eindigen als ze, na wat wachten in de rij, met hun karretje vol lekkernijen de kassa zijn gepasseerd.

Een kind doet telkens opnieuw zijn ‘ontdekkingsreizen’ in de voor hem zo vreemde wereld rondom hem heen.

Willen wij nieuwe ontdekkingen doen in de wereld van het geestelijke, dan zullen ook wij iets moeten hebben van de verwonderende vraagstelling van het kind: Wat is dat?

Daarom heeft Jezus ook gezegd dat wij moeten worden als een kind, willen we het Koninkrijk Gods zien en erin binnentreden. Daarom kunnen we slechts door het geloof ontdekken dat achter wat wij zien, horen, voelen en betasten, iets anders, Iemand anders, schuil gaat. “Door het geloof verstaan wij dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen die men ziet, niet geworden zijn uit dingen die gezien worden” (Hebr. 11:3)

Wanneer een mens niet gelooft, ontgaat hem heel veel. Dan heeft hij geen toegang tot de geheimenissen in het onmetelijke gebied waar God woont. Veel mensen kennen slechts de verbazing tegenover buitenissige gebeurtenissen, maar niet de verwondering over de verborgenheden Gods.

Maar ook veel christenen die echt in de Bijbel geloven als het onfeilbare Woord van God, missen die hemelse verwondering. Ze staan niet meer eerbiedig stil voor een Bijbeltekst en vragen niet meer: Wat is dat? Ze gaan meteen aan het werk met hun ontledende verstand en proberen allerlei teksten aan elkaar te rijgen, zodat ze tezamen een verlustiging worden niet voor hun hart, maar voor hun puzzelende, harmoniserende verstand. Ze hebben niet meer de openheid van het kind.

Daarom ontgaat ook hen zo veel. De verborgenheden Gods ontsluieren zich niet voor hen. God wil Zich niet op de snijtafel laten leggen van mensen, die over Hem willen heersen met hun rede

Wat baat het de mens, als hij de hele Bijbel van buiten, maar niet van binnen kent? Wat heeft het hart aan schema's en stelsels over hoe en wat God is? “Onrustig is ons hart, totdat het rust in God”, heeft Augustinus gezegd.

Wat baat het een mens, wanneer hij alle bevindelijke stelsels op z'n duimpje kent en alle ‘oudvaders’ gelezen heeft, zodat hij meent over een meetlat te beschikken, waarmee hij ‘onfeilbaar’ kan uitmaken of iemand al of niet echt bekeerd is, - wanneer hijzelf nooit door de knieën is gegaan en heeft uitgeroepen: “Wie is een God gelijk Gij Die ongerechtigheid vergeeft en de overtreding van het overblijfsel van Zijn erfenis voorbijgaat?” (Micha 7:18).

“Er is een wereld van verschil tussen het kennen van het Woord van God en het kennen van de God van het Woord”. “Geloof legt de verbinding tussen ons onvermogen en Gods alvermogen”. “De Schrift zegt niet: Alle dingen zijn mogelijk voor hem die de Schrift goed kent, maar voor hem die gelooft (Mk. 9:23)". Aldus L. Ravenhill.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

ALS EEN KIND

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's