IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

HET EERSTE NUMMER VAN IRS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET EERSTE NUMMER VAN IRS

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu ik afscheid van u neem als eindredacteur, heb ik weer eens het eerste nummer van IRS, februari 1958, tevoorschijn gehaald. Als ondertitel van dat gestencilde exemplaar stond aangegeven: Driemaandelijks contactorgaan tussen gm'ezen roomskatholieken op de grondslag van het eeuwige Woord Gods.

Ik was destijds predikant van de Gereformeerde Kerk van Denderleeuw (België). Mijn eerste boek Mijn weg naar het licht had zoveel reacties teweeggebracht, vooral van gewezen en zoekende rooms-katholieken, dat ik ze onmogelijk allemaal persoonlijk kon beantwoorden. Dan zou ik zeker mijn eerste taak (predikant te zijn van de gemeente van Denderleeuw) moeten verwaarlozen. Vandaar dit contactorgaan, waarin ik de vragen van velen, die ongeveer gelijkluidend waren, zou kunnen beantwoorden.

In dat eerste nummer richtte ik mij aldus tot de gewezen rooms-katholieken: "Ik geloof dat wij er allemaal van overtuigd zijn dat wij deze band van geloof en van liefde die tussen ons gegroeid is, niet meer mogen verbreken".

Daarna beschreef ik wat volgens mij de roeping is van rooms-katholieken die door Gods genade de weg naar het licht gevonden hebben:

"Wij hebben een eigen roeping van God gekregen. Het eigene van die roeping bestaat daarin:

1. dat wij onze vroegere geloofsgenoten het Evangelie dat ons zo gelukkig maakt, moeten verkondigen. Het zou getuigen van ondankbaarheid en egoïsme, wanneer wij stilletjes voor onszelf zaten te genieten van de rijkdommen, die God door Zijn grondeloze ontferming ons heeft geschonken in Zijn geliefde Zoon, Jezus Christus, en ondertussen onze r.-k. medemensen lieten verkommeren in hun geestelijke armoede.

2. Maar wellicht hebben wij ook een roeping tegenover hen die in het protestantisme geboren zijn.

Tijdens mijn spreekbeurten heb ik er dikwijls op gewezen hoezeer de protestanten bevoorrecht zijn, omdat zij mochten opgroeien met Gods zuivere Woord. Zij hebben niet die walging gekend dat je het onverteerbare voedsel van puur menselijke overleveringen en van dorre, dode dogma's tot je nemen moet op straffe van doodzonde en hel. Zo heel anders dan wij. Wij werden volgepropt met menselijke fantasieën, met de harde, beschimmelde broodkorsten van wijsgerige stelsels, terwijl onze zielen dorstten naar de levende Heere, die het Brood des levens is.

Maar na zo'n toespraak zei men mij vaak: U kunt wel enigszins gelijk hebben dat wij te benijden zijn, maar van de andere kant zijn wij toch ook een beetje jaloers op jullie. U hebt de rijkdom van het Evangelie helemaal zelf moeten ontdekken, of beter: God heeft u wel heel pijnlijk losgescheurd van het verleden, waarmee u vergroeid was, maar van de andere kant heeft Hij u ook, meer dan ons, verbaasd vanwege Zijn onuitsprekelijke goedheid en ontferming, die ineens voor jullie is gaan oplichten. Wij zijn misschien te veel gewend geraakt aan onze rijkdom, die in de Bijbel voor ons wordt uitgestald.

Ik geloof dat deze protestanten gelijk hebben. Maar in het licht daarvan vind ik het zo mooi dat wij met z'n allen deel uitmaken van het éne Lichaam waarvan Jezus Christus het Hoofd is. Dat betekent dat wij elkaar als ledematen nodig hebben. Het oog kan het oor, de hand kan de voet niet missen (1 Kor. 12).

Zo moeten zij die in het protestantisme geboren zijn, de Gemeente opbouwen door hun diepe inzicht in Gods Woord, dat tot hen gekomen is langs de weg van de gemeenschap met de gelovige christenen van de Reformatie, die in de voorbije eeuwen zich, onder de verlichting van de Heilige Geest, gebogen hebben over de Schrift alleen.

Maar wij hebben als roeping om anderen te laten delen in de blijdschap om de onvermoede liefde van God in Zijn vrije genade, die bij ons pas op gevorderde leeftijd openging en waardoor wij zozeer verrast werden.

Ik heb dit tijdschrift voorlopig de naam gegeven: In de Rechte Straat, dit naar aanleiding van Hand. 9:11, en wel om de volgende redenen:

In het huis van Judas in de Rechte Straat van Damascus werd de bekering van Paulus voltooid. Een van de doeleinden van ons blad is gewezen rooms-kalholieken vanuit hun eigen achtergrond en rekening houdend met hun eigen taalgebruik verder te onderwijzen in de heerlijkheid van Gods Woord.

In de Rechte Straat te Damascus legt Ananias Paulus de handen op, opdat hij na zijn verblinding, toen de Heere Jezus hem verschenen was, weer zou kunnen zien en opdat hij vervuld zou worden met de Heilige Geest (vers 17).

Zo willen ook wij openstaan voor de volheid van Gods Woord, bereid om door Christus toegerust te worden voor ons getuigenis in deze wereld, doordat Hij ons de volheid van Zijn Geest schenkt. Wij willen alle beloften Gods biddend in ons hart meedragen en ze overdenken, precies zoals Maria, de moeder des Heeren gedaan heeft, met de woorden van de herders en van Simeon en van haar twaalfjarige Zoon in de tempel; zie Lukas 2.

De Rechte Straat van Damascus is de straat van de voltooide bekering van Paulus, die de Gemeente Gods bloedig vervolgd had.

Wij hebben de kerken van de Reformatie niet bloedig vervolgd, maar wij hadden ons nooit openlijk gedistantieerd van onze R.-K. Kerk, die tienduizenden christenen van de Reformatie wèl bloedig vervolgd, gefolterd en levend verbrand had.

Wij hebben - en wij, priesters, moesten dat onder ede doen - ingestemd met de vervloekingen die onze 'Moederkerk' op het concilie van Trente had uitgesproken over hen die de leer van de Reformatie belijden; vervloekingen die Rome nog nooit heeft herroepen.

Wij hebben ook meegedaan aan de volstrekte vertekening van het belijden van de Reformatie.

Ik herinner me nog heel goed dat ik een keer voor de "Mannenvereniging van de -leilige Familie" van Rotterdam heb 'aangetoond' dat het politieke heil niet kan comen van de protestanten, omdat vooral de calvinisten kapitalistisch waren (zijn) ngesteld. En ik beweerde: deze kapitalistische instelling van de calvinisten vloeit laaruit voort dat zij de maatschappelijke welvaart als een teken van Gods bijzondere iefde beschouwen. Volgens een calvinist is men zeker van Gods uitverkiezing, vanneer men rijk is.

Wát een onzin! Als ik ook maar iets gelezen had van de geschriften van de Nadere deformatie, zou ik daarin wel allerlei kentekenen van het ware, zaligmakende geloof langetroffen hebben, maar nergens zou ik een schrijver tegenkomen die beweerde: ils je rijk bent, is dat een teken dat je door God bent uitverkoren en het zaligmakenle geloof bezit.

Maar de mannen vonden het prachtig en ze zullen vast besloten hebben om in geen jeval op de A.R. of de C.H.U., maar op de K.V.P. van destijds te stemmen.

De Rechte Straat van Damascus is ook een beeld van de ware broederliefde. Ananias s niet meer bang voor de christenhater, de vervolger Saulus, die naar Damascus was ;ekomen om razzia's te houden om de christenen op te sporen en naar Jeruzalem te Iepen. Ananias vergeeft en vergeet het verleden en gaat Paulus (die toen nog Saulus verd genoemd) de volle troost van het Evangelie brengen.

Daarin ligt ook voor ons een aansporing om hen die in de duisternis van de wereld ond tasten, Christus, het Licht der wereld, te verkondigen, opdat ook zij van hun geestelijke verblinding bevrijd mogen worden en ook aan hen zich moge voltrekken: 'En terstond vielen af van zijn ogen gelijk als schellen en hij werd terstond weer :iende" (vers 18).

Maar, als iemand een betere naam weet voor ons tijdschrift, zullen we dat ;raag horen en in overweging nemen. Men schrijve dan aan mij met vermelding ^an een andere naam en van de reden, waarom u daaraan de voorkeur geeft. )an kunnen we dat op onze eerst-komende conferentie voor gewezen en )elangstellende rooms-katholieken bespreken. (Er is echter nooit een voorstel voor :en andere naam binnengekomen).

Tot zo ver ons eerste nummer, vier bladzijden A4-formaat. De Heere heeft echter dit )lad willen zegenen en Hij heeft het voor velen tot een zegen gesteld. We zijn daar muitsprekelijk dankbaar voor. H.J. Hegger

BRIEF DS. J.M.G. DE LEÓN IN AMSTERDAM

Wij zijn een nieuwe gemeente in het centrum van Amsterdam en worden in onze evangelisatiearbeid onder de Spaanssprekenden rijk door de Heere gezegend. Uw blad kwam in ons bezit en wij zouden graag elke keer 50 exemplaren ontvangen, otdat de Heere wederkomt. Wij verheugen ons er zeer over dal door uw blad de loort naar het Evangelie geopend wordt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

HET EERSTE NUMMER VAN IRS

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juli 1992

In de Rechte Straat | 32 Pagina's