IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

FELLE BAZUINSTOTEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FELLE BAZUINSTOTEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het r.k. weekblad „De Bazui n” heeft een uitvoerig artikel gewijd aan mijn boek: „Mij n weg naar het Licht”.

Ook dit blad volgt daarbij de bekende r. katholieke strategie: de aanval op mijn karakter, en de verkeerde weergave van mijn boeken.

Ik word daarin als volgt gekarakteriseerd: „een druilerige, schemerige geest”, „met een afgegrendel de zi el”, „een angstvallig tobbende geest”, een „gesloten natuur”. Heus, ik heb geen zin om de schrijver van dat artikel, Joh. van der Steegt M. S.F., te beantwoorden door hem eveneens dergelijke „druilerige en schemerige” betitelingen naar het hoof d te slingeren. Hoezeer de r.k. kerk mij ook probeert aan te tasten in mijn karakter, ik wens niet mij te verlagen door deze onchristelijke methodes over te nemen. Dan staak ik liever de strijd dan dat ik zulke achterbuurtgevechten zou moeten gaan leveren. Ik wil slechts een paar verkeerde weergaven van mijn boek aangeven. Ik heb geen zin om op het hele artikel in te gaan. We zouden ons eigen blad er door naar beneden halen.

Pater v.d.S. zegt, (dat ds. H. „nauwelijks 'n enkele keer boven een chronique scandaleuse” uit komt” . Hoe kan hij toch zo iets schrijven. Elke r. katholiek weet toch, dat ik heel wat dingen had kunnen verhalen, als ik een chronique scandaleuse had willen opstellen. Elke r. katholiek weet wel van priesters, die misstappen begingen, zoals ook elke protestant weet van dominees, die zich kwamen te misgaan. Maar ik weet heel goed, dat met de slechtheid van de bedienaren nog niet de onwaarheid van een godsdienst bewezen is. Men zal dan ook nergens in mijn boeken het argument vinden: Zo leven de priesters, dus is de r.k. kerk en leer onwaar.

Vervolgens schrijft v. d. S. dat ik gekeerd ben tegen het kloosterleven, omdat de mens daar „bij gebrek aan liefde voor een vrouw verdorren moet”. Dit is beslist onwaar. Nergens heb ik dat beweerd. Maar ja, een r.k. recensie over mijn boeken kan blijkbaar niet „af” zijn, of de vrouw moet op een of andere manier ter sprake worden gebracht. Maar nadat hij mij verkeerd heeft weergegeven, probeert hij mij nu tegen andere protestanten uit te spelen, en beweert, dat ik „dus” ook ben tegen het protestantse kloosterleven. Maar, beste man, hoe haalt u het in uw hoof d om zo iets te schrijven. Ik vind het protestantse kloosterleven prachtig. Want ik veronderstel, dat daar niet de brieven worden geopend en de verplichting bestaat, dat de gordijntjes van Je spreekkamers altijd open moeten zijn. Maar als in die kloosters de mensen op een zelfde wijze gecontroleerd moeten worden, dan zon ik daar ook tegen zijn. Want wie zo streng gecontroleerd moet worden, bewijst duidelijk, dat hij er niet meer vrijwillig is.

Pater v. d. S. schrijft verder: „Als Hegger zegt, dat voor de katholiek een reële twijfel aan de leer van Rome een doodzonde betekent, dan beweert hij alweer iets, dat niet overeenstemt met wat de katholieke moralist mag honden. Hij had zijn theologie beter moeten bijhouden”. Welnu dan wil ik aanhalen een woord van de hoogste moralist, de paus, in een zeer recente uitspraak n.l. Pius XII in de bulla „Munificentissimus Deus” van 1950 in «le serie Ecclesia Docens p. 45: „Als iemand, wat God verhoede, het zou wagen met vrije wil ofwel te ontkennen ofwel te betwijfelen, wat door ons werd gedefinieerd, hij wete, dat hij van het goddelijk en Katholiek geloof totaal is afgevallen”. Deze paus gaat dus nog veel verder dan ik beweerde. Hij zegt, dat, wie met vrije wil een dogma, in casu het dogma van Maria-ten-hemelopname, betwijfelt, niet alleen van het Katholieke, maar ook van het goddelijk geloof totaal is afgevallen. Het vrijwillig betwijfelen van een dogma brengt dus niet slechts doodzonde met zich mee, maar zelfs totale geloofsafval.

Het citaat uit het „Theologisch woordenboek”, dat pater v.d.S. aanhaalt bewijst niets. Daar gaat het over het „beklemtonen, dat vrijwillige twijfel groot kwaad is”, of over de twijfel als opschorting van het oordeel, maar niet over de reeële twijfel, zoals ik die duidelijk in mijn boek beschreven heb. Het is toch wel zeer onfraai, wanneer men de duidelijke bedoelingen van een tegenstander verkeerd gaat weergeven, om hem aldus als en leugenaar aan het publiek voor te stellen.

Maar al is dit de strategie, die door de r.k. priesters over het algemeen gevolgd wordt in de bestrijding van ex-priesters, eerlijkheidshalve moet ik mededelen, dat er gelukkig nog uitzonderingen bestaan. Een van die uitzonderingen is o.a. J. van Maarseveen. In het r.k. blad „Huisgezin” (Den Bosch) van 14 jan. 1958 schrijft hij: „Zijn overgang moet niet uit verbittering verklaard worden. Dat is heel duidelijk niet het geval: daarvoor is het geloofsgetuigenis, dat hij vanuit zijn nieuwe situatie geeft, veel te positief”.

TU QUOQUE, BUSKES, FRATER MI?!

Maar wat mij diep teleurstelde, dat was het slot van het artikel. Daarin lees ik: „Ds J.J. Buskes vertelde me in een gesprek, dat ik met hem had over de boeken van ds. Hegger, dat „Mijn weg naar het licht” een „miezerig negatief” boek is”. En dan volgt een uitvoerige weergave van dat gesprek, dat ik de lezers maar zal besparen. Ds Buskes breekt mijn boek tot de grond toe af en weet er geen goed woord van te zeggen, ook niet van het preludium, het loflied op de goedertierenheid Gods; ook niet over het twaalfde hoofdstuk, waarop heel mijn boek uitloopt, en waarin ik de rijkdom van het Evangelie beschrijf, die ik gevonden heb.

Er zijn dingen, die zo pijnlijk zijn. dat je nauwelijks zin hebt om te reageren. Ik ben er zo bedroef d om dat er daarnaast geen plaats meer in mij is voor de toorn.

Elke ex-r. katholiek weet, hoe moeilijk het is om achter het purperen gordijn van Rome door te dringen. De kerkelijke canones zijn duidelijk genoeg, „Wanneer een hoek verboden is, dan betekent dat dat het boek zonder verlof der bevoegde overheid niet mag worden uitgegeven noch gelezen noch bewaard noch verkoch noch vertaald noch op een of andere wijze aan anderen overgedragen (c. 1398 & l)”.

„Volgens c. 1399 zijn door het recht zelf de volgende boeken verboden:

1….

2 Boeken van welke schrijvers ook, die de ketterij of het schisma verdedigen

4 Boeken van niet-katholieken, die in een aanmerkelijk deel over godsdienst handelen, tenzij vaststaat, dat ze niets tegen het katholiek geloof bevatten”. (Het kerkelijk recht, door P. Dr. H. van Groessen en P. Dr. Cl. van Vlissingen, tweede drnk, nitg. Romen & Zonen, Roermond, 1958, p. 822 en 823). Krachtens deze bepalingen vallen mijn boeken zowel als die van b.v. prof. Berkouwer onder de verboden boeken.

Hoe droevig is het dan, wanneer een kollega, nota bene in een r. katholiek blad, de toegang tot de reformatorische visie op het Evangelie nog moeilijker gaat maken, door znlk een uitsluitend negatief oordeel over mijn boek te vellen. Hoe droevig, dat een kollega aldus zijn fiat geeft aan zulk een onwaardig artikel van een r.k. schrijver, waarin ik in mijn karakter wordt aangetast en mijn boek verkeerd wordt weergegeven.

Ik wil alleen maar in liefde tot ds. Buskes zeggen:

„Tu quoque, Buskes, frater mi!

Ook gij, Buskes, mijn broeder!”

NASCHRIFT

Ik heb er nog lang over zitten nadenken, wat de zielkundige reden kan zijn geweest van dit optreden van ds Buskes. Want elk onbevooroordeeld buitenstaander zal het een onsmakelijke geschiedenis vinden, als je een collega zo fel gaat aanvallen in het blad van een tegenstander zonder eerst daarover met je collega te spreken.

Ik vond twee mogelijkheden. Ds Buskes heeft destijds na een bezoek van drie maanden in Z. Afrika een boek geschreven, waarin hij op felle wijze het rassenbeleid van de Z. Afrikaanse regering aanvalt. Heeft hij misschien gehoord, dat volgens mij drie maanden veel te kort zijn om zulk een beslist oordeel over zulk een ingewikkelde kwestie van een totaal ander land de wereld in te sturen?

Of was het misschien dit: Ds Buskes is vroeger gereformeerd predikant geweest en overgegaan tot de hervormde kerk. Heeft hij misschien onbewust willen aantonen, dat zijn houding als „bekeerling' tegenover zijn vroegere kerk veel verhevener is dan die van mij tegenover Rome?

Maar enfin, ik heb geen zin om er mij nog verder in te verdiepen. Zand er over! Of in Bijbelse termen: bedek het met de mantel der liefde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1959

In de Rechte Straat | 20 Pagina's

FELLE BAZUINSTOTEN

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 april 1959

In de Rechte Straat | 20 Pagina's