IRS cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van IRS te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van IRS.

Bekijk het origineel

OPROEP TOT HET CONCILIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPROEP TOT HET CONCILIE

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij, voormalige r.k. priesters, zijn door Gods leiding tot de erkenning en aanvaarding gebracht van Jezus Christus als onze enige en volkomen Zaligmaker. Wij hebben met vreugde kennis genomen van de krachtige pogingen tot hervorming, die onder de deelnemers van het tweede Vatikaanse Concilie tot uiting zijn gekomen.

Op grond van eigen ervaring en van de toetsing aan Gods Woord in de H. Schrift zijn wij in ons eigen ieven tot de overtuiging gekomen, dat wij ons moesten aansluiten bij een kerk van de reformatie, die zich voortdurend wil laten hervormen door Gods Woord.

Wij erkennen onze schuld en getuigen

Omdat wij vroeger allerlei dwalingen niet slechts persoonlijk aangehangen hebben, maar ze ook openlijk met ons ambtelijk gezag, dat wij meenden als priester te bezitten, hebben verkondigd, richten wij ons tot u en over u heen tot dse miljoenen r. katholieken van de gehele wereld.

Wij erkennen,

dat wij in dienst van de r.k. kerk door leer en prediking eraan meegewerkt hebben, dat de mensen zich onvoorwaardelijk zouden onderwerpen aan de absolute heerschappij van het pausdom en aldus de aanspraak die het r.k. stelsel maakt op de absolute macht, zouden aanvaarden, zoals die in de bepalingen van de Codex luris Canonici (r.k. kerkelijk wetboek), vooral in can. 218, zijn vastgelegd.

Wij getuigen,

dat Jezus Christus ons door Zijn Heilige Geest in Zijn Woord regeren, leiden en tot Zijn ware Kerk vergaderen en ons aldus tot de echte vrijheid der kinderen Gods brengen wil.

De ware eenheid

Wij erkennen,

dat wij mede een opvatting over de „Eenheid" en over de „Ene Kerk" hebben gepropageerd, die belemmerend werkt voor de innerlijke eenheid van de christenen. Door deze onbijbelse opvatting over de eenheid van de christenen zijn bij vele r. katholieken en reformatorische christenen onwezenlijke eenheidsverwachtingen gewekt, die de blik op de ware eenheid van de Kerk van Jezus Christus verduisteren.

Wij getuigen,

dat de eenheid van de christenen een werkelijkheid is, die haar grond vindt in Jezus Christus alleen, en niet in een organisatie, een instituut ot vereniging.

„Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander", 1 Joh. 1:7. In het hogepriesterlijk gebed, waarin de Here om de eenheid van de christenheid bidt, zegt Hij eerst in vers 7: „Heilig hen in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid", - en gaat dan in vs. 20 verder: „En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven, opdat zij allen ÉÉn zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U". De Here bidt dus om heenkeer van alle christenen tot Hemzelf, die de waarheid zelf is.

Het eeuwig: leven om niet

Wij erkennen,

dat wij door een onschriftuurlijke prediking mensen tot de vermetele mening gebracht hebben, dat zij door de kracht van Gods genade in staat zouden zijn om zulke goede werken te verrichten, dat zij daardoor „het eeuwige leven waarlijk (vere!) kunnen verdienen" (Conc. Trid. Sess. VI, can. 32).

Wij belijden,

dat de mens geheel en al verdorven is, doordat hij zich in de zonde tegen God gekeerd heeft en zich van Hem heeft afgewend, zodat wij met de psalmist, waarvan wij toch mogen aannemen, dat hij een begenadigd kind van God was, uitroepen: „Zo Gij in 't recht wilt treden, o Heer, en gadeslaan onz' ongerechtigheden, ach, wie zal dan bestaan" (Ps. 130 : 2 ber.)

Wij getuigen,

„Maar toen de goedertierenheid en mensenliefde van onze Heiland en God verscheen, heeft Hij, niet om werken der gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben, doch r.aar Zijn ontferming ons gered" (Tit. 3:4, 5a).

Gered door Christus, niet door de biechtvader

Wij erkennen,

dat wij vroeger in leer en praktijk de mensen ertoe gebracht hebben om overeenkomstig de uitspraak van het concilie van Trente de biecht als enige „reddingsplank" te beschouwen voor hen, die na de doop „door zware zonde schipbreuk hebben geleden" (Conc. Trid. Sess. 14, can. 2). Wij hebben daarom onder de bedreiging van de eeuwige straffen in de hel van hen geëist, dat zij hun zware zonden „met het juiste aantal, met de soort en de omstandigheden die de zonde van soort veranderen" aan ons in de biecht zouden belijden. (Conc. Trid. Sess. 14, can. 7).

Wij getuigen,

„En (de zondaars) worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.... Want wij zijn van oordeel, dat de mens door geloof gerechtvaardigd wordt, zonder werken der wet"' (Rom. 3:24, 28).

Zo zien wij ook in de praktijk, dat de apostel Paulus op de vraag van de gevangenbewaarder: „Wat moet ik doen om behouden te worden?", — antwoordt: „Stel uw vertrouwen op de Here Jezus en gij zult behouden worden, Gij en uw huis" (Hand. 16:30, 31).

Slechts ÉÉnmaal offerde Hij Zich

Wij erkennen,

dat wij op grond van de r.k. leer meenden, dat wij de macht hadden om brood en wijn door een substantiële verandering (transsubstantiatio) om te zetten in het lichaam en bloed van Jezus Christus en zo „in de mis een waar en echt offer te brengen" (Conc. Trid. Sess. 13, can. 1-4 en Sess. XIX, can. 1).

Wij getuigen:

„Door ÉÉn offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden" (Hebr. 10:14). „Hij heeft Zich ÉÉnmaal geofferd om veler zonden op Zich te nemen" (Hebr. 9:28a.).

Zelfverheerlijking via Maria

Wij erkennen,

Wij hebben getracht om de kerk, en daarin onszelf, te verheerlijken, doordat wij Maria als het oerbeeld van de kerk voorstelden. In de liturgie hebben wij gepoogd om — met voorbijzien van onze ellendige toestand als zondige mens —, langs de verhoging van Maria ons omhoog te heffen tot de paradijsheerlijkheid. B.v.: „wees gegroet, o Koningin van de hemel, heerseres over de engelen" — „Ave"

„Ave regina coelorum, ave domina angelorum" (Brev. Rom.).

Wij belijden:

„Niemand is rechtvaardig, ook niet ÉÉn — „Er is niemand die doet wat goed is, ook niet ÉÉn (Rom. 3:10, 12).

Wij getuigen,

Maria zelf erkent in haar ootmoedige lofzang: „Mijn ziel maakt groot de Here, en mijn geest heeft zich verblijd over God, mijn Heiland, omdat Hij heeft omgezien naar de lagen staat zijner dienstmaagd. Want zie, van nu aan zullen mij zalig prijzen alle geslachten, omdat grote dingen aan mij gedaan heeft de Machtige" (Luk. 1:46-49).

Wij groeten in Maria de moeder en de dienstmaagd des Heren (Luk. 1:38 en 43), die door de geloofsgehoorzaamheid in het verlossingwerk van haar Zoon met ons en met allen in de gehele wereld, die in Christus geloven, de zaligheid verkregen heeft.

Konklusies

Op grond van de voorafgaande bekentenissen en getuigenissen komen wij tot de volgende konklusies:

1. De bovenvermelde dwalingen in leer en praktijk moeten omwille van de waarheid en omwille van de eenheid onder de christenen herroepen worden.

2. De r.k. kerk moet tot het ware en troostvolle evangelie terugkeren.

Enkele konkreta punten

Bovendien wijzen wij op de volgende konkrete punten, die meer in het bijzonder voor de wereld een aanstoot (scandalum) en voor vele christenen een belein mering voor hun geloof betekenen en roepen derhalve op tot:

a. Herroeping van de uitspraak van het eerste concilie van het Vatikaan, dat het verlaten van de r.k. kerk gelijk staat met het verlaten van God. (Conc. Vat., Sess. III, cap. 3).

b. Afschaffing van can. 2314, C.I.C., waarin alle niet-r. katholieke kerken gediskwalificeerd worden als „sekten" en waarin allen die zich bij een niet r.k. kerk hebben aangesloten, officieel als „eerlozen" worden gebrandmerkt.

c. Afschaffing van can. 1399 C.I.C., waarin het aan de r. katholieken verboden wordt om Bijbels die door reformatorische christenen worden vertaald, alsmede boeken die over geloof en zeden handelen en die door reformatorische christenen werden geschreven, te lezen.

d. Afschaffing van de bepalingen waardoor een geldig burgerlijk huwelijk tus een r. katholiek en een reformatorische christen, dat niet gesloten werd overeenkomstig de door de r.k. kerk vastgestelde kerkrechtelijke vorm, gehoond wordt met de verklaring, dat het niet eens een huwelijk is, (Nullum Matrimonium).

e. Afschaffing van can. 2319, C.I.C., waarin r. katholieken, ook als zij met volle overtuiging over zijn gegaan naar de reformatie, in de kerkelijke ban geslagen worden, als zij in een reformatorische kerkdienst de zegen van God over hun huwelijkssluiting afsmeken.

f. Afschaffing van het verbod van reële twijfel aan de leer van de r.k. kerk, ook als die twijfel voortkomt uit het lezen van Gods onfeilbare en door de Heilige Geest geïnspireerde Woord van de Bijbel.

g. Veroordeling van de verdrukkingen van de protestanten in r.k. landen zoals Columbia en Spanje.

Met name willen wij wijzen op Spanje, waar priesters slechts een paspoort van de staat kunnen krijgen, wanneer zij daartoe een schriftelijke toestemming van hun bisschop ontvangen.

Aan ons „Internationaal Protestants Centrum voor oriëntatie in konfessionele vragen" zijn de namen van meerdere Spaanse priesters bekend, die over willen gaan naar de reformatie, maar juist daarom van hun bisschoppen, die daar een vermoeden van hebben geen toestemming krijgen voor een paspoort. Zij zijn zodoende gedwongen om ofwel in strijd met hun diepste overtuiging in de r.k. kerk te blijven en er als priester tegen hun geweten in de sakramenten te blijven bedienen, ofwel in Spanje de r.k. kerk te verlaten en dan een leven van uiterste ontbering, van verguizing en van honger tegemoet te treden.

Wij vragen u dringend om de Spaanse bisschoppen er toe te bewegen deze gewetensdwang, die door middel van het staatsgezag wordt uitgeoefend, af te schaffen.

Oproep tot de r.k. bisschoppen

Wij roepen alle r.k. bisschoppen en ambtsdragers van de gehele wereld in naam van de Here der christenheid op om acht te slaan op de zware verantwoordelijkheid die in dit historische uur, met name van het tweede Vatikaanse concilie, op hun geweten is gelegd.

..........tot de r.k. leken

Wij roepen de r.k. leken op om hun profetisch ambt als christengelovige in getrouwheid uit te oefenen en om hun kerk terug te leiden naar de onwankelbare grond van Gods Woord, dat Woord van God, dat niet slechts aan de ambtsdragers, maar ook aan alle leden van het lichaam van Christus is toevertrouwd. „En wat u betreft, de zalving, die gij van Hem ontvangen hebt, blijft op u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere, maar, gelijk zijn zalving u leert over alle dingen, en waarachtig is en geen leugen, blijft in Hem, gelijk zij u geleerd heeft" (1 Joh. 2:27).

..........tot het wereldgeweten

Wij hebben besloten om deze oproep te publiceren, opdat het wereldgeweten zijn oordeel uitspreke over deze schending van de primaire rechten van de mens door een kerk, die zich de enige, ware Kerk van Christus noemt. En wij hopen, dat u omwille van de heilige naam van Christus gehoor zult geven aan onze oproep.

Wij bidden dat de Geest Gods profeten onder u zal opwekken, die met kracht van omhoog u zullen vermanen om terug te keren tot de eenvoud der Schriften en om Jezus Christus niet slechts in woorden, maar ook metterdaad, weer te herstellen als werkelijk Hoofd van Zijn Lichaam, de Kerk. Dit kan slechts geschieden als wij al de kronen, die wij onszelf ten onrechte op ons hoofd gezet hebben, aan zijn voeten werpen en ons als rechteloze, maar tegelijk begenadigde zondaren overgeven aan Hem in gelovig vertrouwen op Zijn belofte.

Alle voormalige priesters, die bovenstaande „open brief" mede kunnen onderschrijven, wordt verzocht om vóór 1 oktober 1963 hun instemming mede te delen aan:

Internationaal Protestants Oriëntatie Centrum voor Konfessionele vragen :

„De Wartburg'", Boulevard 11, Velp (Gld.), Nederland; ofwel: "Seniorat des „Bensheimer

„Bensheimer Kreises", Bahnhofstrasse, 59, 588 Ludenscheid i. Westfalen, Deutschland.

VAN DE REDAKTIE

We hebben er naar gestreefd om van dit nummer zoveel mogelijk een vakantienummer te maken. Dat wil zeggen: licht verteerbaar, spannend en ontspannend.

Vandaar dat grote getuigenis van br. Khouri, dat voornamelijk een verhaal is.

Op het heengaan van Joannes XXIII en de keuze van Paulus VI hopen we in een volgend nummer terug te komen.

Dit nummer kan ook bijbesteld worden: Prijs 1-3 ex. 35 cent; 3-6 ex. 30 cent; 7-10;

7-10 ex. 25 cent; 1 I ex. en meer 20 cent.

De administratie is gesloten van 13-27 juli a.s.

LAATSTE BERICHTEN

We hebben een van de twee priesters (zie pag. 30) toch maar naar de Wartburg laten komen, We vertrouwen, dat de Here voor het nodige geld zal zorgen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juli 1963

In de Rechte Straat | 32 Pagina's

OPROEP TOT HET CONCILIE

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juli 1963

In de Rechte Straat | 32 Pagina's