IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Getuigenis van Michaela Kopecka

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Getuigenis van Michaela Kopecka

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik ben geboren in de tijd van het atheistische, communistische regime in het voormalige Tsjecho-Slowakije, waar het Woord van God slechts een hoogst enkele keer werd gehoord en de Bijbel als iets heel vreemds werd beschouwd. Ik ben niet gedoopt, want mijn familieleden zijn ofwel totaal atheïstisch ofwel agnostisch. Ik was tijdens mijn kinderjaren niet gelovig, noch roomskatholiek noch protestant.

Ik geloof dat ik altijd interesse gehad heb voor religie. Als meisje vond ik de kerkgebouwen en religiositeit mooi. Toen ik een jaar of twaalf was, werden mijn schoolvriendin en ik ons ervan bewust dat we in God geloofden, of liever gezegd: we wilden graag in Hem geloven. Het was in de tijd van de Fluwelen Revolutie. Niet lang daarna kwamen er een paar priesters op school om te vragen wie er naar de catechismuslessen wilde komen. Enthousiast staken wij onze vinger op.

Zeven maanden lang volgden wij eens per week de catechismusles en daarna werden we gedoopt. In die tijd heeft niemand ons echter gevraagd of we wel een waar geloof hadden. Evenmin was er iemand die er belang in stelde hoe we er geestelijk voor stonden. Er waren ons slechts wat leerstukken onderwezen. Een vroom leven bestond uit kruisjes slaan, de rozenkrans en weesgegroetjes bidden, om drie uur ‘s middags de dood van Jezus gedenken, of wachten met drinken als je dorst had, om het uitstel als offer aan Jezus aan te bieden.

Altijd maar was ik bekommerd om mijn zonden en nooit kwam daar een oplossing voor. In de twee jaren na mijn doop ging ik naar de rooms-katholieke kerk. Mijn familieleden waren daar niet blij mee; ze dreven de spot met mij, spraken kwaad over de Rooms-Katholieke Kerk, of gaven me atheïstische en antigeestelijke boeken te lezen. Ik voelde me erg schuldig over mijn slechte gedachten over de kerk – vooral als ik dacht dat mijn familie wel eens gelijk kon hebben. Na het biechten raakte ik het schuldgevoel over mijn zonden niet kwijt.

Op een keer ging ik biechten. De priester gaf mij absolutie door me een paar keer de rozenkrans te laten bidden. Dat deed ik, maar ik was me ervan bewust dat dit de schuld van de zonde niet kon wegnemen. Sindsdien ging ik niet meer ter biecht. Daarna bezocht ik de kerk steeds minder en kwam er nog maar af en toe.

Toen ik zestien jaar was, vertrok ik naar Frankrijk om daar te studeren. Ik leerde er andere, protestantse, jongeren kennen. Ze nodigden me uit met hen naar de kerk te gaan en aan verschillende activiteiten deel te nemen. Geleidelijk aan ging ik, vooral door de prediking, verstaan dat de schuld van de zonde alleen weggenomen wordt door het kruisoffer van de Heere Jezus. Het geloof in Hem is het enige dat de zonde uitwist en het geweten reinigt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2010

In de Rechte Straat | 16 Pagina's

Getuigenis van Michaela Kopecka

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 oktober 2010

In de Rechte Straat | 16 Pagina's