IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

Het CELIBAAT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het CELIBAAT

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op ons artikel over het celibaat (= verbod om te trouwen) in het septemberen oktobernummer van vorig jaar hebben we nog al wat reakties gekregen van r.k. priesters.

Vergelijking met bet huwelijk

Velen maakten de vergelijking met het huwelijk. Iemand schreef: „Zoudt U er niet aan denken de onverbreekbaarheid van het huwelijk af te schaffen, want in Brussel leven er 20% in onchristelijk huwelijksverband".

Ons antwoord is verbazing: Hoe durft men het celibaat, dat ook volgens Rome louter een kerkelijke wet is, vergelijken met het huwelijk, dat een eeuwige goddelijke wet is? Niemand heeft het recht om God ter verantwoording te roepen voor zijn wetten. Maar wij hebben wel de plicht om het pausdom ter verantwoording te roepen voor de vreselijke gevolgen van het verplichte celibaat voor r.k. priesters, omdat 't ingaat tegen Gods wetten die Hij in de Bijbel geeft, waarin God de beslissing over gehuwd zijn of ongehuwd zijn aan elk mens afzonderlijk heeft opgedragen. Als de r.k. kerk aan de priesters het huwelijk verbiedt, dan gaat zij in tegen de persoonlijke vrijheid, die God in deze aan elk mens schenk en dan zijn ook de gevolgen daarvan mede voor haar verantwoording en zaï zij eens aan God rekenschap moeten geven over al het leed, dat daaruit nodeloos is voortgevloeid.

Een ander schrijft:

Laat ze maar branden van begeerte!

„De tekst uit 1 Kor. 7:9, die gij aanhaalt, geldt alleen voor hen, die niet door een gelofte verbonden zijn. Alleen dan is het beter te trouwen dan te branden van begeerte.

Want dezelfde apostel Paulus veroordeelt hen, die na een afgelegde gelofte van zuiverheid, een huwelijk willen aangaan. Zie 1 Tim. 5:12, waar staat: „en ze lopen een veroordeling in, omdat ze de vroegere gelofte verbroken hebben".

ONS ANTWOORD:

Allereerst mijn waardering, omdat deze briefschrijver rustig en zakelijk vanuit de Schrift de juistheid van het r.k. celibaat tracht aan te tonen. Zo komen we verder. Vervolgens:

Het lijkt mij dienstig dat hele gedeelte hier even over te schrijven. Het gaat n.l. in dat gedeelte over het instituut van de door de kerk erkende weduwen uit de eerste tijden. Deze weduwen hadden blijkbaar een speciale opdracht, vermoedelijk o.a. het bezoeken van zieke vrouwen en meisjes.

Over deze kerkelijke weduwen schrijft Paulus: „Als weduwe komc in aanmerking iemand niet beneden de zestig jaren, die de vrouw geweest is van één man; in zake goede werken moet van haar getuigd kunnen «orden, dat zij kinderen grootgebracht heeft, gastvrijheid bewezen, de voeten der heiligen gewassen, verdrukten ondersteund en alle goed werk behartigd heeft. Maar wijs jonge weduwen af, want wanneer de zinnen haar van Christus aftrekken, willen zij huwen, en halen een oordeel over zich, omdat zij haar eerste trouw hebben verzaakt. Maar tegelijk wennen zij zich er aan de huizen rond te gaan bij gebrek aan bezigheid, en niet alleen zonder bezigheid, maar ook bezig met praatjes en al te bezig met het spreken over onbehoorlijke dingen. Ik wil daarom, dat de jonge weduwen huwen, kinderen krijgen, haar huis bestieren, en niet door lasterpraat aan de tegenpartij vat op zich geven. Want reeds zijn sommigen afgeweken, de satan achterna" (1 Tim. 5-9-15).

Deze tekst getuigt tegen 't r.k. celibaat

Wanneer men dit Schriftgedeelte rustig op zich laat inwerken, dan moet men, naar ik meen, toch tot de besliste konklusie komen, dat dit gedeelte juist een veroordeling inhoudt tegen het r.k. celibaat.

Allereerst gaat het hier over vrouwen. Het is toch wel algemeen bekend, dat het voor vrouwen over het algemeen veel gemakkelijker is om het celibaat trouw te bewaren dan voor mannen

En vervolgens, — en dat is belangrijker —, Paulus zegt dat deze vrouwen, aan wie mag worden toegestaan dat zij de belofte van celibaat afleggen, gehuwd moeten zijn geweest en kinderen moeten hebben gehad. Nergens lezen wij, dat ongehuwde vrouwen in het kerkewerk mogen worden ingeschakeld, na eerst een belofte van celibaat te hebben afgelegd. Het gaat hier dus over levenswijze mensen, die de noden van het huwelijks- en gezinsleven uit eigen ervaring kennen, die met een man en met kinderen lief en leed gedeeld hebben. Juist zulke vrouwen zijn in staat om goede raad op dit gebied te geven.

Niet beneden de zestig jaar

En nog belangrijker is de bepaling, die Paulus er aan toevoegt: Ze moeten minstens zestig jaar zijn.

Als de r.k. kerk slechts aan priesters toestond de eeuwige gelofte van celibaat af te leggen, als ze zestig jaar zijn, dan zou er geen mens op de wereld zijn, die nog enig bezwaar daartegen zou maken.

Maar nu eist de r-k. kerk dat van jonge mannen, die zich geroepen menen tot de dienst aan Gods Koninkrijk. Ze eist dat van jonge mannen in de kracht van hun leven, terwijl ze pas na die gelofte nauw in kontakt worden gebracht met het meisje en de vrouw in de biechtstoel en de spreekkamer, juist ook met haar problemen op erotisch en sexueel terrein. Wij kunnen niet anders inzien dan dat dit lijnrecht ingaat tegen de bepalingen van Paulus in deze brief aan Timotheus.

Wat bedoelt Paulus eigenlijk?

Blijft nog over de vraag: Wat bedoelt Paulus nu met 1 Tim. 5:12? Wil hij daar de veroordeling uitspreken over jonge weduwen, die na het afleggen van de belofte van celibaat, toch trouwen, omdat ze hun begeerte niet meer konden beheersen?

Dat valt niet onmiddellijk uit de tekst af te leiden. Het ligt ook niet voor de hand, want dan zou Paulus inderdaad voor deze jonge weduwen de tegengestelde raad geven van 1 Kor. 7:32-35, n.l. dat het voor haar beter zou zijn om maar te blijven branden van begeerte dan om weer te trouwen

Wij kennen Paulus al te zeer als een wijze zieleherder, zodat wij ons niet kunnen voorstellen, dat Paulus deze jonge weduwen zou willen dwingen om vast te houden aan haar al te haastig afgelegde gelofte. Paulus weet goed genoeg, welk een gevaar het voor de gemeente moet betekenen, wanneer trouwlustige jonge weduwen officieel door de kerk opgedragen werk zouden moeten verrichten in de gezinnen. Daar komen heel gemakkelijk allerlei „praatjes" uit voort en „het spreken over onbehoorlijke dingen" (vs 13).

Uit dit gedeelte blijkt echter, dat Paulus vooral het te haastig afleggen van de gelofte van celibaat veroordeelt, omdat men daarna dan dikwijls niet in staat blijkt om die gelofte gestand te doen. Dat is een lichtvaardig omspringen met iets heiligs, zoals een gelofte aan God toch is.

Nogmaals wij kunnen ons onmogelijk voorstellen, gezien het geheel van de pastorale adviezen van Paulus, dat hij het goed zou keuren als zo'n trouwlustige jonge weduwe maar in de gemeente zou blijven rondhuppelen.

Ik ben overtuigd, dat Paulus zou volstaan met een schuldbelijdenis over de lichtvaardigheid, waarmee zij de belofte van celibaat hebben afgelegd (waarschijnlijk gedreven door geldingsdrang, omdat ze dit werk van de kerkelijke weduwe blijkbaar als een middel beschouwden om zichzelf interessant te maken), — en dat Paulus verder zou zeggen: „Het is ook voor jullie beter dat je dan maar trouwt dan dat je blijft branden van begeerte".

Het gezin een blok aan het heen?

Een van de argumenten vóór het celibaat, dat telkens weer wordt aangehaald, is dit: De priesters kunnen zich veel meer wijden aan hun parochie, dan een dominee aan zijn gemeente, omdat die nog een vrouw en kinderen als blok aan het been heeft.

Ik heb daar reeds op geantwoord in het artikel over het celibaat. Maar dat men ook in r.k. kringen niet zeker meer is van de steekhoudendheid van dit argument, blijkt wel uit een ingezonden stuk van een r.k. dame uit Londen, dat opgenomen werd in de r.k .De Bazuin van 23 mrt j.l., en dat wij hier in zijn geheel laten volgen:

„Verplicht celibaat"

Aan de brief van N. te N. betr. verplicht celibaat zijn nog wel een paar belangrijke punten toe te voegen.

Ofschoon het natuurlijk veel van de omstandigheden aan de pastorie afhangt, is er het treurige feit, dat onze priesters omdat zij geen eigen tehuis hebben, mens zijn en ook afleiding nodig hebben, veel vaker gezien worden in de huizen van de gegoeden waar er comfort is en wat te halen valt, dan in de huizen van de armen en de arbeiders, waar vooral in deze tijd van anti-kerkelijke propaganda, geregeld contact broodnodig is. Bovendien verwekt dit jaloezie en ontevredenheid en ik ken gevallen waar gezinnen niet alleen niet meer naar de Mis gingen maar zelfs naar een Protestante kerk zijn overgegaan omdat zij voelden dat ze daar tenminste meetelden. Er wordt als reden voor het celibaat opgegeven dat de priester teveel tijd zou besteden aan zijn vrouw en gezin, maar nu heeft hij geen vrouw en toch zijn er parochianen, die in 30 of 40 jaar geen priester in huis hebben gehad, bij wijze van huisbezoek. (Wellicht zijn de toestanden in Holland anders en beter).

Dan is er de houding tegenover de vrouw (waarover in Uw blad al eerder is geschreven). Men kan het de priester niet kwalijk nemen, als vrouw heb ik mij vaak genegeerd gevoeld als ik zag hoe een priester als vrouwen of meisjes naar hem toekwamen na de Mis, opvallend afzijdig was en er zo gauw mogelijk vandoor ging. Verleden jaar was ik in Holland en natuurlijk onder Katholieken komt de kerk ter sprake en ook het celibaat. Wederom vond ik het gegeneerd dat de jongens en meisjes zich vrolijk maakten over kapelaan .... omdat hij zo graag „raar" deed als er vrouwen in de buurt waren.

Wat heeft dit alles met godsdienst te maken en hoe is een normale samenwerking mogelijk indien elk meisje of vrouw — tenzij ze foei lelijk is of stokoud — als een bron van verleiding moet worden beschouwd en dus gemeden moet worden. De mensen worden nu veel vrijer opgevoed en jongens en meisjes van 13 jaar weten er tegenwoordig al alles van• Niemand kan verplicht worden te trouwen indien zijn roeping sterk genoeg is om celibatair te blijven. Alles bij elkaar genomen komt men tot de conclusie dat het realistischer zou zijn indien het celibaat niet verplicht zou worden gesteld. Wanneer de maatschappelijke status van de priester een teken moet zijn van de bovenwereldlijke werkelijkheid dan is het te begrijpen waarom hij zo vaak over onze hoofden heen staat te praten en zo moeilijk te bereiken is, zodat priester en leek naast elkaar leven in plaats van met elkaar als een team. Het verklaart tevens dat de Protestanten zo veel dichter bij het leven staan en het zo veel gemakkelijker is naar hen te luisteren. In mijn parochie hebben wij een duidelijk voorbeeld. De anglikaanse geestelijke, vader van 4 kinderen, is niet alleen geliefd maar als er iets is, sterfte of geboorte, dan is hij onmiddellijk op huisbezoek, zelfs bij Katholieken, die met Anglikanen getrouwd zijn. Wij hebben 4 geestelijken (die zich nu pas een moderne pastorie hebben laten bouwen) en we zien ze nooit, alleen degenen, die mooi wonen en geld hebben tellen mee! Men kan zich er niet over verwonderen dat gewone mensen de Kerk de rug toekeren en er genoeg van hebben. Aan wie de schuld ligt is niet aan mij te beoordelen maar pastoraal is de toestand allertreurigst en we kunnen alleen maar hopen dat we lang genoeg zullen blijven leven om nog iets van de uitwerking van de op het Concilie genomen besluiten te zien.

Londen

H.

In wil dit artikel besluiten met dit verstandige woord van br. de Savignac: „Het is gevaarlijk om wijzer te willen zijn dan de Bijbel en heiliger dan Christus".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 1963

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

Het CELIBAAT

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 mei 1963

In de Rechte Straat | 32 Pagina's