TRANEN VAN VREUGDE
Op de avond van 23 nov. 1654 is Pascal in zijn kamer. Hij leest in zijn bijbel. Hij heeft een visioen, dat hem God als een werkelijkheid doet ervaren. Hij hoort Gods stem en geeft antwoord in een hartstochtelijk gebed. Een wonderlijk gevoel vervult hem. Hij wordt innerlijk aangegrepen door een goddelijk vuur. God schenkt hem de volheid van zijn genade. Pascal vindt vrede, vreugde en zekerheid.
Twee uur duurt deze onuitsprekelijke dialoog tussen God en Pascal. Dan werpt Pascal haastig op papier, in hortende, hijgende afgekapte woorden, de vurige herinnering aan deze nacht, waarin hij God vond en door God gevonden werd. Wat in die nacht geschiedde bleef het geheim van Pascal en zelfs het bestaan van dit geheim zou ons verborgen zijn gebleven, indien zijn huisknecht niet na zijn dood dit stuk papier gevonden had, weggeborgen in de voering van zijn jas, waarin Pascal het bij zich droeg als een voortdurende herinnering aan zijn bekering. Na die nacht voegt Pascal zich bij de „solitaires" van Port Royal. Boven het getuigenis —• het zogenaamde „mémorial" — staat een kruis. Dan volgen datum en uur: „1654, maandag 23 nov., van omstreeks half elf 's avonds tot een half uur na middernacht". Dan volgt de tekst:
„God van Abraham, God van Isaak, God van Jacob". Niet der wijsgeren en geleerden. Zekerheid. Zekerheid. Gevoel. Vreugde. Vrede. God van Jezus Christus. Deum meum et te Deum vestrum. ( = Mijn God en uw God). „Uw God is mijn God". De wereld, alles vergeten, behalve God. Hij wordt slechts gevonden in de weg van het evangelie. Grootheid der menselijke ziel. „Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend, maar ik heb U gekend". Vreugde, vreugde, vreugde, tranen van vreugde. Ik heb Hem verlaten. Dereliquerunt me fontem aquae vivae. (= Zij hebben Mij verlaten, de bron van het levende water).
Mijn God, zult Gij mij verlaten? Mocht ik niet eeuwig van Hem gescheiden zijn. „Dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige, ware God, en Jezus Christus dien Gij gezonden hebt".
Jezus Christus. Jezus Christus. Ik heb Hem verlaten, ontvlucht, verloochend, gekruisigd. Dat ik nimmer van Hem gescheiden mocht zijn. Hij blijft slechts bij ons in de weg door het evangelie onderwezen. Zoete, volkomen overgave. Geheel onderwerp ik mij aan Jezus Christus en aan mijn geestelijke leidsman. Eeuwige vreugde voor één dag van beproeving op aarde. Non obliviscar sermones tuas. (= Ik zal Uw spreken niet vergeten). Amen."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1972
In de Rechte Straat | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1972
In de Rechte Straat | 32 Pagina's